Robin Campillo over Enzo
‘Het blijft voor altijd Laurent Cantets project’
Robin Campillo. Foto: BT (Wikimedia, CC BY-SA 3)
Na het overlijden van de geliefde Franse filmmaker Laurent Cantet, maakte collega Robin Campillo dit tedere coming-of-age-drama af, over een stuurloze tiener die zijn plek in de wereld zoekt. “Deze film had ik in mijn eentje nooit gemaakt.”
“Het slotstuk van een lange vriendschap”, zo blikt de Franse regisseur Robin Campillo terug op Enzo, een film die Laurent Cantet (1961-2024) schreef, maar niet kon afronden voor zijn overlijden.
Campillo, regisseur van 120 BPM (2017) en Les revenants (2004), monteerde zes van Cantets films en schreef mee aan de scenario’s van onder andere L’atelier (2017) en Entre les murs (2008). Hij stond zijn compagnon bij tijdens het schrijfproces van Enzo en maakte de film in zijn eentje af. In interviews beschrijft hij Enzo steevast als een film van Laurent Cantet.
En toch zie je ook de signatuur van Campillo in dit tedere coming-of-age-drama over een stuurloze tienerjongen die valt voor Vlad, een Oekraïense arbeider die zijn door oorlog verscheurde thuisland is ontvlucht.
De meeste films van Campillo gaan over het vinden van licht in duisternis, over verzoening met de dood en in het reine komen met jezelf. Met een compassievolle blik schetst hij gelaagde personages, die leren omgaan met de complexiteit van het volwassen leven.
Ook Enzo zoekt de confrontatie met zichzelf op door zijn welgestelde leven te verwerpen en in de leer te gaan als metselaar. Zijn ontdekkingstocht naar zichzelf maakt van Enzo een ontroerende zwanenzang van Cantet en een belangrijke nieuwe film in het oeuvre van Campillo. Tijdens de afgelopen editie van Cannes opende Enzo de Quinzaine des Cinéastes-sectie. Een dag later sprak Campillo over het gevoelige maakproces van deze tedere film.
Enzo gaat over de onzekerheden die komen kijken bij de puberteit. Putte je uit je eigen tienerjaren voor dit verhaal? “Als tiener deed ik vooral aan sport om in de buurt te kunnen zijn van andere halfnaakte jongens. Ik herinner me ook hoe ik ’s nachts in bed lag en luisterde naar het geluid van voorbijrijdende auto’s en vrachtwagens. Ik droomde ervan om te ontsnappen, om mee te worden genomen door een jongen in een truck – een romantische escapade, eentje waarin we aan het einde van de tocht samen een horizon zouden vinden. Die fantasie om met mijn familie te breken zie je terug in Enzo.”
Zulke ontsnappingsdrang zie je terug in bijna al jouw films, met name in 120 BPM, waarin queer activisten op elke mogelijke manier het leven willen vieren, terwijl ze worstelen met politieke repressie, marginalisering en het gevaar van HIV. Is het verkennen van die onmogelijkheid om volledig aan je omgeving te ontsnappen een reden geweest om filmmaker te worden? “Absoluut. In de openingsscène van Enzo tuurt ons hoofdpersonage naar de hemel. Hij verlangt naar een ideaal leven en kijkt vervolgens naar zijn gehavende handen. Er zit altijd een verschil tussen het leven dat je leeft en het leven waarvan je droomt. Ik moet denken aan Il Decameron [1971], waarin Pasolini zelf de schilder Giotto speelt. Hij zegt iets als: ‘Waarom heb ik dit gedaan? In mijn dromen was het zoveel mooier.’ Ik zie het als de perfecte samenvatting van wat het betekent om te leven. Enzo gaat over het najagen van een droom en over het ontsnappen aan je familie, wat uiteindelijk een totaal willekeurige constructie van de samenleving is – je kiest je familie immers niet. Je ziet dat hij op de werkvloer niet echt op zijn plek is en toch is het voor hem haast een utopie om daar te zijn, omringd door mannen, die samen eten in een kring. Er is een soort broederschap waarnaar hij hunkert.”

