Alejandro González Iñárritu hekelt Netflix en Hollywood

Iñárritu (links) tijdens zijn masterclass. Foto: Sarajevo Film Festival

Als iemand als de vijfvoudige Oscarwinnaar Alejandro González Iñárritu zich opwindt over de huidige stand van zaken in de cinema, kunnen we dat maar beter serieus nemen. De regisseur van briljante, inventieve films hekelde op het Sarajevo Film Festival de oppervlakkigheid van films. “Alles moet duidelijk zijn, wereldwijd begrijpelijk, als een Coca-Cola commercial.”

Dat filmmakers zonder werk of publiek over de filmindustrie klagen, is begrijpelijk, want zij missen erkenning. Maar dat ook Alejandro Gonzázel Iñarritu de alarmbel luidt, is verontrustend, want hij hoeft zich over zijn werk en carrière geen zorgen te maken. Zijn films (Babel, Birdman, The Revenant) krijgen steevast uitstekende kritieken en trekken veel publiek. Ook zijn VR-installatie Carne y arena, die de bezoeker iets deed voelen van wat vluchtelingen doormaken, werd vorig jaar de hemel in geprezen. Maar op het Sarajevo Film Festival bewees Iñárritu verder te kunnen kijken dan zijn eigen belang en carrière. In een masterclass, waarvan het filmvakblad Variety verslag deed, bekritiseerde hij de invloed van televisie en streaming platforms als Netflix op de cinema.

Iñárritu ziet een “dictatuur van het algoritme” in de selectie van content voor streaming platforms. Alles wordt volgens hem toegesneden op het tv-format, dat geen ruimte biedt aan complexe inhoud. “Tegenwoordig overheersen de grote ’tent poles’ van de streamingervaring. Er is een ongeduld om geëntertaind te worden, om snel met een plot gevoed te worden. Alles moet duidelijk zijn, begrijpelijk, wereldwijd, als een Coca-Cola commercial. Cinema moet iedereen amuseren, omdat het een wereldproduct is, en met dat ‘fucking thing’ kun je niet dealen.”

Het denken in streamingformats en plots staat haaks op interessante cinema zoals we die in het verleden kenden, stelt Iñárritu, want die “onderzocht verschillende manieren van verhalen vertellen en probeerde de filmtaal verder te duwen.” Cinema “heeft veel meer contemplatie en wat meer geduld nodig” dan tv toelaat. Films zijn “mysterieuzer, ondoordringbaarder, poëtischer en gevoelvoller”.

Naast de desastreuze invloed van streamingdiensten ziet Iñárritu ook Hollywood afglijden naar op algoritmes gebaseerde films: “De huurlingen van het geld willen – hoe noemen ze dat ook al weer in de studio’s in de Verenigde Staten? – content om de pijplijnen te vullen. Zo noemen ze dat bij de studio’s echt.”

Iñárritu waarschuwt voor het effect van deze ontwikkelingen op toekomstige generaties. “De mogelijkheden om te experimenteren en te exploreren verdwijnen, omdat tv een gegarandeerde wereldwijdheid eist die iedereen begrijpt.” Het uiteindelijke resultaat? “Cinema – die inspiratie die een juweel is – zal waarschijnlijk verdwijnen.”