Matthijs Wouter Knol over de ambities van de European Film Academy
‘Een samenwerking als deze is uniek in Europa’
Matthijs Wouter Knol is sinds januari 2021 directeur van de European Film Academy in Berlijn. Lange tijd reikte de EFA alleen de jaarlijkse European Film Awards uit maar inmiddels heeft het grote ambities om de Europese film onder de aandacht van het publiek te brengen.
De European Film Academy werd in 1988 opgericht door een groep van veertig bekende Europese filmakers, waaronder Ingmar Bergman en Wim Wenders. Het doel was een organisatie te creëren die zich inzet voor wat we Europese cinema noemen, vertelt Matthijs Wouter Knol, de huidige directeur van de EFA. “De gedachte was dat de Amerikanen een te grote invloed hebben op wat er in Europa gezien wordt. Toen ging dat vooral over wat er in de bioscopen te zien was. De rol van de Academy, behalve dat we jaarlijks in december de Europese filmprijzen uitreiken, is nog steeds dat we ons inzetten voor Europese cinema. Voor alle makers van Europese cinema, niet alleen voor de leden van de Academy. We hebben inmiddels natuurlijk niet alleen met de bioscopen te maken, maar ook met televisie en streamingdiensten. Ik zou zeggen: overal waar de Europese cinema te zien is en een kans heeft om ontdekt te worden. Streamingdiensten eisen vrij agressief hun plaats in het medialandschap op en de EFA moet daarin z’n stem laten horen.”
Over bescherming van de Europese film gesproken. De Dutch Director’s Guild stuurde onlangs een brief aan minister Slob vanwege plannen om het NPO Fonds af te schaffen. Ik citeer: ‘Het NPO Fonds is uniek omdat het een van de laatste organen is waar onafhankelijke makers binnen de NPO een stem hebben en commissies op onafhankelijke wijze projecten beoordelen en budgetten toekennen. Werkelijke onafhankelijkheid wil zeggen dat het NPO Fonds geen deel is van omroeppolitiek, formats, kijkcijfer- of doelgroepoverwegingen.’ Is dit iets waar je je zorgen over maakt? “Ik ken het stuk nog niet en ik ben ook niet heel erg vertrouwd met wat het NPO Fonds de afgelopen jaren gedaan heeft – ik ben al bijna vijftien jaar weg uit Nederland – maar ik herken de tendens. In andere landen worden soortgelijke discussies gevoerd. Zelf ben ik er trouwens niet van overtuigd dat volledige onafhankelijkheid altijd tot de beste films leidt, die dan door iedereen gezien worden. Ik ben een vriend van de gedachte dat je moet nadenken over hoe je het publiek bereikt. Maar concreet: ja, ik maak me er zorgen over, want het is een goede zaak dat er fondsen zijn die onafhankelijk kunnen bepalen wat er gemaakt kan worden en door wie. Omdat filmmaken zonder die mogelijkheid al snel leidt tot een zekere uniformiteit, omdat men zich alleen laat leiden door de vraag wat het publiek wil zien.”
Begrijp me goed, ik ben opgegroeid met Terminator en niet met Angelopoulos of Visconti. Maar zoals op zoveel terreinen: als je alles aan de markt overlaat, zullen uitzonderlijke, afwijkende films niet meer gemaakt worden. Dat zie je aan wat er in de VS geproduceerd wordt. “We moeten zeker niet de kant op van de Amerikaanse filmindustrie. Het is alleen te makkelijk om te zeggen wat we niet willen. In Europa blijkt het lastiger om te zeggen wat je wel wilt. De Academy kan helpen om die visie te formuleren.”
Een visie op wat Europese film is? “Dat, en op hoe we die Europese film kunnen beschermen. Op nationaal niveau gaat dat nooit werken, omdat de kosten en de opgaven daarvoor gewoon te groot zijn. Samenwerking is noodzakelijk en dat is niet altijd makkelijk. Het kost ook zeker een decennium om te realiseren. Dat is mijn doel en de reden dat ik naar de EFA ben gegaan.”
Hoe gaat die samenwerking in de praktijk? “We werken met 52 landen in Europa. Ook met Rusland, Kazachstan, Turkije, Israël en Palestina. We werken in 52 landen en dus ook met 52 vertegenwoordigingen, zoals filmfondsen, filminstituten en filmcentra. Dat is een groot netwerk en vrij uniek in Europa, een organisatie die zo groot is en die niet aan de Europese Unie is verbonden. We reiken jaarlijks in december de Europese filmprijzen uit en vergroten zo de waardering en de zichtbaarheid van de Europese film. Onze leden spelen daar een rol in, maar in de toekomst willen we een veel groter publiek bereiken. De prijzen waren de afgelopen decennia het enige event dat de EFA organiseerde, maar dat gaat veranderen. We willen meer doen om het begrip Europese film tot leven te brengen.”