Enzo is stuurloos. Waar komt die chaos in hem vandaan? “Die chaos zit in elke tiener. Al helemaal in Frankrijk, waar we te vroeg te veel van ze verwachten. Ik vind dat verschrikkelijk, want jongeren hebben daardoor geen gevoel van vrijheid. Er is een zin van Borges waar ik van hou: ‘Er is geen erger doolhof, dan een doolhof in een rechte lijn.’ Dat is precies wat wij onze jongeren opleggen. We hadden een minister van Onderwijs in Frankrijk die zei dat je al op de basisschool kunt kiezen wat je later wilt worden. Dat slaat natuurlijk nergens op. Als je aan kinderen vraagt wat ze willen worden als ze groot zijn, is het antwoord astronaut of president. Mijn punt is: je hebt een chaotische periode in je leven nodig om uit te zoeken wie je echt bent. Ik was, net als Enzo, een enorm warhoofd toen ik tiener was. Alleen zijn verlangens geven structuur aan zijn leven. Hij wil de nacht door zich heen laten razen.”
In hoeverre voelt dit eigenlijk als jouw film, ten opzichte van Cantet? Had je twijfels over in hoeverre je eigenaarschap moest nemen? “Om eerlijk te zijn had ik daar geen moeite mee. Ik weet niet of ik dat wel zou moeten hebben. Toen Laurent in het ziekenhuis lag, aan het einde van zijn leven, hebben we daar veel over gesproken. Ik zei tegen hem: ‘Ik weet niet wat het betekent om een film op jouw manier te maken. Ik weet niet eens hoe ik een film op mijn eigen manier maak.’ Stijl is geen recept dat je lukraak toepast; het is iets ongrijpbaars. Dus ik zei: ‘Ik ga de film gewoon maken.’ Ik probeer simpele films te maken. Ik zoek iets puurs en ik film het – eenvoudig, licht en helder. Ik wilde dat de film zou stralen met licht en zonneschijn, maar zon en licht staan ook voor onrustige, ambigue situaties. Daarom zie ik Enzo ook als een zoektocht naar mijzelf. En Laurent wist dat ik zijn project niet zou verraden, want het blijft voor altijd zijn project. Deze film had ik in mijn eentje nooit gemaakt.”
Al jouw films gaan over de zoektocht naar licht in de duistere momenten van het leven. Misschien kon je het daardoor wel aan om na het overlijden van Laurent een lichte film te maken van Enzo? “Na het overlijden van Laurent hadden we dat licht ook echt nodig. Ik denk dat hij heel bewust voor deze omgeving in de film had gekozen. Hij verbleef daar elk jaar. Het was een plek waar wij vroeger ook samen kwamen. Het gesteente is daar erg donker en het licht is heel fel. Het levert een immens contrast op. Laurent had dat contrast ook in zich en daarin waren we sterk verbonden. We konden praten over zware onderwerpen – verdrietige, zelfs wanhopige zaken – maar altijd op een lichte en luchtige manier. Met een bepaalde zachtheid en dat zie je terug in zijn films, altijd zonder oordeel over de personages.”
Ik ben benieuwd naar het personage Vlad. Het feit dat hij uit Oekraïne komt, impliceert een politieke dimensie. “Dit is geen film over Oekraïne. Het is een film over een tiener die er lustig op los fantaseert, ook over hoe het zou zijn om in Oekraïne te vechten. Toen Marguerite Duras Hiroshima mon amour schreef, stelde ze dat het onmogelijk was om over Hiroshima te praten. ‘Het enige wat je kunt doen is praten over de onmogelijkheid om over Hiroshima te praten.’ Zo zien wij het ook. Enzo zit vast in zijn onwetendheid. Hij weet te weinig van het onderwerp af, wat een ruimte opent voor projectie en fantasie. Dat sluit aan bij zijn enigszins gekke fantasieën over masculiniteit, omdat hij graag ontblote soldaten afbeeldt. Zijn fantasieën zijn een soort cocktail van ethiek en erotiek.”
Enzo is vanaf 28 augustus 2025 te zien in de bioscoop en via Picl.nl.