Cinema The Pulse: bioscoop als motor van gebiedsontwikkeling
The Pulse (foto: Jules van Iperen)
Met Cinema The Pulse heeft Amsterdam er een bioscoop van de XXL-categorie bij. Het negen zalen tellende complex staat in het Amsterdamse zakendistrict, ingeklemd tussen de ringweg en de voetbalvelden van SC Buitenveldert. Filmkrant ondervroeg initiatiefnemer Peter van Vogelpoel over dit onorthodoxe project.
Slecht plan, zei iedereen toen de gemeente Amsterdam in 2018 een tender uitschreef voor een kantoorpand met woningen en een bioscoop in de plint voor een kavel op de Zuidas. Geen bioscoopondernemer wilde zich eraan wagen. Behalve Peter van Vogelpoel. Die zei: “Tien jaar lang vond iedereen De Filmhallen in West ook een slecht plan, maar na opening werd het binnen de kortste keren de best bezochte bioscoop van Nederland.”
Filmproducent Van Vogelpoel ging de uitdaging dus wel aan. Op 12 december staat de feestelijke opening gepland van Cinema The Pulse, de nieuwste arthousebioscoop van Nederland. Afgelopen juni vonden de eerste voorstellingen al plaats. Een testfase volgde waarin de zalen gefaseerd in gebruik werden genomen en de techniek gefinetuned. Inmiddels hebben ook zo’n tienduizend IDFA-bezoekers kunnen zien hoe de laatste hand wordt gelegd aan de bar op de eerste verdieping en het restaurant op de begane grond aan het opstarten is.
Het openingsfeest wordt de bekroning van een traject dat maar liefst twaalf jaar heeft geduurd. Dat volgde op de ontwikkeling van de FilmHallen, waar hij vanaf 2004 aan werkte en in de zomer van 2013 overdroeg aan de eigenaren van The Movies. “Een maand later kreeg ik een telefoontje van projectbureau Zuidas,” vertelt de man van de bewezen lange adem. “Of ik op de Zuidas niet hetzelfde kon doen. De uitgangspunten zijn totaal anders, een oude tramremise dat rijksmonument is in een volksbuurt tegenover nieuwbouw op de duurste grond van Nederland, maar het doel is hetzelfde. Een bioscoop is een perfecte aanjager voor gebiedsontwikkeling. Iedereen gaat graag naar de film, zeker als je binnen tien minuten in de zaal kunt zitten. Bovendien levert een bioscoop geen overlast op voor de buurt.”

Samen met zijn partner van het eerste uur, Marc Smit van filmdistributeur Cinéart die al ervaring heeft opgedaan met bioscoop Palace in Brussel, onderzocht Van Vogelpoel de mogelijkheden in het hoofdstedelijke zakendistrict. Later sloten de Amsterdamse filmondernemers Julia van de Graaff, Matthijs van Heijningen en Guurtje Buddenberg zich aan.
In eerste instantie viel de keuze op The Valley, het appartementencomplex met zijn opmerkelijk gefragmenteerde gevel. Het ontwerp van architectenbureau MVRDV was echter al in een ver gevorderd stadium en de bioscoopzalen lieten zich lastig in de beschikbare ruimte inpassen. Maar toen kwam een perceel aan de Gustav Mahlerlaan, vlakbij station Zuid, in beeld. Vastgoedontwikkelaar Vorm won de tender, waarin de plint verplicht moest worden ingevuld door ‘een avondfunctie, bij voorkeur een bioscoop’. Dat werd Cinema The Pulse, die samen met bar-restaurant Lucy 5.000 van de in totaal 65.000 vierkante meter van het pand beslaat. In 2021 ging de bouw van start.
The Pulse is een hybride gebouw, met in het grijze deel kantoren en woningen in het deel met de bakstenen gevel die knipoogt naar Plan Zuid. Het is ook een opmerkelijk open gebouw. De onderste helft van de voorgevel bestaat uit glas. Loop naar binnen en je staat meteen in een hoge entree met koffiebar. Een licht gekleurd pad van granito leidt als een soort binnenstraat via het restaurant, dat de naam Lucy (van ‘luce’ – licht) heeft gekregen, naar de achterkant van het pand. Daar bevindt zich café Sien (‘zien’, maar dan op z’n Amsterdams uitgesproken).
“Alle horeca-onderdelen maken deel uit van de onderneming achter Cinema The Pulse en stralen dezelfde hoogwaardige kwaliteit uit als de bioscoop,” vertelt Van Vogelpoel. “Het restaurant wordt uitgebaat in partnerschap de met mensen van De Ysbreeker en Hesp. Het is open van acht uur ‘s ochtends tot minstens middernacht en het hele menu is de hele dag te bestellen: van tosti tot kreeft.” De achttien meter lange bar is een eyecatcher in de ruimte met Amsterdamse School-sfeer. Er zijn VIP-booths en halverwege een prieeltje waar talkshows, optredens en boekpresentaties kunnen worden gehouden. Aan de prominente knik in het plafond kun je zien dat je onder de hellende vloer van een bioscoopzaal zit.

