Apichatpong Weerasethakul over Ashes en Mekong Hotel
'In een land met sterke censuur moet je creatief zijn'
Mekong Hotel
Twee nieuwe films van Uncle Boonmee-regisseur Apichatpong Weerasethakul gingen in première in Cannes en zijn nu al te zien op Mubi.
Achter een door loom gitaargetokkel begeleidde blik op de Mekong-rivier schuilt een verhaal vol geesten. Van het verleden. Van desastreuze milieupolitiek. Van onvermijdelijke vooruitgang. Maar ook van het gevoel dat de tijd een beetje uit zijn voegen is.
Het een uur durende Mekong Hotel van de Thaise filmmaker Apichatpong Weereasethakul beleefde in Cannes zijn wereldpremière en daags daarna ging het door VoD-kanaal Mubi in opdracht van Lomo (van die leuke cameraatjes) geproduceerde Ashes online. Fast forward beeldenflitsen die reflecteren op bekende Weerasethakul-thema’s als tijd en herinnering, tegen de achtergrond van politieke demonstraties voor de vrijheid van meningsuiting. Films die zoals we van de filmmaker gewend zijn even concreet als mysterieus zijn en even veelzeggend als veellagig. En mooi. Zoals altijd ogentroost mooi. Een gesprek op een boot in Cannes.
Zowel Ashes als Mekong Hotel heeft u gedraaid in dezelfde regio op de grens van Thailand en Laos als waar u het Primitive-project en als onderdeel daarvan Uncle Boonmee Who Can Recall His Past Lives maakte. Locaties met een bepaalde politiek-historische achtergrond spelen in uw werk een steeds belangrijkere rol. Waarom was het zo belangrijk om naar dit gebied terug te keren? “Dit is waar ik ben opgegroeid. En hoewel ik destijds niet veel van de geschiedenis van dit gebied wist, vind ik het zeer interessant om die nu te ontdekken. Het Primitive-project greep terug op de communistische periode in dit gebied, en op de gedwongen verhuizingen van de Laotianen. Maar het is ook de streek waar we, toen mijn vader in 2003 overleed, zijn as in de Mekong-rivier hebben gegooid. In droge periodes, als het water van de rivier opdroogt, wordt het zand van de rivierbedding met bulldozers opgegraven en gebruikt voor de bouw van huizen. Zo keren de botten en as van gestorven mensen terug als bouwstoffen voor nieuwe gebouwen. Dat idee van reïncarnatie is de moeite waard om te onderzoeken.”
Is de regio aan grote veranderingen onderhevig? “Enorm. In het bijzonder de relatie tussen de mensen en de rivier. Na de bouw van stuwdammen in China en Laos is de biodiversiteit in de rivier ontzaglijk veranderd. Er zijn meer overstromingen en periodes van droogte. Thailand heeft elektriciteit nodig, en we kopen veel elektriciteit in Laos, maar de balans is zoek.”
Het lijkt wel of uw werk steeds politieker wordt. In Mekong Hotel is er op de achtergrond sprake van die overstromingen en hoe de mensen in Bangladesh meer hulp krijgen dan in het binnenland en Ashes gaat onder andere over vrijheid van meningsuiting en het beruchte artikel 112 van de Thaise wet dat belediging van de koning strafbaar stelt en waarvan het gebruik sinds de militaire coup in 2006 met 1500% is gestegen. Hoe verhoudt zich dat tot de fictionele en bovennnatuurlijke elementen in uw werk? “Ik denk dat we vandaag de dag alleen maar via fictie kunnen communiceren, omdat dat is hoe onze generatie is opgegroeid. Door het consumeren van bewegende beelden. Onze generatie denkt cinematisch. Als we ons iets herinneren, of als we dromen, dan is dat ook als een film. We herinneren ons verhalen in close-ups of in slow-motion. Dat maakt film een machtig medium om de werkelijkheid bloot te leggen, en in het bijzonder de politieke situatie als je daar in een land met sterke censuur weinig over kunt zeggen. In dat geval zal je je toevlucht moeten nemen tot meer creatieve manieren om je boodschap over te brengen.
“Mijn films zijn niet openlijk politiek. Ik raak aan politieke onderwerpen om mensen bewust en nieuwsgierig te maken. Maar daarna moeten ze zelf op onderzoek gaan om uit te vinden wat er in onze geschiedenis is gebeurd. In die zin zijn mijn films vooral persoonlijk. Ik maak ze in eerste instantie om zelf na te kunnen denken en reflecteren op dingen. Maar ik merk wel dat naarmate ik ouder wordt mijn interesse meer richting politiek gaat. Het politieke wordt op die manier persoonlijk en zo kan ik er films over maken.”

Bent u dat zelf in Ashes, waarin een man over zijn droom vertelt om het filmmaken op te geven en te gaan schilderen? “Ja, dat is mijn stem, mijn droom. Misschien is dat wel een verborgen wens. Filmmaken is ingewikkeld en duur. Je bent een paar jaar met een project bezig en dan nog weet je niet zeker of het doorgaat. Denk je eens in hoeveel schilderijen je in diezelfde periode kunt maken. Ashes gaat over de pijn en het plezier van het leven in Thailand, en die droom is misschien een manier om daaraan te ontsnappen.”
Mekong Hotel is in die zin ook het gevolg van een gesneefd project, de horrorfilm Ecstacy Garden. “Ecstacy Garden was een spookverhaal, een van mijn onmogelijke projecten. In Mekong Hotel zitten een aantal nagespeelde repetities voor die film, over een dochter die ontdekt dat haar moeder een pob is, een soort vampierachtige geest die bezit kan nemen van mensen en een enorme behoefte heeft aan rauw vlees. Maar Mekong Hotel is geen horrorfilm, het is meer een droom of een voorstudie voor een groter project dat ik in de lijn van het Primitive-project over de Mekong-rivier wil gaan maken.”
Waarom bent u zo geïnteresseerd in het bovennatuurlijke? “Dat komt door mijn fascinatie voor herinnering. Ik probeer te onderzoeken hoe we ons dingen herinneren. Geesten waren heel aanwezig in de Thaise cultuur toen ik opgroeide. Ik denk dat ik erin geloofde; ze waren in ieder geval heel echt. Nu ik volwassen ben zijn ze een fictie geworden. Die verandering van hoe iets wat echt is fictie kan worden houdt me enorm bezig, aangezien film te maken heeft met het creëren van dat soort illusies.”
Ashes en Mekong Hotel zijn vanaf 19 mei 2012 te zien op Mubi.