Simon Pummell over Shock Head Soul

De uitvinding van het moderne individu

  • Datum 29-03-2012
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Ruim honderd jaar nadat Sigmund Freud over zijn ‘dangerous method’ begon te publiceren, is de psychiatrie nog niet zo heel erg veel verder gekomen, aldus Simon Pummell in Shock Head Soul. Die film is een intrigerende mengvorm van speelfilm, documentaire en animatie die in het hoofd kruipt van de eerste psychiatrische patiënt die een verslag van zijn ziekte schreef.

Alles in het universum van Daniel Paul Schreber (1842-1911), de Duitse rechter die vooral bekend werd omdat hij een minutieuze en fascinerende ‘autobiografie’ van zijn psychotische en paranoïde wanen schreef, draait om een gigantische ‘writing down machine’, een typmachine die alles met alles verbindt, en waarop hij allerlei directe boodschappen van god zou krijgen. Een soort internet avant la lettre. Schreber is ook een van de patiënten die de aandacht trok van Sigmund Freud, over wie we, sinds vorige maand David Cronenbergs A Dangerous Method in première ging, van alles weten. Schrebers ondergang staat centraal in Shock Head Soul van Brit Simon Pummell (1959), die om af te dalen in Schrebers hallucinaties een bijzondere mengvorm creëerde van fictie, documentaire en animatie, vertelde hij tijdens het Filmfestival Rotterdam waar de film zijn Nederlandse première beleefde.

In Nederland komen uw film en A Dangerous Method min of meer tegelijkertijd in de bioscopen. Dat is niet helemaal toeval, want er lijkt een hernieuwde interesse in de psychoanalyse. Freud is niet langer taboe. Hoe komt dat denkt u? "Het gaat om het hele tijdsgewricht. De tijd dat de psychoanalyse ontstond, zo rond de eeuwwisseling was een tijd van vele ontdekkingen, van de cinema tot de relativiteitstheorie. Je zou kunnen zeggen dat dat het moment was waarop het moderne individu werd uitgevonden, waarop er een nieuw model ontstond voor de manier waarop we onszelf, tot op de dag van vandaag nog zien. Een model dat ons beschrijft als een resultaat van onze interne processen en mechanismen, een moment waarop het hele nature-nurture debat zich helder kon uitkristalliseren, en waarin al die begrippen deel zijn uit gaan maken van ons alledaagse taalgebruik. Woorden als ‘complex’ of ‘neurose’ zijn tegenwoordig onderdeel van elk huis- tuin- en keukengesprekje.
"Freud bracht het werk van heel veel voorgangers samen, en was de eerste die er systeem in zag. Er vond een paradigma-verschuiving plaatst die je niet helemaal kunt begrijpen of bekritiseren zonder zijn eigen begrippen te gebruiken. En de reden waarom we nog niet klaar zijn met de psychoanalyse, is omdat dat een kwestie is die we nog niet helemaal opgelost lijken te hebben. We kunnen er niet aan ontsnappen."

U noemt het de ‘uitvinding’  van het moderne individu, niet de ‘ontdekking’ of de ‘vondst’. Waarom is het een uitvinding? "Freud wilde wanhopig graag dat psychoanalyse een harde wetenschap was. Zijn hele breuk met Jung, die onderwerp is van Cronenbergs film, heeft daarmee te maken. Maar psychoanalyse en psychiatrie zijn zowel een nieuwe wetenschap als een voortvloeisel van een eeuwenoude mystieke traditie. Het feit dat iemand door een ritueel moest gaan dat hem helemaal uit elkaar haalde en weer opbouwde voor hij een sjamaan kon worden, is niet zo heel anders dan wat er gebeurt tijdens de zes jaar psychoanalyse die iemand moet ondergaan voordat hij psychiater kan worden. Ik noem het een uitvinding omdat het een werkbaar model is, op dezelfde manier waarop natuurkundigen bepaalde begrippen uitvinden, zodat ze ermee kunnen werken om misschien iets anders te ontdekken.
"Rond 1900 was ook het moment waarop repressie als begrip en principe weer terugkwam in de Westerse cultuur, na heel lang weggemoffeld te zijn geweest, als een soort van super-repressie dus. Niet voor niets was het ook de tijd waarin de modernisten en de surrealisten in de kunst naar instincten en het onderbewuste begonnen te kijken als een gebied waar heel veel te halen viel, artistiek, en daarmee ook antropologisch. We bleken dus niet de rationele machines te zijn die uit de Verlichting waren voortgekomen. En een van de meeste interessante aspecten van het eeuwenoude conflict tussen lichaam en geest is, dat we nooit helemaal tevreden kunnen zijn met de reductionistische oplossing. Als je zegt dat alles alleen maar een chemisch proces is, dan heeft dat een nihilistische ondertoon. De mens teruggebracht tot machine."

