Signs of Life: Een brief van Alice Winocour

Hoe mijn aandacht voor de wereld verschoof

Eva Green in Proxima

De afgelopen weken schreven Jia Zhang-ke, Apichatpong Weerasethakul en Radu Jude op uitnodiging van de Filmkrant brieven vanuit quarantaine. Deze week filmmaker Alice Winocour (Proxima) vanuit het Franse platteland.

Ik weet niet of het te maken heeft met mijn hypochondrie of het virus dat op de loer ligt, maar sinds het begin van de lockdown heb ik alleen maar body horror-films gekeken. Deze films hebben op mij een vreemd rustgevend effect. Ik heb alle vroege films van Cronenberg herkeken. The Brood, Rabid, Shivers, Scanners. Ik ontdekte ook Black Hole, de cult-graphic novel van Charles Burns over een mysterieuze plaag die adolescenten treft. Ik voel me nauw verbonden met dit donkere universum, als catharsis.

Ik besloot ook de filmopvoeding van mijn dochter te voltooien. Ik laat haar de films zien die ikzelf als kind zag en die ik door haar ogen herontdek. Het is voor mij des te ontroerender dat we deze films samen bekijken op dezelfde plek waar ik ze zag toen ik klein was, in de woonkamer van het huis van mijn grootmoeder op het platteland, waar we nu zijn. Gisteren zagen we To Be or Not To Be van Lubitsch. Haar lach als Hitler terugkomt en zegt “Heil myself” zal in mijn geheugen gegrift blijven. In mijn familie heb ik geleerd hoe belangrijk, zo niet essentieel, het is om te weten hoe je moet lachen om tragedies. Dit is wat ik aan haar wil overbrengen.

Op de tiende dag van de quarantaine liep ik de tuin in. Ik filmde met mijn telefoon het kronkelende pad van een mier die op een grasspriet liep, nat van de regen. Toen ik de video een paar dagen later bekeek, besefte ik dat dit beeld leek op de astronaute in mijn film Proxima, die kijkt hoe een lieveheersbeestje over haar vingers loopt, op de vooravond van haar vertrek vanaf de aarde. Ik heb geen plannen om de atmosfeer te verlaten, maar die paar dagen eenzaamheid waren genoeg om mijn aandacht voor de wereld te laten verschuiven. Ik keek en zag dingen om me heen die ik nog nooit had gezien.

Ik dacht terug aan de astronauten die, voordat ze de ruimte ingingen, drie weken in volledige isolatie moesten leven – om zichzelf te beschermen tegen ziektekiemen voor de grote reis begon, maar ook om te mediteren en te wennen aan interstellaire stilte. Ze genieten ten volle van de dingen die ze in de ruimte zullen missen: de geur van bomen, het gevoel van de wind op hun huid en zoveel andere dingen die zo eenvoudig en toch zo waardevol zijn.

Ik hoop dat wanneer ons snelle leven wordt hervat, en de wilde dieren de stadsstraten weer hebben verlaten, ik de onopgemerkte bewegingen van de wereld zal blijven zien en filmen.