IFFR 2023: Léonor Serraille over Un petit frère

'Cinema kan gewone levens buitengewoon maken'

Léonor Serraille

Coming-of-age film. Migrantendrama. Moeder-en-zonen-portret. Zoektocht naar identiteit. De tweede film van de Franse scenarist-regisseur Léonor Serraile, het meditatieve Un petit frère, is het allemaal en meer. “Ik wilde mijn kinderen een stuk van hun geschiedenis vertellen.”

John Cassavetes en Jean-Luc Godard zijn Léonor Sérraille’s favoriete filmmakers. Maar wanneer we op het filmfestival van Gent vragen naar haar inspiratiebron antwoordt ze: “La Fémis.”

Tijdens haar opleiding aan die Parijse filmschool kreeg ze de kans om een nieuw universum te ontdekken, vertelt ze. “Maar vooral ook de vrijheid om mijn eigen koers te volgen. De raad steeds jezelf te blijven als filmmaker koester ik.”

Un petit frère

Daarvan getuigen ook haar debuut Jeune femme (2017), een portret van een Parijse dertiger, en opvolger Un petit frère. Daarin verhuist Rose met haar twee jonge zoons in de late jaren tachtig van Ivoorkust naar Parijs. De film vertelt het verhaal van dit migrantengezin in drie hoofdstukken tussen toen en nu.

Een tweede film betekent vaak keuzestress. “Ook bij mij. Geen van de verhalen die ik overwoog bleef hangen. Tot producent Sandra da Fonseca me de bevrijdende raad gaf: ‘Doe alsof er hierna geen andere film meer komt en ga voor wat je móet vertellen.’ Ik besefte dat ik al lang iets wilde doen rond de verschillende etappes in het leven van de vader van mijn kinderen. Want ik had het gevoel dat hij de stap van zijn land van herkomst naar Frankrijk pas helemaal zou zetten, wanneer de in zijn hoofd spelende ervaringen en herinneringen een verhaal werden via film.
“Dat verstrengelde met vragen die ik stelde nadat we kort na elkaar twee kinderen kregen. Wat is een gezin? Wat betekent moeder zijn? Wat wil je aan je kinderen meegeven? Het verhaal van hun vader, die als kind verhuisde van de sub-Sahara naar Frankrijk, hoorde daarbij. Vanuit de beleving van migranten wilde ik dingen tonen die voor mij vanzelfsprekend zijn, maar voor hen vreemd. Dat zien we nooit in films. Terwijl cinema gewone levens buitengewoon kan maken. Het hoeft niet per se over dealers en jihadisten te gaan, mensen die werken zijn ook interessant.”

Kiezen voor meerdere hoofdpersonen moet het schrijven van het scenario wel complexer hebben gemaakt. “Ik had er achttien maanden voor nodig, omdat ik elk personage uniek wilde maken. Geen individuen herleid tot één aspect van hun persoonlijkheid. Zelf wil ik ook niet enkel als ‘een vrouw’ gezien worden. Met film kan je kijken wat er achter clichébeelden schuilt en elementen aandragen die onze blik veranderen.”

Casting accentueert die blik. “Het was niet eenvoudig kinderen en acteurs voor de verschillende leeftijdsfasen te vinden, omdat ze eenzelfde energie moesten uitstralen en de groepscoherentie diende te kloppen. Daarbij speelt niet zozeer het fysieke aspect van de veroudering, maar vooral het emotionele aspect van de evolutie en continuïteit van de gezinsleden. Dat zit in hoe iemand kijkt en luistert. Annabelle Lengronne, die als 34-jarige Rose speelt, moest overtuigen zonder al te veel make-up. Daarom was haar expressiviteit belangrijk. Ik voelde dat Annabelle de rol absoluut wou omdat het ook haar verhaal is, niet omdat de rol goed was voor haar acteercarrière. Ze herkende zich in iemand die de slachtofferrol afwijst en zich eerder uit via actie dan via woorden. Een vrije, moderne vrouw, die zowel hard als zacht kan zijn en de lat hoog legt voor haar kinderen. Met haar energie vormt ze de motor van het verhaal.”

U neemt tijd voor karakterontwikkeling. “Voor mij gaan de personages boven alles. Meer dan een verhaal zoek ik in films concrete gevoelens. Die bepalen de mise-en-scène. Elk personage heeft momenten die dramaturgisch overbodig zijn, maar voor de karakterschets essentieel blijken.”