Daar kom je via een ‘verkeersplein’ met veel planten en sculpturale trappen, dat Van Vogelpoel trots “het Instagramplaatje van The Pulse” noemt. Op de eerste verdieping bevindt zich de bioscoopfoyer. Van daaruit leiden trappen en liften naar de zalen. Zaal 1 is de grootste met in totaal 230 stoelen, waarvan er zich 66 bevinden op het balkon. Zaal 2 biedt ruimte aan 163 kijkers. En zaal 3 heeft 55 stoelen, die door de typisch langwerpige vorm van de zaal zijn verspreid over een beperkt aantal rijen op een iets steilere helling waardoor je relatief dicht op een groot scherm zit en een extra intense filmbeleving krijgt voorgeschoteld. Zalen 4 tot en met 6 zijn uitgerust met respectievelijk 88, 75 en 75 stoelen. Alle zalen zijn voorzien van tenminste één rolstoelplek.
“De projectoren zijn verwerkt in een minicabine,” vertelt Van Vogelpoel. “Overal is Dolby Surround 7.1 geïnstalleerd, met speakers achter de schermen. De akoestiek hebben we geoptimaliseerd door de wanden op te bouwen uit vier lagen van verschillende materialen die extreem geluidsabsorberend zijn. De buitenste laag bestaat uit PET-felt dat gemaakt is van gerecyclede PET-flessen.”
Naast de zes reguliere zalen heeft Cinema The Pulse ook drie zalen voor ‘cinema on demand’, die naar verwachting begin december operationeel zijn. Het concept is vergelijkbaar met The (Any)Thing, waarvan de eerste vestiging begin 2021 opende in Wijk bij Duurstede. Maar terwijl die ‘privébioscoopjes’ ruimte bieden aan twee tot zeven bezoekers, kunnen zalen 7 tot en met 9 van Cinema The Pulse twintig bezoekers ontvangen. Voor €100 is online een film te selecteren. “Tijdens de screening kun je per app drankjes bestellen en de film even pauzeren als je daar zin in hebt”, licht Van Vogelpoel toe. “Ideaal voor avondjes van filmclubjes, kinderfeesten of als je per se een film opnieuw wilt zien op groot scherm.”
Het on demand-aanbod is zo breed mogelijk, net zoals de reguliere programmering van Cinema The Pulse die in handen is van Jan Doense, tevens directeur van festival Film by the Sea. “Cinéart is weliswaar partner in deze onderneming maar we zijn geen Cinéart-bioscoop,” verduidelijkt Van Vogelpoel. “Wij bedienen filmliefhebbers en bieden dus de volle breedte, van Mission Impossible tot een kleine kunstzinnige documentaire. Alleen blockbusters als Avengers zullen we overslaan.”
Van Vogelpoel realiseert zich dat de bioscoop nu wel bijna af is, maar het gebied waarin The Pulse zich bevindt nog lang niet. “Er is hier de komende vijftien jaar nog van alles in beweging,” weet hij. De A10, die nu het grootstedelijk decor vormt waar je tegenaan kijkt bij het verlaten van de zalen, wordt ondertunneld. Het kavel direct naast The Pulse, waar eerst OBA Next gepland stond totdat deze ‘bibliotheek van de toekomst’ naar Zuidoost verhuisde, ligt braak en wordt omgeven door hekken. “Maar daar kunnen we in de zomer wellicht buitenvoorstellingen organiseren,” stelt hij optimistisch. “We kunnen daarin samenwerken met Rialto VU, dat aan de overkant van de sportvelden ligt. Er is nu al regelmatig overleg en dat zal in de toekomst alleen maar toenemen.”
Sinds er afgelopen zomer een definitieve streep ging door de Pathé-plannen voor een multiplex in het stadshart van Amstelveen, is The Pulse samen met Rialto VU de belangrijkste filmvoorziening voor de bijna 96.000 inwoners van die Amsterdamse randgemeente. Maar Van Vogelpoel ziet – naast de groeiende Zuidas-bevolking en de 3500 mensen die in de kantoren van The Pulse werken – ook inwoners van Amsterdam-Zuid als belangrijke doelgroep. “Die fietsten vroeger een kwartier richting centrum om naar de bioscoop te gaan. Nu kunnen ze vijf tot tien minuten de andere kant op en dan zijn ze bij ons. We verwachten in ons eerste jaar 150.000 bezoekers te ontvangen en denken daarna door te groeien naar een kwart miljoen op jaarbasis. Mensen moeten ons even vinden, maar als dat eenmaal is gebeurd komen ze zeker terug.”