Nanouk Leopold over Cobain

Een jonge gids door de onderwereld van Rotterdam

Portret Klaas Zwijnenburg

Voor het eerst verfilmde Nanouk Leopold een scenario dat ze niet zelf schreef. Met Cobain maakte ze een levendige en dynamische film over de veerkracht van jonge mensen en worstelen met het gewicht van het verleden.

Voor wie bij Nanouk Leopold nog altijd denkt aan de minutieus gecomponeerde shots van Wolfsbergen of de existentiële twijfel van Guernsey, zal Cobain even wennen zijn. In Leopolds zesde speelfilm zwiept en schudt de camera achter de probleemtiener Cobain (Bas Keizer) aan en de straten van Rotterdam door, waar excentrieke pooiers, junks en prostituees continu om aandacht schreeuwen. Zintuiglijke cinema zou je het kunnen noemen, want in het coming of age-drama kun je soms bijna letterlijk kijken, horen en voelen als het vijftienjarige hoofdpersonage.

De film ging in première op het afgelopen filmfestival van Berlijn, waar de reacties positief waren. Enkele weken later spreken we Nanouk Leopold in haar thuisstad Rotterdam in bioscoop Kino, waar ze een atelier heeft.

Toeval
Eigenlijk was het scenario van Cobain niet voor Leopold bedoeld, ook al werd het geschreven door Stienette Bosklopper, vaste producent en vriendin van Leopold, die hiermee haar schrijfdebuut maakt. "Stienette werkte al een tijdje aan het verhaal en vroeg of ik het kon lezen. Ze zocht advies bij het vinden van een geschikte regisseur. Al lezende dacht ik echter: maar dit wil ik doen! Ik was wel een beetje klaar met die donkere films en wilde iets totaal anders maken. Iets met genre-elementen bijvoorbeeld of juist een heldere, dynamische film. Iets waar ik energie van kreeg."

Boskloppers scenario is aan de ene kant spijkerhard: Cobain sleept zich van opvang naar opvang, onderwijl is hij op zoek naar zijn drugsverslaafde moeder Mia (Naomi Velissariou). Maar het heeft ook een lichtere, menselijke zijde. "Dat contrast sprak me enorm aan. Het speelt zich af aan de onderkant van de maatschappij, maar Cobain is een overlever, een handelend personage. Iemand die volop in het leven staat en uiteindelijk vooral zijn moeder redden wil. Zo was het scenario ook geschreven: vol vaart, contrast en snelheid. Precies het soort project waar ik behoefte aan had."

Werken met een vaststaande structuur gaf Leopold ook een vrijheid die ze nog niet eerder kende. "Het verhaal stond als een huis, waardoor we tijdens de opnames meer improviserend konden werken. Met een kleine groep zijn we gewoon de straten van Rotterdam opgegaan. Om te filmen op het Zuidplein bijvoorbeeld, of bij een opvang voor daklozen. Al draaiende gaf ik dan opdrachten aan de acteurs: ga daar heen, pak dat op, kijk hierheen. Waar zij dan weer op reageerden. Als crew word je gaandeweg heel intuïtief. Dan moest ik ineens weer bukken omdat cameraman Frank van den Eeden een ingeving had en ik uit beeld moest blijven. Of sprong de geluidsman opzij wanneer een acteur een onverwachte beweging maakte."

Debuut
Cobain voelt zodoende bijna als een regiedebuut. Het is een dynamische trip door Rotterdam, die je niet alleen de belevingswereld van Cobain intrekt, maar waar ook het enthousiasme voor het filmproces vanaf spat. "Dat zat al in het scenario van Stienette. Het is gek om te zeggen, maar al lezende zag ik primaire kleuren voor me. Rood en gifgroen bijvoorbeeld. Dat soort contrasten hebben we ook opgezocht. Naast de jeugdopvang waar we draaiden lag een braakliggend terrein, helemaal begroeid met immens hoog gras. Frank en ik zagen er meteen de potentie van in. Cobain in een rood jack, struinend door het groene gras. Een sprookjesachtige scène, die z’n levenslust laat zien."

Nog zo’n geluk was de casting van hoofdrolspeler Bas Keizer, die in Berlijn door de internationale pers werd geprezen als een van de grote ontdekkingen van de film. Keizer, nog maar zeventien toen er gefilmd werd, werd letterlijk van straat geplukt. "We hadden een castingbureau in Rotterdam opdracht gegeven iemand te vinden die zowel jeugdig als volwassen oogde. Cobains moeder is een junkie en niet in staat om moeder te zijn – in feite is hij de volwassene in die relatie. Aan de andere kant is Cobain ook een jongen van vijftien, die nog vrij en ongebonden wil leven. Als toeschouwer moet je die twee kanten van zijn persoonlijkheid zien wringen."

Keizer stond ergens op een schoolplein te roken, toen hij voor een casting werd gevraagd. "Het leek hem wel lachen", herinnert Leopold zich met een grijns. "Maar hij was niet meteen overtuigd. Hij kwam bij de eerste castingsessie niet eens opdagen. Een klasgenootje van het Grafisch Lyceum Rotterdam moest hem overtuigen. Ik ben blij dat hij dat gedaan heeft, want deze film valt of staat bij de hoofdpersoon. Bas zit letterlijk in elke scène en is heel relaxed voor de camera. Achter de camera ook trouwens, want hij vond het geweldig om met cameraman Frank van den Eeden mee te kijken. Welke lenzen gebruik je voor dat shot, wilde hij dan weten. Of hoe creëer je een bepaald effect met de belichting? Soms moest ik hem letterlijk achter de camera wegslepen, haha."

Jeugdfilm
Cobain draait om de beleving van een vijftienjarige en belandde daardoor in het Generation-programma van de Berlinale, waarin films gericht op de jeugd zijn opgenomen. "Eerst dacht ik: klopt dat wel? Is het echt een jeugdfilm? Maar toen ik zag wat voor energie er los kwam tijdens de vertoningen in Berlijn, heeft me dat de ogen wel geopend. Twaalfhonderd tieners die helemaal meeleefden. Bas kwam na afloop het podium op en die hele zaal voelde zich zo verwant met hem. Alsof ze werkelijk samen met Bas op straat hadden geleefd en door die ervaring sterker waren geworden." Lachend: "Dat is ook zoiets, hè. Dat ik op m’n oude dag een film over de kracht van de jeugd maak. Het is in ieder geval een project dat me met nieuwe ogen heeft laten kijken."