À plein temps

Alleenstaande moeder houdt alle ballen in de lucht

À plein temps

Het uitstekende À plein temps volgt koortsachtig een alleenstaande moeder die bijna bezwijkt onder de druk. Niet aangekocht door Nederlandse distributeurs, maar gelukkig alsnog in de landelijke bioscopen te zien dankzij Filmhuis De Spiegel in Heerlen.

Na een haastig ontbijt snel-snel de kinderen naar de oppas, om in een volle trein langs de Parijse buitenwijken naar je werk te gaan waar je óók weer haastig je taken moet volbrengen. En dan weer op tijd terug moeten zijn om de kinderen op te halen. Voor alleenstaande moeder Julie is dit ‘alle ballen in de lucht houden’ dagelijkse praktijk. Hoe fragiel de situatie is, blijkt als de treinen staken en de ballen op de grond dreigen te vallen.

Julie (sterke rol van Laure Calamy) is hoofd van de kamermeisjes in een vijfsterrenhotel in Parijs, met veeleisende gasten en chique kamers die binnen geklokte tijd in perfecte staat moeten worden gebracht. Efficiëntie tot in het extreme doorgedreven. Het staat in schril contrast met het rommelige leven van Julie zelf, die haar hoofd maar net boven water kan houden.

De Canadese filmmaker Eric Gravel creëert met minimale middelen een nachtmerrieachtige sfeer, met opjagende synthesizermuziek, koortsachtige jump cuts en een nerveuze handheld-camera, die Julie’s thrillerachtige race tegen de klok maar net kan bijhouden. In À plein temps, in 2021 op het filmfestival van Venetië in de sectie Orizzonti winnaar van de prijzen voor beste regie en beste actrice, is de sociale kritiek op arbeidsomstandigheden dan ook niet zozeer naturalistisch, maar meer impressionistisch vormgegeven.

Julie is constant in beweging, ze rent non-stop naar – ja, naar wat eigenlijk? Haar rennen verbeeldt de leegte van het moderne, precaire arbeidersbestaan. Ook de Franse literatuur heeft hier steeds meer oog voor, met romans als Aan de lopende band: aantekeningen uit de fabriek van Joseph Ponthus, die de onmenselijke druk vanuit het perspectief van de werknemer laat meevoelen. Ook À plein temps plaatst ons in de schoenen van Julie, waardoor we haar spanningen bijna fysiek ervaren.

Julie surft mee op de golven, maar bepaalt die niet zelf. Ze heeft amper tijd om naast moeder en werknemer gewoon zichzelf te zijn. Naar de buitenwereld probeert ze normaal over te komen, verzorgd, krachtdadig – huilen doet ze stiekem. Gedurende de paar dagen dat wij haar volgen, verandert haar gezicht van emotieloos professioneel tot wanhopig. Spanningen uiten zich in snibbige opmerkingen tegen haar jonge kinderen – godzijdank is Julie geen heilige. Want alleenstaande vrouwen zijn er niet bij gebaat als er alleen maar vol bewondering over ‘hun kracht’ wordt gesproken, hoe groot die ook is. Beter is het om vrouwen van alle kanten te laten zien, zoals Julie, die we leren kennen zoals niemand haar kent.