Na Bodysong komt u nu dus met een film genaamd Shock Head Soul. Hoe bent u van het lichaam bij de ziel terechtgekomen? "Voor mij zijn het twee heel gelijksoortige films. Ik ben geïnteresseerd in het verlangen om te transcenderen, en waarom dat altijd mislukt, altijd begrensd wordt door het lichaam. Daniel Paul Schreber is iemand die het verlangen heeft om iemand anders te worden. Het feit dat hij het waanbeeld had dat zijn lichaam in dat van een vrouw begon te veranderen illustreert dat ook. Maar hij kan natuurlijk niet iemand anders worden, want hij zit gevangen in wie hij is. En dat is zijn strijd. Wat mij interesseert is precies het snijpunt tussen die twee, tussen lichaam en ziel."

En daarmee de grenzen van beide? "De negentiende-eeuwse psychiater Paul Emil Flechsig schreef ergens dat de ziel het zenuwstelstel van het lichaam is. Dat is natuurlijk een volkomen onmogelijke zin, want hij combineert twee stelsels, twee systemen. Dat heeft precies de spanning aan die ik interessant vind. Toen ik voor de film met allerlei psychiaters sprak vertelden zij mij dat die spanning er eigenlijk nog steeds is, alleen noemen we het nu niet meer de ziel, maar de geest. Het grote onderwerp is nu in hoeverre de geest te onderscheiden is van het brein, maar de manier van formuleren, de grammatica die daaraan ten grondslag ligt is nog steeds hetzelfde."

Volgens de Nederlandse hersenonderzoeker Dick Swaab ‘zijn wij ons brein’, dus dan blijft er niet veel speelruimte meer over voor ziel of geest. "Zelfs de titel van dat boek, Wij zijn ons brein, heeft dezelfde spanning in zich. Want om te kunnen functioneren moeten we geloven in een ‘wij’. Ik geloof in ‘ik’, jij gelooft in ‘jij’. Of dat een constructie is van ons brein is eigenlijk van secondair belang.
"Als hij zegt ‘Wij zijn ons brein’, zegt hij ook dat hij een ‘ik’ is die een boek heeft geschreven. Die kwestie heeft hij niet opgelost door de oorsprong ervan in het brein te leggen.
"Een van de vragen die de film oproept is of Schrebers ziekte door zijn kindertijd is veroorzaakt. Want hij had een extreem bestraffende, ongewone jeugd. Maar de vraag is op welk niveau wil je dat bespreken? Als je het er met de psychiaters in de film over hebt dan zullen zij zeggen dat zijn kindertijd zonder twijfel gelinkt is aan zijn ziekte. Maar wetenschappers zijn heel secuur wanneer het op causaliteit aankomt. Ze zullen nooit zeggen dat er een causaal verband is, want de mogelijkheid bestaat dat mensen met vergelijkbare ervaringen die op de een of andere manier genetisch wat beter geëquipeerd zijn of een andere chemische balans hebben die niet psychotisch worden. Maar in de combinatie van dat alles speelt zijn jeugd wel degelijk een rol. Het is ook niet puur chemisch. Het leven is geen chemische loterij.
"Als je zegt dat ons brein onze identiteit construeert, dan kun je ook vervallen tot een mechanistisch wereldbeeld, dat ook geen recht doet aan de complexiteit ervan. Een baby is zodra hij 24 uur op aarde is al een gecompliceerde feedback-loop. Ik denk dat we onszelf, onze identiteit construeren op grond van al die feedbacks."