Kun je iets vertellen over jullie nieuwe plannen? “De awards zullen we absoluut voortzetten. Het nieuwe plan is dat we de filmprijzen een veel grotere context willen geven zodat in de maand en de weken voorafgaand aan de prijsuitreiking de Europese film door heel Europa veel zichtbaarder wordt. Dat doen we door een Maand van de Europese Film te organiseren, voor het eerst in november 2022. In die maand zullen we onder meer events die nu al plaatsvinden onder het label Maand van de Europese Film samenbrengen. Ik heb het bijvoorbeeld over de European Arthouse Cinema Day, een zondag in november die in ongeveer 600 bioscopen door CICAE wordt georganiseerd, waarop in die bioscopen alleen Europese films worden geprogrammeerd. Met kleine retrospectieven en aandacht voor bepaalde filmmakers. Dat wordt deel van ons project. Een andere samenwerking is die met Europa Cinema, een ander netwerk van arthousebioscopen door heel Europa. We gaan samenwerken met lokale festivals die zich op Europese film richten. Bijvoorbeeld hier in Berlijn gaan we een week van de Franse film organiseren maar er is ook een week met alleen Spaanse films. We bundelen de promotie en de marketing. Het doel is om in elke stad de bioscopen en de festivals die onder onze paraplu passen, zich te laten aansluiten bij de Maand van de Europese Film.
“Wat we niet willen is dat de bioscopen extra festivals organiseren maar dat ze zich in hun marketing bij ons aansluiten. De EFA zal dan samen met een aantal partners door heel Europa promotie gaan maken voor de Europese film. In Berlijn gaan we dit jaar een pilot doen. Volgend jaar zullen we dit in een aantal steden uitrollen en het is onze hoop dat zich vervolgens elk jaar nieuwe steden en festivals aansluiten. De eerste reacties zijn erg positief. Aan het eind van die maand van de Europese Film reiken we in Berlijn de Europese filmprijzen uit.”
Wat test je precies in Berlijn: bezoekersaantallen of bewustzijn van de Europese film? “We kijken vooral naar hoe de samenwerking gaat verlopen met al die partners. Want geloof het of niet, op dit niveau bestaat er vrijwel geen samenwerking. Het gaat erom dat we zichtbaarder willen maken wat er allemaal in de schatkist van de Europese film zit. Bijvoorbeeld door het verleden aan het heden te linken. Dan kun je denken aan: een klein retrospectief over Jean-Paul Belmondo die net is overleden, of we kunnen naar aanleiding van de nieuwe serie Scenes from a Marriage de oorspronkelijke film van Ingmar Bergman vertonen.”
Hier zit nadrukkelijk geen educatie bij? “Niet bij de Maand van de Europese Film. Maar je brengt me zo wel bij een tweede project waar we aan werken. Dat is de European Film Club, waarvoor we een digitaal platform aan het bouwen zijn, samen met partners en rechthebbenden van films. Dat is bedoeld voor jongeren tussen 12 en 19 jaar en zal zo’n veertig films per jaar aanbieden die dan in filmclubs bekeken kunnen worden. Tieners kunnen zelf een filmclub oprichten en zich aanmelden. In een groep van maximaal vijftien mensen kunnen ze die film bekijken en erover praten, er recensies over schrijven of er zelfs events aan verbinden. Er kan worden samengewerkt met scholen en er kan zelfs worden gekeken of de betreffende film dan in een lokale bioscoop kan worden vertoond. In Nederland houdt Eye zich natuurlijk al langere tijd bezig met filmeducatie maar in veel andere aangesloten landen is dat absoluut niet het geval. Voor de EFA is het geen nieuw publiek, omdat de Academy de afgelopen tien jaar al een Young Audience Award liet uitreiken aan de beste jeugdfilm. Door de pandemie moest dat allemaal online maar dat bleek wonderwel te werken omdat die generatie heel makkelijk digitaal werkt. We hebben toen een jeugdraad opgericht van vijftien jongeren, 15, 16 jaar oud uit heel Europa, en gevraagd: zullen we samen zo’n European Film Club oprichten, waarmee we veel meer jongeren kunnen bereiken? Het gaat zeker tot 2023 duren voordat we de eerste clubs actief kunnen laten zijn want de financiering is nog niet rond. Maar het enthousiasme is enorm.”
De European Film Awards worden op 11 december uitgereikt in Berlijn.