Ramin Bahrani en Zac Efron over At Any Price

'Ik zag Willy Loman naar me schreeuwen'

At Any Price

De Amerikaanse arthouse-regisseur Ramin Bahrani verbeeldt in At Any Price het moderne boerenleven. “Zelfs de zondagsrust bestaat niet meer.”

Ze zijn nogal schattig samen. De energieke Amerikaanse regisseur Ramin Bahrani en voormalig tienerster Zac Efron. De eerste heeft een solide arthousereputatie met titels als Goodbye Solo (2008); de tweede hangt in meidenkamers als ster van de High School Musical-reeks (2006-2008). Ondanks die wereldroem is Efron in het groepsgesprek op het filmfestival in Venetië vooral verlegen.

In At Any Price, dat een ontnuchterend beeld schetst van de moderne Amerikaanse landbouw, speelt Efron verdienstelijk de weerspannige zoon van een traditionele boer (Dennis Quaid). In plaats van het familiebedrijf voort te zetten, wil zoon liever autoracen. En ook op de bank naast Bahrani — de iets te lage bank, wat het plaatje alleen maar schattiger maakt — zijn Efron en Bahrani als introverte zoon en zelfverzekerde vader.

Wat was het beginpunt van dit verhaal? Ramin Bahrani: “Ik wilde weten waar mijn voedsel vandaan komt. Daarom ging ik naar Iowa. Ik leefde zes maanden tussen de boeren, op zoek naar een verhaal. Ze zeiden me: we vertrouwen erop dat jij ons nu eens niet afschildert als een stelletje boerenpummels. Ik antwoordde: dat beloof ik!”

Was dat uw motivatie: een eerlijk beeld geven van het boerenleven? RB: “Ik maak films over werelden waarvan volgens mij in de cinema geen goede, of geen goede moderne beelden bestaan. Dat geldt voor de autozaak in Queens in Chop Shop (2007), voor de taxichauffeur in Goodbye Solo (2008) en voor het Amerikaanse Midwesten in At Any Price. Ons idee van een boerderij is nog steeds gebaseerd op Days of Heaven (1978). Een prachtige, precieze en diepzinnige film — maar ver verwijderd van het moderne boerenbedrijf.”

Wat is er sindsdien veranderd? RB: “Het romantische idee van een boerderij bestaat niet meer. Deze boeren moeten zo veel in de gaten houden. Het weer, het zadenbedrijf, de oogst — als in China een worm de oogst bedreigt, bedenkt een boer in Iowa direct hoe dat beïnvloedt wat hij die dag doet. Als in Rusland een graanveld in de fik vliegt, checkt hij meteen de marktprijzen. Boeren werken tegenwoordig onder constante druk.”

Ook de landelijke rust is in uw film ver te zoeken. RB: “Deze boeren, die ook in zaden handelen, hebben geen moment rust. Ze zijn constant in beweging. Iemand met wie ik een tijd optrok, ging zelfs niet zitten als’ie televisie keek — want misschien moest ie opeens iets voor een klant doen.”
Zac Efron: “Volgens mij heb ik hem niet één keer zien zitten.”
RB: “Nee. Altijd in beweging. Ja, in de winter is het rustiger. Dan kun je reparaties uitvoeren. Maar niet in de hoogtijdagen. Dan werken ze ook zondag — dat verbaasde me heel erg, dat zelfs de zondagsrust niet meer bestaat. Ze gaan naar de kerk, en daarna meteen weer aan het werk.”

Welk verband ziet u met het vader-zoonverhaal dat u vertelt? RB: “Deze boeren willen hun bedrijf graag doorgeven aan de volgende generatie. Ze denken: ik doe wat mijn vader deed en daarvoor mijn grootvader en daarvoor mijn overgrootvader en ik wil dat mijn zoon die lijn voortzet. Kijk naar Death of a Salesman, mijn belangrijkste artistieke inspiratie voor At Any Price: ook daar schuilt de tragedie in de relatie tussen vader en zoon.”

Zacs personage doet soms denken aan James Dean. RB: “Ik kan je verklappen dat zijn personage niet voor niets Dean heet. Ik heb ook nog overwogen hem Paul Newman te noemen, maar dat was toch te raar.”
Nu het over zijn personage gaat, veert Efron op: “We hebben veel gesproken over Newman in Hud (1963). Dat is ook iemand die iets anders wil, iets groters. Iemand die wil ontsnappen. En dat begrijp ik. Ik groeide op in een klein stadje. Mijn Amerikaanse Droom was: je doet je best op school, dan ga je naar de universiteit en dan wegwezen. Wat voor mijn personage de raceauto is, was in mijn eigen leven het theater. Iets waarvan ik dacht: daar kan ik goed in worden en dan ontsnappen.”
RB: “Zac werd als theateracteur een lokale beroemdheid. Maar toen hij zijn eerste tv-auditie had, kreeg hij de rol niet. Ook dat lijkt op Dean.”
Efron lacht: “Ook nu lukte trouwens niet alles meteen — ik heb bij het oefenen een paar auto’s in de prak gereden. Geeft niks, zeiden ze dan, gewoon nog een keer proberen!”

Wilt u met uw film een discussie over waarden aanzwengelen? RB: “Er zijn maar een paar manieren waarop een samenleving kan veranderen. Kunst, een nieuwe generatie die met andere ideeën komt, of geweld. In onze film eindigt het in geweld. Ik hoop dat het in werkelijkheid niet zo ver komt.”

U wilt mensen waarschuwen? RB: “Ik zag Willy Loman uit Death of a Salesman voor me, schreeuwend in de maïsvelden: zeg mensen dat ik mezelf niet voor niets gedood heb! En ik antwoordde: ik ben geen Arthur Miller, maar ik zal mijn best doen. Iemand moet iets zeggen, want het niveau van ongelijkheid in de wereld slaat nergens meer op. In Iowa hoorde ik steeds dezelfde uitdrukkingen: ‘Uitbreiden of sterven’ en ‘Groeien of oprotten’. Dat zijn precies de ideeën waardoor de economie in Amerika en Europa is ingestort. Je ziet in At Any Price hoe sterk Wall Street en politici en de IMF en het bedrijfsleven verweven zijn, zonder dat het de zoveelste film over bankiers is. Want dat hebben we nu wel gezien.”

Zou u At Any Price een politieke film noemen? RB: “In het MoMA zag ik twee weken geleden De Sica’s Bicycle Thieves (1948). Dat is een politieke film. En een verhaal over vader en zoon. En hoewel het ontzettend Italiaans is, over een precieze historische periode in Italië, met zijn kerk, overheid, bureaucratie en onrechtvaardigheid, is het toch een universele film. Dat hoop ik ook voor At Any Price.”