IFFR 2025: Miguel Gomes over Grand tour
'Alles wat er in de wereld gebeurt is spektakel'

Miguel Gomes
Een man ontvlucht zijn aanstaande huwelijk en dwaalt door de voormalige Britse koloniën in Azië. Terwijl zijn verloofde hem op de hielen zit smelten heden en verleden samen in Miguel Gomes’ grandioze Grand tour. “Het verband tussen de fictieve en de echte wereld is essentieel voor deze film.”
Een van de beste films van de afgelopen editie van Cannes was een tocht door de voormalige Britse koloniën van Azië, langs Japan, China, Thailand, Singapore en de Filipijnen. De Portugese regisseur Miguel Gomes maakt daar een magische vorm van cinema van die moeiteloos laveert tussen heden en verleden, tussen documentaire en fictie, en tussen kleur en zwart-wit. Dat allemaal in een poging om iets ongrijpbaars over het leven in film te vangen. Het levert een veranderlijke film op die zelf ook lijkt te leven en te ademen.
Grand tour wordt verteld vanuit twee perspectieven. Er is Edward (Gonçalo Waddington), die wegvlucht van zijn verloofde en zich in de koloniën probeert te verschuilen. En er is Molly (Crista Alfaiate), die vastberaden is om haar onbetrouwbare man op te sporen en mee naar huis te nemen. Door die contrasterende perspectieven zie je dezelfde plekken steeds vanuit een andere invalshoek.
Met Grand tour laat Gomes zien dat de wereld zich niet laat vastpinnen door onze individuele blik; het echte leven is daar te onvoorspelbaar, te bijzonder en te spectaculair voor. Zodra je je durft over te geven aan je directe omgeving, begint de magie van de echte wereld vanzelf je leven in te sijpelen. Gomes’ film is daarmee een ode aan de verbeelding. Niet voor niets spelen de verschillende vormen van schaduwspel uit al die Aziatische landen een grote rol in de film, die stiekem gaat over wat het betekent om de realiteit om te buigen naar fictie.

Op een balkon in Cannes blikt een kettingrokende Gomes terug op het maken van deze hypnotiserende roadmovie, wat vanwege covid-lockdowns een bijzondere uitdaging werd.
Grand tour trekt door Japan, China, Thailand, Singapore en de Filipijnen. Met welke blik probeert u al die verschillende plekken te filmen? “Je hoeft geen diepe kennis van een plek te hebben om er te kunnen filmen. Ik probeer gewoon vast te leggen wat me persoonlijk aantrekt. Op al die plekken zet ik natuurlijk ook van alles in scène. Maar het belangrijkste in cinema is je eigen blik. Als iets recht voor je neus gebeurt, dan moet je via cinema proberen de elegantie ervan te vangen. Het is niet mijn werk om een plek volledig te doorgronden; dat is voor een voorbijganger onmogelijk. Mijn taak is om de elegantie in dingen en plekken te vinden.”
Iemand in de film zegt iets in de trant van: ‘jezelf overgeven aan de wereld is een gul gebaar.’ Is dat een persoonlijke filosofie van u? “Dat is goed advies aan iedereen, ook buiten de wereld van de cinema. Die uitspraak komt uit de eerste helft van de film, waarin Edward wegvlucht van zijn verloofde. Hij gebruikt de wereld als zijn verstopplek. En in dat deel verandert Edward geleidelijk en begint hij ook anders naar de wereld om hem heen te kijken. Dan verschijnt Molly en zie je alles vanuit een heel ander perspectief. Maar dat verband tussen de fictieve en de echte wereld is essentieel voor deze film. Je hebt de wereld van de cinema, het schaduwspel met poppen – wat cinema eigenlijk is – en de echte wereld, met dieren, vissers en mensen die bamboe weghakken. Dat is zijn eigen vorm van spektakel.”