Maar het kan ook zijn dat we de noties van ziel en geest nodig hebben omdat we de ‘machine’  die we zijn anders niet volledig kunnen begrijpen? "Ik denk dat die ‘machine’ zo ingewikkeld is, dat zelfs de metafoor ‘machine’ ontoereikend is. Als je kijkt naar de geschiedenis van de metaforen voor het zelf, dan waren die lange tijd mechanistisch, omdat dat dat de enige machines waren die we kenden. Daarna kwamen computer- en internetmetaforen. En tegenwoordig refereren ze aan chaostheorie en zwermintelligentie en algoritmes, omdat dat de technieken zijn die nu voorhanden zijn."

Is dat ook de reden u in Shock Head Soul uitlegt dat veel psychotische mensen denken dat ze door high tech technology worden bestuurd, Schreber door zijn ‘writing down machine’, door u in de bij de film behorende installatie het Sputnik Effect genoemd? "Een van de dingen die uit de research is gekomen, en wat wordt onderschreven door de wetenschappers in de film, is dat mensen die zo ernstig psychotisch zijn veel van hun angsten lijken te ontlenen aan het gevoel dat ze door technologie beheerst worden, en dat zijn altijd technologieën die op een of andere manier geworteld zijn in onze maatschappij. Als je naar de tijdslijn van Schrebers leven kijkt, dan zie je dat hij in een tijd leefde waarin de röntgenstraling werd ontdekt, de telegraaf, de typemachine, en dat veel van zijn fantasieën daar op een of andere manier mee te maken hadden. Dat maakte het voor ons ook makkelijker om zijn ‘writing down machine’ vorm te geven."

Waarom is die link er tussen psychose en technologie? "Het Sputnik Effect ontleent zijn naam aan het feit dat psychiaters los van elkaar in de jaren vijftig beschreven dat er opeens een toename was van patiënten die dachten dat ze door de Sputnik in de gaten werden gehouden. Schreber geloofde dat God hem via al die machines bespioneerde. Van de jaren vijftig kun je zeggen dat technologie bijna autonoom werd. Mensen dachten dat de Sputnik hen bespioneerde, als een autonome, omnipotente entiteit."

En als je die lijn doortrekt naar het heden? Internet? "Het is meer alsof mensen zouden zeggen dat Al Quaida hun twitteraccount heeft gehackt. Ok, dat is misschien een beetje kinderachtig voorbeeld, maar waar het om gaat is dat de gedachte dat je door een extern mechanisme wordt gecontroleerd de weg vrijmaakt om te denken of je te realiseren dat je misschien zelf ook wel een mechanisme bent. En dan wordt de vraag wie de machine van het zelf bestuurt opeens een angstaanjagend en deprimerende kwestie. Dus de vragen die daaraan ten grondslag liggen, en mij inspireerden tot het maken van deze film, zijn in hoeverre we autonoom, een autonoom zelf zijn, of een soort reproductieve machines, en in welke mate alle nieuwe communicatietechnologieën onze manier van denken vormgeven."

Dat zijn inderdaad heel gewone vragen. En dat is ook het verwarrende van de film, want op een bepaalde manier komt Schreber heel zinnig over — en niet krank-zinnig. "Dank je. Schreber was een heel intelligente en geschoolde man. En iemand die zich onder alle omstandigheden zo verstandelijk mogelijk probeerde te gedragen. Het is meer dat hij bij tijd en wijle de input die hij kreeg heel verwarrend vond. Dat is iets wat Hugo Koolschijn ook heel goed heeft kunnen spelen. Vanaf het begin af aan waren we het erover eens dat er niet gek gespeeld moest worden."

