Allen tegen allen
Rancune en een mythisch Nederland als bron van fascisme
Het intelligente Allen tegen allen biedt een integraal overzicht van de opkomst van het Nederlandse fascisme in de opmaat naar de Tweede Wereldoorlog. De film werkt ondertussen ook als een cursus ‘Herken hedendaags fascisme’.
In het interbellum tierde het fascisme welig in Nederland; bewegingen schoten als paddenstoeltjes uit de grond, zo blijkt in de documentaire Allen tegen allen, geselecteerd voor de IDFA Competition for Dutch Documentary. Filmmaker Luuk Bouwman belicht op minutieuze wijze hoe Italiaanse ideeën uit de koker van Benito Mussolini gretig werden overgenomen door Nederlandse volgelingen. De documentaire is een kroniek van een vergeten geschiedenis. Waar de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) al nauwelijks wordt behandeld in geschiedenislessen in het middelbaar onderwijs, is de rest van dit kleine leger aan laarzenliefhebbers al helemaal vergeten.
Er zijn verzamelaars die deze akelige historische passage preserveren. Ze delen hun fascinatie voor NSB-voorman Anton Mussert en z’n acolieten met de camera. Allen tegen allen wordt door de makers omschreven als ‘een archeologie van het vroege fascisme in Nederland’. Vlaggen, kaarten en kostuums dienen als illustratie. Maar Bouwman gaat verder en serveert wat je zou kunnen omschrijven als een anatomie van het Nederlands fascisme: hij maakt duidelijk hoe onbehagen over de samenleving zo’n honderd jaar geleden de voedingsbodem was voor politiek extremisme onder een groep rancuneuze mannen.
Bouwman haalt de Griekse filosoof Plato aan, die de democratie zag als een “dictatuur van volksmenners”. Hij omschrijft aan de hand van talloze anekdotes en interviews met experts de strategie van de fascisten. Die komt hierop neer: “Politici deugen niet, weg ermee, stem op mij.” Onderwijl worden telkens vogelvluchtperspectieven en tableaus van de Nederlandse idylle – bossen, meren, dorpen, kustlijnen – getoond, als ze het hebben over hoe ons ongerepte land eruitzag voordat de zogenaamde uitwassen verschenen en de idylle verpestten. Een mythisch ideaalbeeld van Nederland dat gebruikt wordt om de complexe werkelijkheid tot een bron van frustratie te maken. Een Nederland zonder Anderen. Waar haat een drijvende kracht wordt voor de wettelijke en bestuurlijke inrichting van het land. Waar onderdrukking en angst de verhoudingen bepalen. Waar het in de publieke ruimte salonfähig wordt om je laatdunkend uit te laten over iedereen die niet zoals jij is.
Wat boven alles opvalt in Allen tegen allen is dat het fascisme sinds die jaren dertig van de twintigste eeuw nauwelijks is veranderd. Nog altijd laat een deel van het electoraat zich inpakken met exact dezelfde loze beloftes. Door populisten die, als je goed luistert, de kiezer verachten en kwalificeren als “stemvee”, en “besluiteloze, kinderlijke mensen”, zoals in het archiefmateriaal in Allen tegen allen te horen is. De parallellen met het heden zijn niet te missen.