30 MEI 1969 (GRITU DI UN PUEBLO)
Ontlading van onvrede
De documentaire 30 mei 1969 bestaat voor het grootste deel uit archiefmateriaal. Aan de hand van oude televisiereportages laat John Leerdam, regisseur bij het multi-culturele theatergezelschap Cosmic, zien hoe het op de dag waar de titel naar verwijst op Curaçao tot een gewelddadige uitbarsting is gekomen. Met zijn eigen interviews voegt hij echter weinig toe aan de rijkdommen uit de kelders van de NOB.
30 mei 1969 is voor Nederlanders een vergeten datum, maar voor de bewoners van de overzeese rijksdelen een begrip. Onder ontevreden zwarte arbeiders van de Shell-raffinaderijen brak op die dag een opstand uit. Zij trokken een vernietigend spoor door de straten van Willemstad. IJlings kwam een bataljon mariniers uit Nederland te hulp om de orde te herstellen. Resultaat: twee doden en honderden gewonden. John Leerdam, die de bewuste dag als achtjarige jongen heeft meegemaakt, onderzoekt in zijn documentaire hoe het tot een uitbarsting heeft kunnen komen en wat de gevolgen zijn geweest.
Wat er die dag zelf precies gebeurd is, krijgen we nauwelijks te zien. Slechts een paar foto’s tonen hoe een cordon van agenten met rieten schilden weerstand moet bieden aan een enorme menigte. De filmbeelden die een dag later van de stad zijn gemaakt zijn echter veelzeggend genoeg. De opstandelingen hebben er flink huisgehouden. Hele huizenblokken zijn door brand verwoest en etalages zijn leeggeroofd.
Zulke historische fragmenten die rond de dertigste mei gefilmd zijn, vormen de kern van de film. Net als Vincent Monnikendam, de maker van Moeder Dao, de schildpadgelijkende en adviseur bij 30 mei 1969, gebruikt Leerdam oud filmmateriaal als bouwstenen voor zijn documentaire. Leerdam heeft uit de NOB-archieven een schat aan oude televisie-reportages opgediept. Tezamen met de interviews die hij vijfentwintig jaar later met betrokkenen heeft gemaakt, geven ze een veelzijdig beeld van gebeurtenissen op en rond die bewuste dag.
Opgekropte onvrede
De reportages uit actualiteitenprogramma’s als Brandpunt zijn verhelderend — en niet alleen omdat ze laten zien dat Aad van den Heuvels haar niet altijd wit is geweest. Er blijkt uit dat het al geruime tijd broeide op Curaçao. Antillianen voelden zich gediscrimineerd door de blanke minderheid. Ze werden er bijvoorbeeld van beschuldigd lui te zijn en dat vooroordeel was zelfs tot de schoolboekjes doorgedrongen. Bovendien verdienden zwarte werknemers van Nederlandse multinationals veel minder dan hun blanke collega’s. Bezien vanuit dat licht is de revolutionaire oprisping in 1969 de ontlading van jarenlange opgekropte onvrede.
Ook de gebeurtenissen van die dag neemt Leerdam door middel van oude fragmenten onder de loep. Getuigenverslagen worden afgewisseld met mariniers die aan de tand worden gevoeld over hun orders. De televisieverslaggevers van weleer onderzochten kritisch waar en wanneer de Nederlandse soldaten mochten schieten. Een relevante vraag, gezien het aantal doden en gewonden dat later werd geteld.
Soms levert Leerdam door de selectie en montage van het materiaal ook cynisch commentaar op de gewelddadige onderdrukking van de opstand. Zo koos hij een fragment waar een commandant de mariniers complimenteert met de woorden "Het werk is voor mekaar; er is geen fout gemaakt."
Toeristenindustrie
Leerdams eigen bijdrage aan zijn debuutfilm schiet echter tekort. In interviews die hij in 1994 hield op Curaçao, wordt niet duidelijk hoe de lont nu precies in het kruitvat terecht gekomen is. Een van de vakbondsleiders vertelt dat hun strijd veel meer was dan een protest tegen de lage lonen. Ze eisten respect en erkenning door de blanke minderheid op het eiland. Maar Leerdam dringt niet dieper door tot de verborgen mechanismen die een mensenmassa in beweging kunnen zetten.
Aan het einde van zijn film slaat de documentairemaker de brug naar het heden. Is het mogelijk, zo vraagt hij aan enige geïnterviewden, dat vandaag de dag opnieuw een opstand zou uitbreken? Hierover lopen de meningen uiteen en Leerdam kan er ook geen duidelijkheid over verschaffen. Hij laat vooral de vox populi spreken. De toeristenindustrie draait op volle toeren, maar de regering heeft niet genoeg oog voor de problemen van het volk: tot een veel diepere analyse kan hij de ondervraagden niet verleiden.
Terwijl het spitwerk in de archieven van de NOB vruchtbaar is geweest, zijn Leerdams eigen interviews minder waardevol. Als er over vijfentwintig jaar een documentaire over de eventuele 30 mei 1996 gemaakt wordt, zal die waarschijnlijk weinig materiaal bevatten uit de documentaire van Leerdam.
Pieter Bots