American Fiction
Poortwachters lopen in de val

American Fiction
Jeffrey Wright speelt een auteur die als protest tegen het systemisch racisme van de boekenwereld een roman vol giftige stereotypes en clichés van zwart-zijn schrijft. Tot zijn ontsteltenis wordt het een bestseller.
Toen Kathleen Collins begin jaren negentig haar script voor Losing Ground liet lezen aan een witte vrouw, reageerde die verward: “Maar Kathy, deze mensen zijn niet zwart.” Collins had een scenario geschreven over de huwelijksproblemen van een hoogleraar en haar man. Geen verhaal over “zwarte mensen levend in armoede, zwarte mensen die rappen, zwarte mensen tot slaaf gemaakt, zwarte mensen vermoord door de politie”.
Er zit ruim dertig jaar tussen Losing Ground en de film waaruit deze opsomming komt, het voor vijf Oscars genomineerde American Fiction, dat geruisloos op Prime Video dreigde te verdwijnen maar nu toch een kleine Nederlandse release krijgt. Het boek waarop die film gebaseerd is, Erasure van Percival Everett, is (net als het sterk verwante Bamboozled van Spike Lee uit 2000) ruim twintig jaar oud. Wat is er veranderd in de tussenliggende jaren? Is er iets veranderd?
American Fiction gaat over Thelonious ‘Monk’ Ellison (een fantastische Jeffrey Wright), een auteur wiens experimentele bewerking van Aischylos’ Perzen door uitgevers keer op keer wordt afgewezen omdat ze de ‘Afro-Amerikaanse ervaring’ er niet in teruglezen. Zwarte makers worden geacht zwarte verhalen te vertellen. En witte poortwachters bepalen daarvan de definitie.
Wat dus bijvoorbeeld geen zwart verhaal is, is een verhaal over een schrijver uit een hogere-middenklassegezin van artsen met een strandhuis in de buurt van Boston, die experimentele bewerkingen schrijft van Aischylos’ Perzen.
Uit een cocktail van wrevel, geldnood en alcohol rijgt Monk op een avond een boek aaneen van clichés en stereotypes rond zwarte identiteit. Onder het pseudoniem Stagg R. Leigh (google ‘Lee Shelton’) stuurt hij My Pafology naar witte uitgevers. Tot zijn ontsteltenis lopen die kirrend over ‘authenticiteit’ en het belang van ‘een stem geven aan de gemarginaliseerden’ recht in zijn val.
Regisseur en scenarist Cord Jefferson plaatst zijn verfilming in het heden en lijkt daarmee vooral een reactie te maken op de recente sloot films en series over het trauma van slavernij, die met al hun goede bedoelingen de zwarte identiteit toch weer opsluiten in dat narratief. Maar Everett schreef Erasure in een ander cultureel landschap en dat maakt dat de satire in American Fiction af en toe wat anachronistisch zwalkt.
Uiteindelijk is het sterkste aspect van American Fiction het familieverhaal dat door die satire verweven zit en waarin stiekem ook allerlei clichés de kop opsteken. Zwarte stereotypes als een inwonende hulp die zo weggelopen lijkt van een pak Aunt Jemima-pannenkoekmix, maar ook middenklasseclichés. Maar de film poogt, en slaagt er op de beste momenten in, om daar reliëf aan te geven. Om een weg te vinden uit de paradox die Monk in de film verwoordt: “Ik zeg niet dat deze dingen niet bestaan, maar we zijn ook meer dan dat.”