American Factory
Spanning op de werkvloer

In de gelauwerde, tragikomische documentaire American Factory toont het doorgewinterde regieduo Julia Reichert en Steven Bognar de cultuurclash die ontstaat nadat een Chinese investeerder een Amerikaanse fabriek heropent.
The American Factory ging op het afgelopen Sundance festival in première, waar het de prijs won voor beste regie. De documentaire werd subiet aangekocht door Netflix, waar hij verschijnt onder het label van Higher Ground Productions, de productiemaatschappij van Barack en Michelle Obama. Zij hebben het plan opgevat om progressieve televisie te programmeren en sloten eerder dit jaar een deal met de VoD–aanbieder. Hun bewondering voor het geëngageerde oeuvre van Julia Reichert en Steven Bognar komt daarom niet als een verrassing.
Reichert en Bognar besteedden al eerder aandacht aan de tanende Amerikaanse maakindustrie: in het voor een Oscar genomineerde The Last Truck: Closing of a GM Plant (2009) registreerden ze hoe de laatste auto’s van de band rollen in een fabriek in Ohio. De filmmakers keren in American Factory terug naar die Amerikaanse staat, die deel uitmaakt van wat de ‘rust belt’ wordt genoemd: een gebied waar grote industrieën voorheen floreerden. In Dayton wordt in 2015 een oude General Motors-loods opgekocht door een Chinese glasfabrikant.
De komst van Chinees geld en daarmee nieuwe werkgelegenheid wordt door de inwoners toegejuicht, maar niet alles is wat het lijkt. In een scène waarin de Chinese CEO en zijn gevolg met alle egards worden ontvangen, klinkt een weifelende muzikale compositie van Tim Berger. We zien A, maar we horen B. Dat geldt ook voor de Chinese managers die binnenmarcheren en de Amerikaanse arbeiders – veelal afkomstig uit de WW – aansturen: ze willen graag met hun personeel ‘een wonder’ bewerkstelligen, een van de eufemismen voor winst maken.
De bestuurders bewegen hemel en aarde om te voorkomen dat de Amerikanen, die voor dertien dollar per uur monotoon werk verrichten, een vakbond vormen. Mede hierdoor ontstaat er spanning op de werkvloer, waar de Chinezen van hun Amerikaanse collega’s volledige inzet en ijzeren discipline verwachten. De nieuwe samenwerking heeft soms geestige scènes tot gevolg, zoals wanneer een Amerikaanse delegatie China bezoekt, en tijdens een festiviteit ‘YMCA’ zingt. Maar de tragiek neemt uiteindelijk de overhand, samen met de ironie: nu zijn het de Chinezen die de Amerikanen de les lezen.