Un petit frère is eigenlijk een misleidende titel: de aandacht gaat naar meerdere personages. “De drie interesseerden me tijdens het schrijven evenveel. Tijdens het draaien kreeg de moeder onverwacht een diepere kracht – we beseften dat we misschien wel een film getiteld Rose aan het maken waren. Daar moesten we mee opletten, want het was de bedoeling een portret van drie mensen te maken, waarbij het ene personage het andere personage op de schouders neemt. De dialoog tussen scènes en tijdperken interesseert me. Hoe reacties of blikken terugkomen. Het mochten geen drie kortfilms achter elkaar worden – het beeld van de familie blijft. De gezinsleden vormen schakels van een ketting die breekt, maar zich terug vormt. In families met migratie-roots worden kracht en het vermogen te veranderen doorgegeven.”

Hoe flexibel was uw scenario? “De structuur en de richting van de film bleef, maar verder was alles mogelijk. Op de set konden we dingen doen die in tegenspraak waren met het scenario of nieuwe ideeën uitproberen. Acteurs schrijven niet mee aan het scenario, maar ze drukken wel hun stempel op stijl en inhoud. Soms ontdekken ze dingen, waardoor ze coauteur worden. Zeker Annabelle eigende zich haar personage zo sterk toe, dat ze er dingen uit haalde die mij ontgaan waren. Zoals de humor. Het bleef natuurlijk opletten dat de evenwichten niet verstoord werden, maar elke acteur verrijkte de film. Ergens was het goed dat ze op die manier afstand tussen mij en het project creëerden, want bij een persoonlijke film kan het verantwoordelijkheidsgevoel verlammend werken.”

De vaderfiguur is afwezig. “Omdat hij dat in werkelijkheid ook was. Er is natuurlijk een sociaal-politieke kant aan de focus op de strijd van een alleenstaande moeder, maar het bood ook de mogelijkheid om alternatieve ‘vaders’ in beeld te brengen. Zoals de school. Het Franse onderwijssysteem is voor de meeste mensen slechts het decor van ons leven, maar speelt in deze families een belangrijke rol. De school is een ersatz-vader voor Ernest en Jean, vooral omdat ook Rose eigenlijk weg was, op zoek ging naar haar vrijheid.”

Gevlucht voor het patriarchaat. “Rose staat ver van klassieke personages als Moeder Courage van Brecht. Ze zoekt haar eigen weg, beleeft zonder complexen haar eigen avonturen. Veel toeschouwers zijn geschokt om een zwarte vrouw te zien die drinkt, rookt en met meerdere mannen naar bed gaat. Maar ik vond het belangrijk dat het centrale personage een moderne, eigenzinnige en wat bevreemdende vrouw is. Ingewikkeld en niet foutloos. Geen klassieke held. Net als de oudere broer. Jean worstelt zowel met de druk van het oudere broer zijn, waarbij hij tegelijk een beetje een vaderfiguur is, als met de verwachtingen van zijn moeder.”

Beide broers zoeken hun identiteit. “Ze stellen zich vragen over hun huidskleur, over het land waar ze geboren zijn, over hun culturele identiteit, over wat het betekent om Frans te zijn. In mijn eigen gezin merk ik dat kinderen zich al heel jong vragen stellen over die identiteit en dat ik niet altijd eenduidige antwoorden kan geven.”

Is dit een politieke film? “Niet expliciet of doelbewust. Ik wil geen politieke boodschap brengen. Maar indirect zegt Un petit frère dingen over racisme, migratie en discriminatie en ook de casting is in zekere zin politiek. Ik ben het beu om altijd dezelfde gezichten en verhalen te zien in Franse films. Voor mij zijn de acteurs in mijn film Frankrijk en bestaan de personages die ik portretteer echt. Misschien is dat politiek: wijzen op verhalen die nergens verteld worden.”

Een bedrijfsfeest op een kasteel legt thema’s als racisme en uitbuiting bloot. “Omdat deze problemen bestaan. Ze maken deel uit van hun leven, maar ik wil ze niet alles laten overheersen. De gebeurtenissen in dat kasteel zijn belangrijk, omdat ze gebaseerd zijn op reële gebeurtenissen. Via de werkgever die zijn personeel uitnodigt op zijn kasteel introduceer ik ironie met zijn uitspraak: ‘Frankrijk is jullie veel verschuldigd.’ Want de bijdragen van immigranten worden te vaak vergeten.”

Het ontsporende feest choqueert de personages amper. “Omdat het geen verrassing voor ze is, ze beleven het dagelijks. Voor mij als filmmaker betekent dit balanceren tussen subtiliteit en realisme. Ik was zelf getuige van veel gewelddadiger momenten, maar bij de arrestatiescène verzacht ik het politieoptreden, omdat de scène anders de film zou overheersen. Het leven is geen aaneenschakeling van dramatische explosies of keerpunten.”