Dylan de Jong over Fassbinder
Liefde is kouder dan de dood
Filmmaker Dylan de Jong, groot liefhebber van Fassbinder, keek naar de Fassbinder-verfilming Gouttes d’eau sur pierres brûlantes van François Ozon.
Rainer Werner Fassbinder overleed in 1982, twee jaar na het verschijnen van Berlin Alexanderplatz, de monumentale, vijftien uur durende Alfred Döblin-verfilming die Dylan de Jong ooit deed besluiten filmmaker te worden. Inmiddels gepokt en gemazeld in het oeuvre van zijn jonggestorven held, keek hij naar Gouttes d’eau sur pierres brûlantes, de Fassbinder-verfilming van François Ozon. “Een namaak-Fassbinder”, zo meent De Jong. “Een feest der herkenning, dat wel, maar de feestgangers zijn lichtelijk verveeld, de hapjes smaken nauwelijks en het bier is op.”
“Het toneelstuk Tropfen auf heisse Steinen, waar François Ozon zijn film op baseerde, werd in 1965 door Fassbinder geschreven. Hij was toen negentien jaar oud. Zélf heeft hij er nooit wat mee gedaan, maar drie jaar na zijn dood — in 1985 — is het opgevoerd op een theaterfestival in zijn geboorteplaats München, waarmee ik even de fabel uit de wereld wil helpen dat Tropfen auf heisse Steinen nog nooit geënsceneerd is.”
“Het interessante aan het stuk is, dat het grote Fassbinder-thema er al in zit: ‘Liefde is kouder dan de dood’. Het zou twee jaar later ook de programmatische titel van zijn eerste lange speelfilm zijn: Liebe ist kälter als der Tod (1969). Eigenlijk gingen alle Fassbinder-films over dit ene thema, namelijk dat relaties per definitie sado-masochistisch zijn en dat de liefde nooit gelijkelijk is verdeeld. Degene die het meest lief heeft in een relatie, zal altijd het onderspit delven. Degene die het minst lief heeft, heeft daarentegen alle macht en die zal — bewust of onbewust — ook misbruikt worden. Tot en met zijn zwanenzang Querelle is dit zijn grote thema geweest.”
Kitsch-kaarten
“François Ozon is blijkbaar een groot bewonderaar van Fassbinder, maar een Fassbinder-hommage wil ik Gouttes d’eau sur pierres brûlantes niet noemen. Het is eerder een Fassbinder-pastiche, een film die helemaal gemaakt is in de stijl van Die bitteren Tränen der Petra von Kant (1972) en Faustrecht der Freiheit (1974). Het is een jaren-zeventigkopie met een exemplarische opening: knalgele begintitels, Duitse kitsch-kaarten en een muziekje dat afkomstig lijkt van Fassbinders huiscomponist Peer Raben.”
“Ozon blijkt vervolgens echter alles te hebben gekopieerd: de koele seventies-decors met de bijbehorende kleding, de spiegelmotieven, de belichting, de découpage, de Schlager-muziek, de situering in Duitsland, de gestileerde acteerstijl, alsof de acteurs een beetje naast hun rol staan, en ga zo maar door. Zijn acteurs vertonen zelfs grote gelijkenis met Fassbinder-acteurs. In de vier hoofdrolspelers zijn respectievelijk Adrian Hoven, Margit Carstensen, Eva Mattes en Fassbinder zélf te herkennen.”
“Evenals Gus Van Sants remake van Psycho vind ik Ozons Fassbinder-kopie eigenlijk een onzinnige onderneming. Wat me stoort is dat hij in zijn kopieerdrang ook weinig consequent is. De Franse taal is bijvoorbeeld veel te gesoigneerd voor een Fassbinder-tekst. Fassbinders teksten die erg beïnvloed zijn door de Beierse toneelschrijfster Marie-Luise Fleisser — een tijdgenote van Brecht — hebben een typische melodie die in het Frans totaal verloren gaat. Bij Fassbinder zit de vervreemding vooral in de gestileerde acteerstijl en het gestileerde gebruik van de taal, niet in een dansje dat plotseling wordt opgevoerd. In zijn toneelstukken liet hij mensen wel eens plotseling een Elvis-liedje zingen, maar niet in zijn films. Dat dansje is nu een ironisch intermezzo dat niet past bij de ernst van de film.”
“Gus Van Sant kopieerde Psycho shot voor shot, zonder daarbij het gevoel van het origineel op te wekken. Gouttes d’eau is geen directe remake, eerder een rare hybride mengvorm van Fassbinders vroege theater- en filmstijl en zijn latere melodrama’s. Misschien is het wel een postmodernistisch kunstje, maar ik vraag me vooral af wat het nut is van die stijlcitaten. Dan kun je beter met het origineel aan de haal gaan, in je eigen stijl, dat is veel oorspronkelijker. Het idee dat ik dan ook bij deze film kreeg, is dat het een gebrek aan stijl is en misschien ook wel een gebrek aan talent. Het is als een goedkope reproductie, één grote cinefiele grap.”
“Je kunt beïnvloed zijn door Fassbinder, zoals Cyril Collard in zijn autobiografische aidsfilm Les nuits fauves (1992), een film die volgens mij geïnspireerd is op In einem Jahr mit 13 Monden (1978), of zoals Wong Kar-wai in zijn vroege films As Tears Go By en Days of Being Wild. Er is een verschil tussen regisseurs die beïnvloed zijn door hun voorgangers en regisseurs die hun voorgangers rechtstreeks imiteren. Het punt is dat Ozon niets toevoegt. In Berlin Alexanderplatz verbond Fassbinder zélf al het beste uit twee werelden. Het persoonlijke en het melodramatische gingen hier hand in hand. Een ideale mix, die Ozon in ieder geval niet heeft weten te bereiken.”