Michelangelo Frammartino over LE QUATTRO VOLTE

Stof zijt gij

  • Datum 22-12-2010
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Michelangelo Frammartino

Met le quattro volte maakte Michelangelo Frammartino een dialoogloze film waarover des te meer te praten valt. Over stof, over licht, over slakken en over mieren.

Eén scène balt de hele film samen: een wondermooi beeld van licht dat op kringelende stofdeeltjes schijnt. Dat is ook voor mij de belangrijkste scène. Het idee van le quattro volte is dat de ziel van mens tot dier tot boom gaat. Belangrijk om te weten is dat de film zich afspeelt in dat deel van Calabrië waar Pythagoras is geboren, die veel over reïncarnatie heeft gesproken. En juist Pythagoras zag in stof, in die partikels, de zielen. Als de ziel zichtbaar zou zijn, dan zou het de vorm van stof kunnen aannemen.

Stof is samengesteld uit vele andere stoffen, pas als je er licht op laat schijnen zie je het. Geldt dat eigenlijk niet ook voor filmmaken? Ja, zo had ik het nog niet gezien. Ik voel mezelf niet de regisseur maar ik sta in dienst van de film. Film en ik hebben elkaar nodig, zoals stof het licht nodig heeft om gezien te worden, en omgekeerd.

De film draagt het idee uit dat de mens niet centraal staat op aarde. Heeft u die overtuiging altijd al gehad? Dat is een constante in mijn werk, het schoppen tegen de arrogantie van de mens. Als de mens zichzelf als het centrum van alles ziet, merkt hij veel dingen niet op. Doordat de mens zichzelf zo groot heeft gemaakt, heeft hij de connectie met de rest verloren. Dat doet me veel pijn. Ik probeer met mijn werk deze kloof tussen de mens en de rest te dichten. Ik zie die kloof als de ziekte van onze tijd. Maar er is ook hoop dat film in staat is die connectie te herstellen, zoals in de filosofie van Deleuze, die juist aangeeft dat film de mogelijkheid heeft om connecties te maken, door niet alleen de mens te filmen of alleen de dingen, maar deze bijna onzichtbaar geworden link tussen de mens en de rest te verbeelden.

Die mier die over de huid van de herder loopt, is dat het dichtste dat mens en dier bij elkaar kunnen komen? In dat opzicht vind ik de scène tussen de herder en zijn slakken veelzeggender. Dat de herder de controle verliest over de slakken die uit de emmer kruipen, is een voorbode voor het moment dat hij de controle verliest over zijn kudde, na het ongeluk met het busje. De focus van de film, de mens, verdwijnt dan naar de achtergrond, waarna alles draait om de slakken en de kudde geiten. De achtergrond en de voorgrond zijn dan aan het verschuiven. Net als bij de mier die over de huid loopt: die huid wordt zo een landschap. Het draait in dit beeld nu eens niet om de mens maar om de mier. Ook later, als die jongen in de grote boom klimt, lijkt hij op zijn beurt op een mier op een boom. De film is voortdurend bezig met het spelen met de grootte van de dingen, zodat wat normaal gesproken op de voorgrond en op achtergrond is, van plaats wisselt.

Het camerawerk lijkt op dat van een bewakingscamera, iets van bovenaf observerend, maar u regisseert ook veel, zoals op die T-splitsing. Bij mijn vorige films zoals il dono was ik gewend geraakt om de camera ongeveer 80 cm of een meter hoog te houden, niet op ooghoogte zoals vaak gebeurt, maar op de positie die een buitenaards wezen of een buitenstaander zou innemen om te kunnen zien wat er gebeurt. Bij het observeren van de T-splitsing heb ik veel aan Breughel gehad. Die splitsing is mij dierbaar omdat hier duidelijk wordt dat de positie van de camera, het oog, relatief is. Ten opzichte van de poort staat de camera op hetzelfde niveau maar ten opzichte van de steile straat staat hij lager.

Net zoals u de hiërarchie tussen mens en dier wilt opheffen, is ook de camerapositie non-hiërarchisch. Absoluut, ik hou van die afwezigheid van hiërarchie tussen mens en dier, tussen dieren onderling, tussen de geit, de hond, de steen. Met daar tussenin het kind, een wezen tussen hier en daar — een kind is een beetje mens maar ook een beetje dier. Net zoals de herder, die een beetje in het dorp en beetje buiten dorp leeft, is een kind een doorgang. Die herder is de link tussen de mens die binnen de muren staat en de dieren die buiten de muren staan. In mijn film stapt de mens buiten de muur, de natuur in, terwijl de geiten tegelijkertijd het dorp overnemen. Vanaf dat moment staat de mens niet meer centraal in mijn film. Vroeger werd er in de dorpen neergekeken op herders, want volgens mensen die zich beschaafd voelen staat de herder te dicht bij de dieren. De getuigenis van een herder telde niet, terwijl hij in het evangelie juist degene is die aankondigt dat Jezus is geboren. De herder is dus niet alleen een medium tussen mens en natuur maar ook tussen de mens en het goddelijke.

In le quattro volte gaat het een over in het ander, alles neemt nieuwe vormen aan. Geldt dat ook voor de cinema? Ik wil daarvoor een Italiaanse criticus citeren die in Cannes naar aanleiding van mijn film en uncle boonmee, ook een film over reïncarnatie, zei dat film misschien aan het doodgaan is maar dat hij zou kunnen reïncarneren in iets anders. Ook de cinema kan in de toekomst een zielswisseling ondergaan. Het idee van reïncarnatie is dat je niet alles ziet. Er is altijd iets achter een beeld, de werkelijkheid is niet alles. Ik probeer daar een eigen vorm aan geven, maar in mijn volgende film moet ik er wel aan werken om dat idee beter aan de kijker over te brengen want het is niet een film voor iedereen.

Ook atheïsten kunnen geloven in reïncarnatie: alle atomen keren weer terug in een nieuwe constellatie. Reïncarnatie is een manier om je te verhouden tot de dood. Als jij in reïncarnatie gelooft of je beseft dat alle atomen terugkomen, dan voel je je verbonden met alles, de scheidingslijn tussen wij en de rest wordt opgeheven. Mensen die dat niet doen, kunnen heel erg alleen zijn. Ik doe dan ook een appèl om onze eigen heerschappij neer te leggen en onze isolatie, ons alleen zijn, te doorbreken door ons meer onderdeel te voelen van de natuur.

Soms lijken de dieren in uw film net mensen, zijn die scènes daarom in de film gekomen of komt dat door onze blik? Het was niet mijn doel om de dieren te humaniseren, toch is dat moeilijk te voorkomen omdat je altijd met het menselijk oog kijkt. Ik heb de dieren heel lang geobserveerd, waarbij ik meer keek naar vormen en bewegingen dan naar expressie. Filmen in een geitenhok heeft zijn beperkingen. Geiten houden niet van mensen,

Mariska Graveland

De Filmkrant sprak Michelangelo Frammartino op het Noordelijk Film Festival in Leeuwarden.