Advies Raad voor Cultuur bevestigt status quo

De Raad voor Cultuur bracht gisteren zijn advies uit voor grote culturele instellingen die directe steun ontvangen van het Rijk. In de categorie Film verandert er weinig. Movies that Matter vroeg subsidie aan maar kreeg die niet gehonoreerd. Het IFFR moet een nieuw plan indienen voordat het zeker is van meerjarige subsidie.

Voor de komende beleidsperiode is voor de filmsector €5.827.100 te verdelen. Dat geld is bedoeld voor vier filmfestivals: een internationaal festival voor documentaires, een internationaal festival voor arthousefilms, een kinderfilmfestival en een festival voor Nederlandse films. Daarnaast is in de zogenaamde Basis Infrastructuur plaats voor een ondersteunende instelling voor film.

Zes organisaties vroegen geld aan voor de beleidsperiode van 2025-2028, staat te lezen op de site van de Raad voor Cultuur. Naast de bestaande vijf huidige BIS-instellingen – Eye Filmmuseum, International Film Festival Rotterdam, IDFA, Cinekid en het Nederlandse Film Festival – diende ook Movies that Matter een voorstel in. Het beschikbare bedrag werd met €602.287 overvraagd, dus waren teleurstellingen gegarandeerd.

Die zal het grootste zijn bij Movies that Matter. Van de aangevraagde €550.000 krijgt het Haagse mensenrechtenfilmfestival helemaal niets. Pleister op de wond is de steun die het Nederlands Filmfonds deze week toekende aan Movies that Matter. Het behoort tot de zeven festivals die vier jaar lang kunnen rekenen op financiering uit die hoek. Het bedrag is echter veel lager dan de ruim half miljoen euro die Movies that Matter uit de BIS-pot had willen krijgen.

De enige organisatie die volledig krijgt wat ze aanvroeg, is Eye Filmmuseum: €2.480.973. Cinekid krijgt met €1.099.500 ruim €70.000 minder dan waar op was ingezet. IDFA moet het met bijna drie ton minder doen dan de aangevraagde €1.774.387. En het NFF, dat vorige week definitief zes ton gemeentelijke steun van Utrecht door de neus geboord kreeg, moet iets minder dan €13.000 inleveren op het aangevraagde bedrag.

De Raad voor Cultuur beoordeelde het niveau van de aanvragen als “redelijk tot zeer goed”. Er was één uitzondering: het IFFR. Het plan kreeg het predicaat ‘teleurstellend’ opgeplakt en bevatte volgens de Raad weinig concreet uitgewerkte plannen. In zijn advies stelt hij voor de subsidie aan het Rotterdamse festival vast te stellen op het lagere niveau van 2023 en verbindt er de eis van een nieuw strategisch plan aan.