U ziet het leven an sich als spektakel? “Alles wat er in de wereld gebeurt is spektakel, en dat trekt me enorm aan. Ik vind dat daar meer ruimte voor moet zijn in cinema. Daarom wil ik die twee werelden met elkaar verbinden.”
Kunt u meer vertellen over de rol van het schaduwspel in uw film? De associatie met cinema spreekt voor zich, en toch ben ik benieuwd waarom het zo’n grote rol in uw film speelt. “Ook Edward en Molly zijn maar poppen in de film. Ik heb veel onderzoek gedaan naar de verschillende vormen van schaduwspel en het is werkelijk fantastisch hoe je een andere wereld kan uitvinden, waarin alles artificieel is, maar waar je jezelf toch in kan herkennen. Cinema doet dat niet meer zo. Er worden te veel naturalistische films gemaakt, die ons ervan proberen te overtuigen dat we naar de werkelijkheid kijken, terwijl we weten dat alles in scène is gezet. Voor mij schuilt de schoonheid van fictie erin dat je je begeeft in een andere, parallelle wereld, die niet de onze is. Meestal leren we meer over onze eigen wereld via de wereld van fictie.”
Vanwege covid-lockdowns moest u sommige scènes op afstand regisseren. Hoe was dat? “We begonnen onze trip in Myanmar en zouden de opnamen afronden in China. Het was februari 2020. Toen we in Japan aankwamen konden we niet meer door naar China vanwege covid. Toen dachten we nog: ‘oké, dit duurt een paar maanden, we zijn binnenkort wel terug.’ Maar we moesten twee jaar wachten. Uiteindelijk konden we komen filmen, maar dan moesten we in quarantaine, drie weken in een hotel. Ik vroeg of ik daar wel kon roken, wat niet het geval was, en dat vond ik een te grote opoffering voor cinema. Daarom besloot ik om de beschikbare technologie te gebruiken en de Chinese crew op afstand te regisseren. Ik zat dus in Lissabon, omsingeld door beeldschermen, die de camerabeelden uit China naar me streamden. Ik ben nog steeds verbaasd dat het zo goed werkte.”
Grand tour besteedt veel aandacht aan de kleur en textuur van het beeld. Vooral de overgangen tussen zwart-wit en kleur maken indruk, bijvoorbeeld de kleurrijke neonlichten in Osaka, die langzaam overlopen in zwart-wit. Waar lette u op tijdens het vastleggen van de beelden? “Zo slim ben ik nou ook weer niet. We filmden alles op 16mm zwart-wit film. Je hebt met die filmrollen niet zo veel speling qua lichtinval. Daardoor zijn nachtscènes veel moeilijker om te filmen. Met kleurenfilm heb je veel meer speling. Nachtscènes schoten we dus wel in kleur, wat we in de montage weer terugbrachten naar zwart-wit. Tijdens de montage raakte ik echter een beetje verveeld door al die monotone beelden, dus ik vroeg mijn editor: ‘kunnen we de kleur niet even terugdraaien?’ Het resultaat was schitterend. Sindsdien wisselden we op enigszins willekeurige wijze zwart-wit af met kleur.”
Is dat belangrijk voor u? Om uw intuïtie te volgen en te improviseren? “Absoluut. Sterker nog: ik had geen initiële visie voor de film. Het beeld van de film is altijd in beweging. Ik heb alleen een vertrekpunt.”
Uw films lijken überhaupt niet vast te pinnen op een simpel uitgangspunt. Ze voelen als levende, ademende werken. “Dat is het hele idee van een film maken, hoop ik. Je moet niet te dicht op één ding zitten. Het mooie van cinema is dat je een film kan maken waarin meerdere perspectieven de hele tijd naast elkaar bestaan. Dan wordt het pas interessant. Dat reizen tussen tijdvakken, tussen perspectieven van mensen, tussen leven en dood, dat is wat film voor mij is. Ik hoop dat de kijker mee kan reizen tussen die uitersten.”
Grand tour is te zien op IFFR 2025 en draait vanaf 6 maart 2025 in de bioscoop.