IFFR: Lav Diaz

'Zo vergezocht is het niet om kunst op een voetstuk te plaatsen'

When the Waves Are Gone

Filmmaker Lav Diaz jureert de Tiger Competition op het IFFR, dat ook zijn When the Waves Are Gone vertoont. Met zijn meditatieve cinema is de Filipijn criticus van jachtig kapitalisme en pleitbezorger van leven in het moment. “Ik wil dat mensen begrijpen dat als we onszelf beter willen doorgronden, we de dingen niet moeten overhaasten.”

Lav Diaz (1958) werd dankzij films als Melancholia (2008) en The Woman Who Left (2016) een icoon van de slow cinema. Op het International Film Festival Rotterdam is hij dit jaar een van de juryleden voor de Tiger Competition. Ook is zijn nieuwe film When the Waves Are Gone (Kapag wala nang mga along) te zien. De film draait om de morele dilemma’s van politie-inspecteur Hermes Papauran, die met lede ogen aanziet hoe zijn land naar de verdoemenis gaat door de praktijken van de corrupte president Rodrigo Duterte.

When the Waves Are Gone heeft voor Diaz, die bekendstaat om uitgesponnen films die soms een hele werkdag bestrijken, de relatief korte speelduur van ruim drie uur. Vanuit “een klein en slaperig dorpje” op Luzon, het grootste eiland van de Filipijnen, licht Diaz – die daar werkt aan zijn volgende film Henrico’s Farm – toe waarom hij zich ergert aan de vercommercialisering van het leven en waarom filmmakers zich moeten bevrijden van het dogma van de traditionele speelfilmlengte.

“Het kapitalisme is alle facetten van ons leven binnengedrongen. Er is geen ontkomen aan. Maar als cinema ertoe wil doen of als het leven zelf nog betekenis wil hebben voorbij popcorn en frisdrank, winstmarges en overconsumptie, dan moet de zelfexpressie overleven, als laatste frontier in de strijd tegen klimaatverandering en de wapenrace. Zo vergezocht is het toch niet om kunst op een voetstuk te plaatsen? Of om films te benaderen vanuit een revolutionaire inborst? Laten we daar niet neerbuigend over doen. Jonge filmmakers mogen filmen wat ze willen, ze zijn daar vrij in. Mijn probleem is het merkwaardige idee dat een film niet langer dan twee uur mag duren. Als filmmakers dat ook geloven, dan collaboreren ze met de machthebbers, ongeacht hun positie in de kunstwereld.”

When the Waves Are Gone

Een van de kapitalistische slogans is ‘tijd is geld’. In dat opzicht is het geen wonder dat makers in dat stramien van twee uur worden gedrukt. Bioscopen kunnen zo ook meer films vertonen. “Tijd is geld? Draait alles in het leven dan om hebzucht? Wonderlijk. Hoeveel geld heeft men eigenlijk echt nodig? Ik hoop dat er van de miljarden die de Avatar-films van meneer James Cameron hebben opgebracht, evenals de overvolle bankkluizen in Hollywood en de gigantische geldmachine die Disney is, een fractie naar het Amazonegebied gaat, een fractie naar de rivier de Nijl, naar de miljoenen vluchtelingen die over de hele wereld voor geweld en onderdrukking vluchten, naar belangrijk wetenschappelijk onderzoek, naar de Middellandse Zee om drenkelingen te redden, naar Burkina Faso, Soedan en andere delen van Afrika om hongersnood te bestrijden. Een fractie om Vladimir Poetin, Xi Jinping, Min Aung Hlaing, Kim Jong-un, Donald Trump en Bashar al-Assad van mening te doen veranderen en een fractie om de vrouwen in Afghanistan te redden.”

U maakt lange, meditatieve films. Vraagt u van de kijker een offer in de vorm van tijd? “Mijn films zijn niet belangrijk. Mijn films spelen slechts een kleine rol in een poging om het leven in het moment, de ware aard van het leven, terug te brengen naar de kijker. Ik wil gewoon dat de mensen begrijpen dat als we onszelf beter willen doorgronden, we de dingen niet kunnen overhaasten. We kunnen niet telkens onze toevlucht nemen tot gemakkelijke oplossingen zoals de schoonheidsproducten van de Kardashian-familie. Laten we teruggaan naar de natuur, naar zoals we waren. Geen make-up, geen kunstgrepen. De ziel van de mens is belangrijker.”

U noemt uw cinema weleens ‘de cinema van leven in het nu’. Hoe moeilijk is dat voor de kijker, om in het nu te geraken? “Pas als de kijker bereid is op een diepere manier betrokken te zijn bij een film, kan de film een grote invloed hebben. Dan kan cinema tegelijkertijd meditatief en ontroerend zijn; weerzinwekkend en transcendent.”

Is ‘leven in het nu’ in films in die zin het leven met de banale stukken eruit geknipt? “Het is moeilijk om in het leven het banale van het diepzinnige, het belangrijke van het irrelevante te onderscheiden. ‘In het nu zijn’ betekent relevantie geven aan alle facetten van het leven. In een hoek zitten kan net zo emanciperend voor de ziel zijn als naar het Vaticaan vliegen om een preek van de paus aan te horen. De grootste literaire werken hangen aan elkaar van het banale, lees Tolstojs Oorlog en vrede maar.”

De grootste literaire werken weten ook altijd het persoonlijke en het universele te verbinden. Dat doet u ook in uw films. “Absoluut. De Filipijnse strijd, de Tibetaanse strijd, de tragedies in Myanmar, Syrië, Oekraïne, Afghanistan, Iran en China: het zijn spiegels van de wereldwijde strijd. Een korte film over een hertenjager in Mongolië gaat net zo goed over een walvisjager in het Noordpoolgebied. Een beeld van het verdriet van een vader in Jemen geldt ook het verdriet van een dochter in Bangladesh.”

Komt die dynamiek ook weer terug in Henrico’s Farm, de film die u nu aan het maken bent? Aangezien When the Waves Are Gone onmiskenbaar politiek en geëngageerd is. “De film die ik nu draai, bestaat voor een groot deel uit materiaal dat ik al schoot voor When the Waves Are Gone. De film draait opnieuw om Luitenant Hermes Papauran.”

U bent dus nog niet klaar met dat onderwerp. Uw slow cinema-collega Apitchatpong Wheerasethakul kan in zijn thuisland Thailand niet meer de films maken die hij wil en week voor Memoria (2021) uit naar Colombia. Ik kan me voorstellen dat het voor u als criticaster van het bewind van president Duterte ook moeilijker is geworden om in uw eigen land te filmen. “Het is nog steeds betrekkelijk veilig om hier te filmen. Het systeem geeft weinig om wat kunstenaars uitspoken; men vindt kunst onbelangrijk. De insteek van het systeem is vooral om onwetendheid bij de kiezer aan te wakkeren.”

Tot slot: u neemt dit jaar plaats in de jury van de Tiger Competition. Waar kijkt u naar bij het jureren? “Ik heb geen dogmatische benadering of bepaalde methodiek. Ik probeer films onbevangen te ervaren en te voelen. Zodat ik niet verzand in technische of academische analyses, of andere clichématige manieren om naar cinema te kijken. De magie van cinema ontstaat wanneer je al je zintuigen openstelt. Oordeel niet; door de expert te spelen krijg je geen objectief beeld, omdat je dan denkt dat je het beter weet. Speel de onschuldige kijker, wees een gewetensvolle waarnemer. Dan is de kans groot dat je het onopgemerkte zult zien. Het beeld voorbij het beeld.”