Het gaat zelfs zover dat je je als toeschouwer afvraagt of je wel een diagnose van deze man wilt stellen. Je gelooft hem als hij schrijft dat hij geen gevaar voor zichzelf is. Dus hoeveel krankzinnigheid kan de maatschappij verdragen? "Precies. Maar het is ook zoals de psychiaters in de film zeggen: je moet het ook niet romantiseren. Hij was niet alleen maar een man met een paar eigenaardigheden. Hij was iemand met ernstig gestoord gedrag. En dat kon heel angstaanjagend zijn. Tegelijkertijd hebben mensen ook de neiging om wat ze als gestoord gedrag ervaren van zich af te duwen. Maar dat is een ander soort angst."

Hoe rationeel Hugo Koolschijn Schreber ook speelt, hij draagt wel een koelbloedige waanzin op zijn gezicht, die veel doet denken aan de manier waarop in de vroegste fotografie en film het gezicht van de waanzin werd afgebeeld. "Toen ik Hugo voor het eerst ontmoette wist ik op een heel intuïtief niveau dat hij geschikt zou zijn voor de rol. En hij was ook tamelijk uitgesproken over het feit dat hij hem graag wilde spelen. Hij is een acteur die tamelijk open staat om heel diep in zichzelf te graven om iets te spelen, veel meer dan de meeste mensen gewend zijn, en dat is wat hij naar boven heeft gehaald. Dat heeft te maken met zijn hele wezen, zijn intensiteit, zijn fysionomie.
"Dat heeft deels ook te maken met de manier waarop we de film hebben gedraaid. We werkten niet echt met een shotlist, maar besloten om als we eenmaal belicht hadden meer documentaire-achtige lange takes te draaien. We hebben alles, de fictiedelen, de green screen-scènes en de interviews in tien dagen gedraaid. Heel efficiënt en rationeel, maar met veel ruimte voor improvisatie."

Kunt u iets vertellen over de keuze voor de hybride stijl van de film, tussen fictie en documentaire, kunstenaarsvideo, performancefilm en animatie in? "De film is gebaseerd op de ‘Memoires van mijn zenuwziekte’, die Schreber in 1903 publiceerde. Dat is een heel eigenaardige, hybride tekst. Aan de ene kant probeert het een nauwkeurig bijna documentair verslag te zijn van de deels fictieve gebeurtenissen die zich in zijn hoofd afspelen. Aan de andere kant zag hij zichzelf ook als een profeet, dus is er een soort Bijbelse toon aan het geheel.
"Ik wilde een film maken waarin je dicht bij hem zou komen te staan, waarin je je kon identificeren met iemand die van die verstoorde ervaringen had, dus ik moest de toeschouwer heel dichtbij Schreber brengen. Maar tegelijkertijd had de film ook dat meer discursieve stapje terug nodig, dus dat resulteerde in het meer documentaire gedeelte, en de animatie was het gevolg van de barokke, visuele kwaliteit van zijn werk. Maar alles moest wel in elkaar geïntegreerd zijn, vandaar dat ik de interviews in een rechtszaal heb opgenomen in negentiende-eeuwse kostuums, om onze hedendaagse blik weer wat te relativeren, want het is heel makkelijk om vanuit onze huidige distantie afstand te nemen van de negentiende eeuw en te zeggen dat ze toen gewoon nog niet zoveel wisten. En het was ook niet verkeerd om de toeschouwer een beetje aan het puzzelen te zetten. Gelukkig stonden de moderne psychiaters en psychoanalytici in de film daar heel erg achter. Bovendien voelen ze zich nog steeds heel dicht bij hun negentiende-eeuwse collega’s staan.
"Daarnaast wilde ik niet in een van die andere metaforen van de krankzinnigenfilm vervallen, namelijk zeggen dat het systeem verkeerd was, en dat het allemaal een samenzwering was. Het ligt namelijk veel genuanceerder."

