Paul Schrader over First Reformed

'We hebben het verneukt voor onze kinderen'

First Reformed

Paul Schrader geeft morgen een Masterclass op IFFR naar aanleiding van zijn nieuwe film First Reformed. Een gesprek in twee delen: eerst de nakende ondergang van de mensheid, dan een vrolijke verhandeling over vorm en verwijzingen.

Deel één: het Oude Testament
"Ik denk dat deze periode op aarde, van leven en intelligentie op koolstofbasis, aan het einde van de eeuw voorbij zal zijn." Paul Schrader, scenarist van Taxi Driver en Raging Bull en nu geïnterviewd als regisseur en scenarist van First Reformed, zegt het nuchter, zonder ironie of drama.

We zitten met een groepje journalisten tegenover hem in Venetië, het zonovergoten festival van strand en sterren, pizza slices en Aperol Spritz. Hoe reageer je dan op zoiets? Eén collega gaat maar verder met een vraag over mise-en-scène – hoe Schrader dat in deze film precies voor zich had gezien?

Maar ho, wacht, niet zo snel. Dit is namelijk van belang. Voor de mensheid, logischerwijs, maar ook voor deze film. Het maakt namelijk uit of je de activist, die in First Reformed aan een dodelijk zieke priester in geloofscrisis (Ethan Hawke) zijn wanhoop voorlegt over klimaatverandering, ziet als een doorgedraaide fundamentalist (een "paranoid millennial narcissistaddicted to disaster", zoals Variety het personage honend omschreef) of als iemand die in wezen gelijk heeft.

In het eerste geval had het net zo goed een kernwapenactivist kunnen zijn. Of iemand die strijdt tegen Wall Street. Dan is het personage louter een dramatische koevoet om de priester spiritueel mee open te breken. Dan gaat de film niet over klimaatverandering.

Maar in het tweede geval wel.

Dus vroeg ik Schrader, na een reeks vragen van collega’s over stijl en invloeden, naar de inhoud: wat vond hij zélf van de apocalyptische beweringen die hij de militante milieuactivist in de mond had gelegd? Schraders volledige citaat: "Ik denk dat deze periode op aarde, van leven en intelligentie op koolstofbasis, aan het einde van de eeuw voorbij zal zijn. Ik denk dat de kaarten al gedeeld zijn. Het is alleen nog de vraag hoe snel ze zullen worden omgedraaid. Dus ja, ik bedoel – ik leefde in de meest bevoorrechte periode in de geschiedenis van de mensheid. De babyboomgeneratie. Een wereld van overvloed, een wereld van vrije tijd, een wereld met verbazingwekkend weinig oorlogen en epidemieën. En wat hebben we gedaan met dat wonderbaarlijke geschenk? We hebben het verneukt voor onze kinderen. Dat was ons geweldige cadeau voor volgende generaties: egoïsme."

Ik neig naar diezelfde pessimistische school over klimaatverandering – en Schrader en ik zijn de enigen niet. En dat verandert de film. Dan is First Reformed niet een film over een geestelijk instabiele priester die het contact met God is verloren en daarom besmet wordt met het gedachtegoed van een extremist, maar een film over een man die behoefte heeft aan een roeping, het idee verlaat van een onzichtbaar opperwezen dat hem in de gaten houdt en beoordeelt, en in plaats daarvan gegrepen wordt door de emotioneel, intellectueel én spiritueel gedreven argumenten van de activist. En dan komen er zware vragen op tafel, zoals: kun je onder deze klimaatdreiging nog wel kinderen geboren laten worden? Het is een confrontatie van morele werelden die door Schrader knap verbonden worden middels het begrip martelaarschap.

Deel twee: het Nieuwe Testament
Is er dan geen hoop meer? In zekere zin niet, nee – volgens deze denkschool. Maar toch gaat Schrader door met films maken. Waarom? Om dezelfde reden die ons altijd kunst heeft doen maken in het aangezicht van de dood. In het Nederlands heb ik die nooit mooier omschreven zien worden dan in de titel van Wim Kayzers televisieserie uit 2000, Van de schoonheid en de troost.

Daarom toch ook nog even over de vorm van First Reformed – en dan met name zijn referenties. Het is Schraders eerste film die zich in belangrijke mate houdt aan de sobere principes die hij, nog als filmcriticus, vastlegde in zijn boek Transcendental Style in Film: Ozu, Bresson, Dreyer (1972). Ik geef het woord aan de meester, die graag onderwijst, soms bijna dicteert en de groep journalisten ook wel eens even test om ze bij de les te houden ("… en dat verwijst natuurlijk naar…? Precies, Tarkovski").

Schrader: "Twee jaar geleden dineerde ik met Pawel Pawlikowski, die Ida had gemaakt, een zeer sobere film. Na afloop zei ik tegen mezelf: je bent nu bijna zeventig, misschien wordt het tijd ook eens zo’n spirituele film te maken. Dat neemt niet weg dat er natuurlijk nog steeds iets van Travis Bickle in de priester zit. U weet dat ik meer van dat soort mannen heb geschreven. Denk aan Light Sleeper. Jonge mannen, met solitaire levens, op drift in de wereld – uiteindelijk komt dat allemaal van Pickpocket, een film [van Bresson, 1959] die een enorme indruk op me maakte. Ik was toen nog criticus, zonder enige verwachting dat ik ooit zelf een film zou maken. Maar toen ik Pickpocket zag, over een man die een beetje op zijn kamer zit, in zijn dagboek schrijft, naar buiten gaat, een paar misdrijven pleegt en weer naar zijn kamer gaat, dacht ik: zo’n film kan ik wel schrijven… En twee jaar later schreef ik Taxi Driver, haha! Dus zo is het begonnen. Diary of a Country Priest [Bresson, 1951] was me toen nog te ambitieus, maar zoals u kon merken is dat voor First Reformed ook een referentiepunt, met het bijhouden van het dagboek, de maagkanker, de relatie met een geestelijk mentor enzovoorts. Net als Winter Light [Bergman, 1963], waarvan de premisse afkomstig is. Toch zei mijn editor, toen we met de montage bezig waren: ‘Weet je dat er heel veel Taxi Driver in zit?’ En toen dacht ik: ja… dat is ook zo, haha! Het was geen vooropgezet plan, maar op de set dacht ik soms wel: ‘Wauw… dit shot is net Taxi Driver!’ Maar er zit maar één echte hommage aan Taxi Driver in – het shot waarin de camera het glas Alka-Seltzer in gaat, dat Marty [Scorsese] had gekopieerd uit Godards Deux ou trois choses que je sais d’elle [1967]. Dat heb ik nu weer overgenomen van hem. Alleen niet met Alka-Seltzer, maar met Pepto-Bismol. Terwijl de levitatiescène natuurlijk verwijst naar…? Precies, Tarkovski. Die deed dat in De spiegel [1975], in Het offer [1986]… Weet u, ik wilde de kijkers vanaf het begin duidelijk maken dat ze een ander soort ervaring zouden krijgen. Hoe doe je dat? Met de 4:3-beeldratio, dan weet je meteen dat het anders is. Met het kalme tempo, dat je begint te denken: oh, het is zo’n film… Dus als je geen zin hebt in een langzame film, ben je na de eerste drie, vier minuten hopelijk weg. Want dan willen we je zo snel mogelijk de zaal uit hebben haha! Alleen kreeg ik tijdens het schrijven van het script het gevoel: dit is allemaal zó gesloten, zó beperkt, zó ingetogen – ergens moet ik losbreken. En toen dacht ik: wat zou Tarkovski doen? Hij zou ze gewoon laten fokking leviteren haha!"