3:10 TO YUMA
Uit de mottenballen
Regisseur James Mangold trok de jaren vijftig-western 3:10 to yuma uit het stof, om zijn remake vervolgens uiterst stoffig en gruizig te maken, met postmoderne hints naar Amerika’s lopende zaken.
Hoe vaak is de western nu al uit de dood herrezen? Keer op keer wordt het genre opgegeven, meestal door de sterren die er beroemd in werden — John Wayne in the shootist (1976), Clint Eastwoods unforgiven (1992). En keer op keer wordt het, meestal slechts enkele jaren later, uit de mottenballen getrokken voor een revisie. In het geval van James Mangolds 3:10 to yuma kunnen die mottenballen bijna letterlijk worden genomen: het is een remake van Delmer Daves’ gelijknamige film uit 1957, op haar beurt gebaseerd op het gelijknamige korte verhaal van Elmore Leonard.
Dat originele verhaal speelt zich geheel af op een hotelkamer. Daar wacht veeboer Dan Evans (hier gespeeld door Christian Bale) met zijn gevangene, de gewetenloze maar charismatische overvaller Ben Wade (Russell Crowe), op de gevangenistrein uit de titel. De eerste film bracht ook de aanloop hiernaartoe in beeld, en richtte zich daarin, typisch jaren vijftig, op de liefhebbende vrouw en twee brave zoons die thuis op Evans wachten. De uitbreidingen die James Mangold invoegt zijn op hun beurt typisch van deze tijd: er is meer actie, er wordt subtiel gereflecteerd op het genre, en die brave familie wordt verwrongen. Evans’ vrouw heeft haar twijfels, en zijn oudste zoon William (Logan Lerman) minacht hem openlijk. Ondanks al die toevoegingen blijven de psychologische relatie tussen brave boer en wilde schurk en hun prikkelbare dialogen centraal staan.
Bergpas
Van de films in de recente opleving van de western is 3:10 to yuma op het eerste gezicht wellicht de meest rechttoe rechtaan. Maar voor wie ze wil zien, zijn er in de nieuwe toevoegingen ten opzichte van de twee originelen wel degelijk kleine hints naar het hedendaagse Amerika te vinden. Zo is Evans in deze versie een oorlogsveteraan, die voor zijn kapotgeschoten been te weinig terugkreeg van zijn regering. En als we het iets metaforischer beschouwen is Evans’ relatie met William tekenend voor een land op zoek naar nieuwe leiders — een tendens die overigens ook in Bale’s Batman-films terug is te zien.
3:10 to yuma is klassiek met postmoderne neigingen. De klassieke elementen — indianen, achtervolgingen te paard, de shoot-out aan het eind — zijn er wel, maar worden ondermijnd en vervormd. Dat is misschien wel het duidelijkst in de landschappen. De film speelt in Arizona en werd opgenomen in New Mexico, maar de wijdse vista’s waarop je zit te wachten komen maar zelden in beeld. In plaats daarvan kiezen Mangold en cameraman Phedon Papamichael voor een claustrofobische sfeer. De personages zitten constant gevangen — in cellen, mijnschachten, bergpassen en de krappe straten van een stoffig houten dorpje. Die ondermijning kan ook worden doorgetrokken naar de hoofdfiguren. Juist in die opgesloten situaties kunnen Bale en Crowe het beste uit de voeten met hun venijnige, spitsvondige, uitgeklede dialogen, en kunnen daarmee van Evans en Wade meer dan zwart-wit figuren maken.
Joost Broeren