En je realiseert je dat we honderd jaar later niet zo heel erg veel verder zijn gekomen. "Dat was een heel interessante constatering. Alle experts zeiden dat we niet zo heel erg veel verder zijn gekomen. Wat ze zeiden is dat we chemisch verder zijn gekomen. De medicijnen zijn beter. Maar we weten in essentie niet waarom het zo is. De categorisatie van geestesziekten is in de negentiende eeuw opgesteld, en die is grotendeels hetzelfde gebleven.
"Ik wilde al heel lang een film over Schreber maken. Dat kwam nadat ik het essay had gelezen wat Freud in 1911 over hem had gepubliceerd waarin hij Schrebers boek citeerde en dat leidde mij terug naar zijn boek, dat werkelijk opmerkelijk is. Visionair en rationeel. En zo ontdekte ik dat zijn leven ook heel gecompliceerd was.
"Op dezelfde manier waarop Hugo en ik besproken dat Schreber in essentie normaal was, heb ik ook geprobeerd om hem in de film als een schrijver te presenteren. De meeste psychiatrische patiënten uit die periode waren anonieme gevallen, maar Schreber is beroemd. Maar hij is beroemd omdat hij een schrijver was. Van al zijn wanen was de ‘writing down machine’ het meest behulpzaam om hem te kunnen begrijpen, omdat die ook essentieel was voor zijn schrijverschap. Hij geloofde dat hij op alle niveaus door die machine werd gedomineerd."

Bij hallucinaties denken we vaak aan woeste, ongetemde en gepassioneerde ervaringen, maar u benadert ze in uw film heel analytisch en afstandelijk. "Ik sprak met Tony Pallotta, de producent van Richard Linklaters film Waking Life, die over veel van dezelfde vragen gaat, en die zei ‘The coldness makes it hotter’ en toen dacht ik ‘Yes!’. Dat is wat voor mij belangrijk is. Voor sommige mensen werkt dat, voor anderen minder. Maar die helderheid intensiveert de emotionele momenten. Het past ook bij Schrebers schrijven. Hij heeft de precisie van een jurist, waarmee hij over die vreemde onstabiele, veranderlijke religieuze ervaringen schrijft."

U introduceert Schrebers jeugdtrauma’s tamelijk laat in de film, eigenlijk pas op het moment dat je als toeschouwer begint te twijfelen of hij wel gek is. "Schrebers leven is omgeven door geheimen. In zijn familie werd er over heel veel niet gepraat. Door zijn jeugdtrauma pas zo laat op te voeren heb ik hopelijk de gelaagdheid van de situatie recht kunnen doen."

Hoe vreemd hij er ook uitziet, geloof ik dat die ‘writing down machine’ op een werkelijk bestaande typmachine is gebaseerd, klopt dat? "Hij is inderdaad gebaseerd op een voorloper van de typemachine, de Malling-Hansen ‘writing ball’ uit 1865. Malling-Hansen was een Deense uitvinder en directeur van het Koninklijke Doveninstituut in Kopenhagen en hij ontwikkelde de typemachine voor doven en blinden. Maar omdat hij niet zo’n goede zakenman was verdween het ding weer uit het zicht, en is heel zeldzaam nu. Er zijn er geloof ik nog maar zes over op de hele wereld. Nietzsche had er een, want hij verloor zijn gezichtsvermogen door zijn syfilis. Nietzsche heeft ook een aantal gedichten over technologie geschreven en ik vind het een prachtige gedachten dat hij die misschien wel op zijn Malling-Hansen heeft geschreven. In een van die gedichten schreef hij: ‘our writing tools are also working on our thoughts’.
Die Malling-Hansen, die er meer uitzag als een soort enorme champignon, was voor ons het prototype. Van daaruit zijn we een apparaat gaan ontwikkelen dat zowel mechanisch als organisch is. We hebben het als het ware geseksualiseerd, omdat in Schrebers schrijven alles in elkaar overgaat, schrijven wordt seks, vezels worden stralen, lichtstralen worden gedachten. Als je zijn boek leest blijven die begrippen die aan de ene kant zo ongelooflijk precies lijken te zijn gedefinieerd steeds maar in iets anders ‘morfen’. Dus ik wilde dat die ‘writing down machine’ die kwaliteiten ook zou hebben, vandaar die enorme lichtgevende tentakels, waardoor hij er uitziet als een soort gigantische kwal die in de ruimte zweeft."

