Ilse en Femke van Velzen over Prison for Profit

'Privatisering van gevangenissen is een superslecht idee'

Femke (l) en Ilse van Velzen. Foto: Bryan van der Mark

Ilse en Femke van Velzen tonen met Prison for Profit de mensonterende omstandigheden in de door de beveiligingsmultinational G4S geëxploiteerde Mangaung-gevangenis in Zuid-Afrika. Het selfmade filmduo wil met films daadwerkelijk bijdragen aan sociale veranderingen.

Als het iets anders was gelopen waren Ilse en Femke van Velzen geen documentairemakers maar sociale hulpverleners geworden. De in 1980 geboren tweelingzussen volgden beiden de hbo-opleiding Culturele Maatschappelijk Vorming. Over die studie kun je veel zeggen, maar niet dat hij opleidt tot filmmaker. Misschien is het te danken aan een oom en tante in Kameroen dat de Van Velzens toch filmmakers werden. Zij stimuleerden in hun kinderjaren de drang naar avontuur, zegt Ilse. “Van deze tante en oom, die in Kameroen voor baggermaatschappij Boskalis werkte, kregen we souvenirtjes als ze naar Nederland kwamen. Ook vertelden ze spannende verhalen. Dat was misschien het zaadje voor onze interesse in Afrika.”

Die interesse kreeg concreet vorm in het eindexamenjaar van hun opleiding toen beiden de kans aangrepen om ver weg van Nederland stage te lopen. Ilse ging naar Nieuw-Zeeland, Femke naar Zuid-Afrika. Ilse: “Bij terugkomst hadden we geen zin om met een scriptie af te studeren en kwamen we op het idee om dat samen met een documentaire te doen.”

Die documentaire werd Bush Kids (2002), over een radioproject voor jongeren in een township van Kaapstad. Femke: “We ervoeren dat film een enorm krachtig middel is en dat is de drijfveer geweest om films te willen maken.” Ilse: “We stonden voor de keuze: eerst vier jaar Filmacademie doen of lekker zelf verder gaan? Dat laatste past het beste bij ons. Wij zijn selfmade, het bewijs dat een opleiding aan de Filmacademie niet per se nodig is.”

Prison for Profit

Verzoeningsscène
Hun eerste film na Bush Kids was Terug naar Angola (2005), over het lot van drie jonge Angolese asielzoekers in Nederland. Femke: “We wilden een film maken over hoe het is om in een oorlog op te groeien.” Wereldwijd trokken ze daarna de aandacht met het in de Republiek Congo spelende Fighting the Silence (2007), over verkrachting van vrouwen als oorlogspraktijk. Ilse: “Dat probleem was toen helemaal nog niet in het nieuws. Onze film leverde een bijdrage aan het wakker schudden van de wereld en het doorbreken van het taboe in Congo.”

De vervolgfilm Weapon of War (2009) viel minder goed bij internationale hulporganisaties in Congo. Ilse: “Wij dachten dat als je het probleem van oorlogsverkrachtingen wil oplossen je moet weten waar het vandaan komt. Maar iedereen richtte zich toen voornamelijk op de slachtoffers, er was geen onderzoek naar de daders, geen enkele NGO focuste zich op hen. Dat zijn wij gaan doen met Weapon of War.”

Waarna de kritiek losbarstte. Femke: “Onder andere Human Right Watch vond dat wij daders teveel ruimte gaven. Ze misten de slachtoffers in de film. Maar dat verhaal was al bekend en werd continue herhaald. Wij vonden het interessant om de gelaagdheid van het probleem te laten zien.” Ilse: “Men had bijvoorbeeld moeite met een verzoeningsscène in de film. Het druiste in tegen hun protocollen, maar het was gewoon de realiteit. Er zijn twee kampen in het aanpakken van dit probleem. Het ene vindt dat het altijd juridisch via het rechtssysteem moet, wat vaak onbetaalbaar en daardoor onhaalbaar is voor veel slachtoffers; het andere kijkt naar de traditionele manier, waarin ook verzoening past. Ik vind dat je moet kijken naar wat het beste werkt in specifieke situaties voor slachtoffers.”

Prison for Profit

Verademing
Justice for Sale (2011), de derde film van hun Congo-trilogie, over een ten onrechte voor verkrachting tot tien jaar veroordeelde man, joeg NGO’s helemaal in de gordijnen. Femke: “Ze werden boos, want ze verwachtten een film waarin slachtoffers van verkrachting recht werd gedaan, maar zagen een film over een valse beschuldiging. Hulporganisatie Oxfam Novib wilde niet meer in de credits genoemd worden.”

In de verontwaardiging speelde geld een rol. Femke: “De focus op seksueel geweld was een business geworden. Als NGO kon je er makkelijk geld voor krijgen. Organisaties die zich er nooit mee bezig hadden gehouden, gingen dat plotseling wel doen. Ik vond dat pervers om te zien.”

