Emanuele Crialese over Terraferma

Een kleine holocaust op zee

  • Datum 01-03-2012
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Foto Fabrizio Maltese

Eigenlijk is iedereen in Emanuele Crialeses Terraferma op zoek naar vrijheid. Zagen de bewoners van het paradijselijke eiland Linosa dat nou maar.

Een provocatie is het, zegt Emanuele Crialese. Dat van die Holocaust. Maar hoe kan hij onverschillig blijven als er jaarlijks zoveel vluchtelingen verdrinken voor de Italiaanse kust? Negen jaar na Respiro keerde de Romeinse regisseur terug naar Lampedusa. Dat eiland mag zich de zuidelijkste punt van Italië noemen en werd daardoor ongewild frontlinie in de stille oorlog tegen bootvluchtelingen uit Afrika.
Maar Crialese (1965) wilde geen film over immigratie maken, vertelde hij tijdens het filmfestival van Venetië. Hij wilde eigenlijk helemaal geen film maken toen hij besloot om terug te gaan. Maar hij begon aantekeningen te maken en uit die aantekeningen groeide een verhaal en plotseling lag er een scenario.

Chaos
"Het werd een verhaal over de menselijke waardigheid. Over de band die de ene mens heeft met de andere. Daar is ook de eeuwenoude wet van de zee op gebaseerd: als iemand in nood is, dan help je."
Zou je denken. Maar de werkelijkheid is anders. Terraferma schetst de belevenissen van een groep bewoners van het eiland Linosa — iets ten noorden van Lampedusa — nadat de oude visser Ernesto en zijn kleinzoon Filippo een zwangere vluchteling en haar zoon uit een boot redden en op het eiland verstoppen. Niet iedereen is blij met de hulp aan bootvluchtelingen. De een is bang dat de toeristen weg blijven, de ander dat de criminaliteit groeit.
"Soms denk ik dat de beschaving teruggaat in de tijd in plaats van vooruit. Kijk naar die Franse wet die hulp aan vluchtelingen strafbaar stelt. Ongelofelijk. Het probleem is dat we menselijke waarden niet vertaald krijgen naar nationale waarden. En in die morele chaos gebeuren de meest idiote dingen. Kijk naar Libië. We sturen militairen om uit naam van de democratie Gaddafi te verwijderen — en creëren daar ondertussen een enorme puinhoop — maar als de Libiërs in gammele bootjes hun land ontvluchten dan laten we ze midden op zee verzuipen."

Handel
Toch begrijpt Crialese de sentimenten van de eilandbewoners wel. De meeste vissers vinden het verschrikkelijk dat boten vol vluchtelingen op zee verdwijnen, vertelt hij. Die zien de boten drijven als ze ver uit de kust aan het werk zijn. "Sommige vissers kijken de andere kant op, andere willen wel helpen maar zijn bang voor de gevolgen. Bovendien kost het tijd om vluchtelingen aan land te brengen. Bedenk dat een dag geen vis vangen, een dag geen inkomen betekent. Ze leven van de dagopbrengsten en dat maakt ze kwetsbaar. Het is ook strafbaar om te helpen. Dus veel mensen doen niets. Ik zeg niet dat de autoriteiten de boten letterlijk laten zinken. Ik zeg alleen dat ze niets doen om het te voorkomen.
"Ik provoceer als ik het een kleine Holocaust noem. Maar weet dat er meer gebeurt dan in de kranten komt. De rest van Europa ziet het niet omdat die bootjes midden op zee verdwijnen. Maar de vissers weten het. Zij weten dat ze op bepaalde plekken in de Middellandse Zee hun netten niet meer uit kunnen gooien omdat ze anders menselijke resten naar boven halen. En praten erover doen ze niet. Slecht voor de handel. Wat denk je dat consumenten doen als ze weten dat de vissen die op de markt liggen de lijken van verdronken vluchtelingen hebben opgevreten?"

Ronald Rovers