Dus toen werd het onvermijdelijk om animaties te gebruiken in de film? "Ja, dat was de enige manier om die schuivende werkelijkheden weer te geven. Op een gegeven moment vroeg ik alle experts om mij tien woorden te geven waarmee ze Schreber zouden kunnen beschrijven. En natuurlijk zaten daar de gebruikelijke dingen bij als angstig en angstaanjagend. Maar sommige woorden hadden ook een zekere grandeur, zoals visionair. Sommige mensen die last hebben van hallucinaties zijn in feite trots dat ze die visioenen hebben. Schreber dacht dat hij was uitverkoren door god. Op een bepaalde manier is zijn boek ook een testament, een getuigenis. Ik denk dat een van de redenen waarom we zo van ‘outsider art’ of ‘art brut’ houden [kunst gemaakt door mensen buiten de traditionele kunstwereld, vaak psychiatrische patiënten, red.] is omdat we geloven dat deze mensen mogelijkerwijs toegang hebben tot een geheim. Dat komt omdat we bepaalde archetypische patronen herkennen in hun werk."

Waarom? "Ja, dat is het mysterie, maar voor mij wel een heel interessant mysterie. Misschien omdat we geloven dat ze misschien, mogelijkerwijs een soort profeten zijn, zelfs als we niet in profeten geloven. Je zou Schreber met de Britse achttiende-eeuwse dichter William Blake kunnen vergelijken [die mystieke, zelf geïllustreerde gedichten schreef waarin hij alle grote waarden uit zijn tijd over religie en filosofie ondervroeg, zoals The Marriage of Heaven and Hell uit 1790, red.]. Alleen bleef Blake aan de goede kant van de lijn, en is Schreber net een paar graden gekker. Aan de andere kant als je hem vergelijkt met wat Marshall McCluhan heeft geschreven over de ‘global village’ die verbonden is door een gigantisch elektronisch zenuwstelsel, wat wij nu internet noemen, dan staat die realiteit van vandaag de dag helemaal niet zo ver af van wat Schreber heeft beschreven."

U heeft er vast wel wat meer gedachten aan gewijd dan alleen dat het een mysterie is? "Ik geloof dat mensen met een dergelijke gesteldheid daadwerkelijk een soort van geheime mechanismen zien. Of dat mechanismen van onze waarneming zijn, of mechanismen die aan de wereld ten grondslag liggen, weet ik niet. Het is te vergelijken met het nemen van hallucinogene drugs. De ervaringen die dat oplevert zijn vergelijkbaar met wat je in mystieke geschriften leest. Maar het verschil is dat als je drugs neemt, dan is het een ervaring, maar als je die ervaring bereikt na 25 jaar mediteren dan heb je een soort ethisch kader ontwikkeld waarbinnen je dat kunt plaatsen. Dan heeft het betekenis. Terwijl hallucinaties door drugs of ziekte vaak geen andere betekenis buiten zichzelf hebben, laat staan dat je weet wat je ermee moet doen. Maar ik denk dat religieuze visioenen, trip-ervaringen en psychotische episodes nauw aan elkaar verwant zijn. Er zijn zoveel overeenkomstige patronen dat ze wel een bepaalde waarheid moeten delen. Of dat dé waarheid is, is een andere vraag. Maar dat is natuurlijkheid het echte antwoord op waarom ik zo in Schreber geïnteresseerd ben."

Dana Linssen