Carte Postale de Cannes 8

A perdre la raison
Woensdag 23 mei 2012
De Filmkrant doet elke dag verslag van het Filmfestival Cannes. Over de nieuwe film van Joachim Lafosse en Brad Pitt als klopboormachine.
De eerste helft van Joachim Lafosse’s A perdre la raison is een serie koele observaties van wat geloof ik pril geluk heet. De hoofdrol is voor actrice Émilie Dequenne die ook al zo mooi wezenloos rondwaarde in André Téchiné’s La fille du RER en die zichzelf hier helemaal verliest als de jonge moeder Murielle. Daartegenover spelen Tahar Rahim en Niels Arestrup, de jonge held en de peetvader uit Un prophète. Arestrup, zo vertelde een van mijn collega’s uit de FIPRESCI jury voor filmcritici, was vroeger een goeie vriend van haar voordat hij beroemd werd in het theater. Steeds als hij met vriendinnetjes wilde breken, moest zij het opknappen. Tot ze zei dat ie het zelf maar moest gaan doen.
De ins en outs die je pas op terrassen en aan de bar te horen krijgt. Zo vertelde iemand anders me vorige week over een beroemde Franse actrice die contractueel laat vastleggen dat haar linkerkant slechts een beperkte tijd in beeld mag komen. Is namelijk haar lelijke kant. Niet dat we opkijken van die commodificatie van het lichaam maar je gaat je wel dingen afvragen. Voor hoeveel zou de glimlach van Brad Pitt verzekerd zijn? Of de stoïcijnse blik van Isabelle Huppert? Zou Pitt zichzelf als een hamer zien, zoals een timmerman geld verdient met zijn gereedschap? Of meer als een zaag? Of een klopboor? Of zou Huppert zichzelf een klopboor vinden? Of toch meer schuurpapier? Belangrijke vragen en reden genoeg voor de lancering van een nieuwe glossy.
Pril geluk in A perdre la raison. Twee geliefden. De geboorte van het eerste kind. Kort daarna de geboorte van het tweede kind. Koele observaties in de eerste helft, zoals Lafosse ook in eerdere films liet zien. De tweede helft vormt de geleidelijke escalatie naar de verschrikkelijke afloop die we al in de eerste scène voorbij zagen komen. Want het gaat niet om die afloop. Lafosse is geïnteresseerd in de weg naar beneden zodat hij kan laten zien dat die geen beslissend moment kent waarop het allemaal is misgegaan. Ze crasht geleidelijk, in slow motion. Nadat het derde en zelfs het vierde kind geboren worden, raakt ze geleidelijk verstrikt in haar dagelijkse routines.
Het huis is te klein. De peetvader van haar man die ook een suikeroom is en zonder wier geld ze eigenlijk niet kunnen, bemoeit zich met zaken die eigenlijk alleen tussen haar en haar man zouden moeten spelen. Hij is ook haar huisarts en begint medicijnen voor te schrijven. Waar ze dan weer afhankelijk van wordt. Verwijst haar naar een psycholoog. Eist dat ze niet naar het buitenland verhuizen. Bepaalt dus eigenlijk haar leven zonder dat ze daar iets aan kan doen. Lafosse laat al die incidenten passeren zonder uitroeptekens en toch voelen we de beklemmende, verstikkende werking. Hoe verder ze wegzakt, hoe minder er naar haar geluisterd wordt. Tot aan het verschrikkelijke einde.
Sterke film over een verhaal dat zich vijf jaar geleden in België afspeelde. Al verbergt de elegantie van de laatste scène ook iets exploitatiefs omdat het de verschrikking esthetiseert. Verder doet Lafosse soms aan François Ozon denken in dat z’n stijl afstand creëert, wat het moeilijker maakt om de pijn van de personages te voelen. Voor wie het lukt die afstand te overbruggen, is het effect misschien des te sterker. Drie sterren.
En die beroemde Franse actrice is niet Isabelle Huppert.
Ronald Rovers