Ilse: “Wij liepen met onze films over de complexiteit van seksueel geweld voor de tijd uit.” Femke: “Je moet je niet alleen richten op de verkrachte vrouwen, maar op de hele gemeenschap. Als een dorp wordt overvallen is iedereen de dupe: mannen worden vaak vermoord en vrouwen verkracht. Helaas luisterde men in die tijd naar onze mening te weinig naar lokale organisaties. Dat deden wij dus wel. We werken altijd met de lokale bevolking en luisteren naar wat zij te zeggen heeft. Zij zijn de experts. Een lokale organisatie in Congo vond Justice for Sale juist een verademing. Men zag daar allang dat het alleen op seksueel geweld focussen een probleem aan het worden was.”

Ondenkbaar
Met hun films willen de Van Velzens daadwerkelijk bijdragen aan veranderingen in de landen waar zij filmen. Een door hun opgezette ‘mobile cinema’ reist van dorp naar dorp om de lokale bevolking hun films te laten zien. Ilse: “Voor ons is het ondenkbaar dat we alleen een film zouden maken voor een paar prestigieuze festivals en uitzending op tv. We zoeken altijd naar iets waarmee we daadwerkelijk het verschil kunnen maken en brengen de film dan terug.”

Femke: “We zijn een ander type filmmaker dan mensen die van de Filmacademie afkomen. We gebruiken film echt als een tool. Als de film klaar is begint het voor ons pas. Zeker de helft van onze tijd gaat in het bereiken van het publiek zitten.” Die inspanning heeft zeker resultaat, stelt Femke. “Fighting the Silence heeft het taboe op verkrachte vrouwen in Congo helpen doorbreken. Er komen mannen in voor die hun verkrachte vrouw niet verstoten maar terugnemen. Mannen die de film zien, beseffen daardoor dat dat ook een optie is.”

Anti-psychotische middelen
Na hun Congo-trilogie maakte de Van Velzens A Haunting History (2016), over een Soedanese advocaat die na zijn opleiding in Engeland naar Soedan terugkeert en vervolgens een hopeloze strijd levert tegen de wetteloosheid in het land. Met Prison for Profit keert het filmduo nu terug naar het land waar ze hun afstudeerfilm maakten. In de film vertellen ex-gevangenen en ex-bewakers over de gruwelijke omstandigheden in de Mangaung-gevangenis in Bloemfontein, Zuid-Afrika. Geweld tussen gevangenen onderling en tegen bewakers is schering en inslag. Ook krijgen gevangenen elektroshocks en worden ze onder dwang met anti-psychotische middelen geïnjecteerd.

De ellendige omstandigheden in de gevangenis zijn geen natuurverschijnsel, maar het resultaat van privatisering, is de strekking van de film. De gevangenis wordt geëxploiteerd door het wereldwijde particuliere beveiligingsbedrijf G4S, dat actief is in meer dan 90 landen en 540 duizend werknemers telt. Veiligheid en menswaardige omstandigheden in de gevangenis zijn bepaald niet de eerste prioriteit van het bedrijf. Femke: “We dachten een film over mensenrechtenschendingen te maken, maar langzaam begrepen we waaruit die voortkomen. Gevangenen en bewakers zijn slachtoffer van een systeem waarin geld belangrijker is dan menselijkheid.”

Misstap
De vraag of de omstandigheden in de Mangaung-gevangenis gruwelijk zijn omdat het een particulier geëxploiteerde gevangenis is, of dat de leefomstandigheden in alle Zuid-Afrikaanse gevangenissen, ook die door de overheid worden gerund, mensonterend zijn, hebben de Van Velzens zich ook gesteld. Ilse: “Het verschil is dat in de Mangaung-gevangenis anti-psychotische injecties systematisch worden ingezet. Er zit het idee achter dat wanneer je onder gevangenen de angst verspreidt dat deze middelen tegen hen gebruikt kunnen worden als ze een misstap maken, er minder bewaking nodig is. Alles wordt bedacht vanuit de gedachte hoe er geld aan verdiend kan worden.”

llse: “Privatisering van gevangenissen is een superslecht idee.” Femke: “Het wordt op een slinkse manier verkocht als goedkoper en kwaliteitsverbetering, maar aan het einde van de lijn moet er geld verdiend worden. Als je goedkoper wilt zijn, moet je ergens op inleveren. Waar dat toe leidt zie je in de film.” Femke: “Er wordt niet gecontroleerd door de overheid. Officieel wel, maar dat gebeurt niet.” Corruptie? Ilse: “Dat hoor je ons niet zeggen, want we willen niet voor smaad worden aangeklaagd. Dit is onze eerste film waarbij we met juristen hebben gewerkt. Juridisch moest hij dichtgetimmerd zijn.”


Prison for Profit is te zien op het Nederlands Film Festival en vanaf 15 oktober in de bioscoop.

Naar aanleiding van Prison for Profit richtten de Van Velzens met onderzoeksjournalist Ruth Hopkins begin maart het journalistieke onlineplatform Private Security Network op. Daarop staan artikelen van 33 onderzoeksjournalisten uit alle delen van de wereld over misstanden in de veiligheidsindustrie.