Aktan Arym Kubat over This Is What I Remember

'De poppetjes zijn veranderd, de politieke realiteit niet'

This Is What I Remember

Een oude man die geen herinneringen meer aan zijn thuisland heeft, wordt in This Is What I Remember een metafoor voor hedendaags Kirgizië. Volgens filmmaker Aktan Arym Kubat is zijn land al een tijdje het spoor bijster. “Voor politieke vrijheid hebben we veel van onze tradities en gebruiken moeten inleveren.”

Er zijn niet veel vooraanstaande filmmakers in Kirgizië. Dat geeft Aktan Arym Kubat (1957) de merkwaardige verantwoordelijkheid te dienen als filmchroniqueur van zijn land. Al sinds de jaren negentig legt hij de mensen en verhalen uit zijn directe omgeving op het Kirgizische platteland vast.

Al meer dan drie decennia reflecteert hij op de turbulente verschuivingen in zijn land, dat sinds de val van de Sovjet-Unie maar liefst drie verwarrende en gewelddadige revoluties doormaakte. Expliciet politiek zijn de meeste van zijn sociaal-realistische films echter niet. Arym Kubat put uit zijn eigen herinneringen en de ervaringen van de mensen om hem heen, en biedt zo diepgaande inkijkjes in de mentale staat van zijn land.

In zijn eerste films putte deze regisseur uit zijn eigen leven. Met zijn tweede film Beshkempir (1998) begon hij aan een trilogie over zijn jeugd, verder bestaand uit de kortfilm Ostanovka (2000) en speelfilm De aap (Maimil (2001). Die jeugd werd getekend door het feit dat hij ter adoptie werd gegeven omdat hij werd geboren in een gezin met een overschot aan kinderen. Het zijn gevoelige en intieme films, met een literair karakter door de manier waarop de tijd mag vloeien en personages tijd krijgen met hun eigen gedachtes. De films krijgen extra gewicht doordat de zoon van de regisseur er de hoofdrollen in speelt, en dus de jeugd van zijn vader vertolkt. Beshkempir won het Zilveren Luipaard op het filmfestival van Locarno. Sindsdien is Arym Kubat één van de meest vooraanstaande filmauteurs uit deze Centraal-Aziatische regio.

Onbedoeld betekende The Light Thief (2010) het begin van een nieuwe trilogie, waarvoor Arym Kubat zich liet inspireren door de verhalen van mensen in zijn omgeving. In deze trilogie, die ook bestaat uit Centaur (2017) en het recent in de filmtheaters verschenen This Is What I Remember, speelt de regisseur zelf de hoofdrollen. Hij speelt steeds een ander personage – een elektriciën, een projectionist en een afvalruimer – maar de kern van de films is hetzelfde: zijn spel is een reflectie op de wereld om hem heen, een amalgaam van verhalen die een metafoor worden voor de staat van zijn land.

This Is What I Remember is een van zijn meest urgente films. Arym Kubat speelt een man met geheugenverlies die na meer dan twintig jaar dwalen door Rusland terug wordt gebracht naar zijn thuisland door zijn zoon (gespeeld door Arym Kubats eigen zoon). Terug in Kirgizië staat zijn amnesia symbool voor het mentale verval dat hij aantreft. Mensen zijn hun verbinding met het verleden kwijt, wil Arym Kubat benadrukken. Familietradities en andere hoekstenen van de maatschappij zijn vervangen door nieuwe obsessies en verslavingen. Kirgizië is een stuurloos land geworden, wat wordt verbeeld in Arym Kubats catatonische spel als de man die zijn verleden niet meer kent.

Afgelopen week was de Kirgizische filmmaker in Amsterdam. Tijdens een uitgebreid interview vertelde hij meer over This Is What I Remember en zijn persoonlijke connecties met de films die hij maakt.

This Is What I Remember is het slotstuk van een trilogie aan films waarin u zelf de hoofdrol speelt. Waarom besloot u om naast te schrijven en te regisseren ook zelf voor de camera te staan? “Mijn recente films zijn misschien niet zo autobiografisch als mijn eerdere werk, maar ze worden alsnog gedreven door de verhalen van bekenden. Zo ging de film The Light Thief eigenlijk alsnog over mij. Met die film hadden we wat financiële moeilijkheden, de voorbereidingen duurden meerdere jaren, maar we konden nog altijd geen geschikte hoofdrolspeler vinden. Uiteindelijk koos ik ervoor om het zelf maar te spelen. Mijn crew moedigde dat aan, want ze hebben me bij eerdere films op de set gezien. Ik werk bijna altijd met niet-professionele acteurs en speel als het ware voor wat zij moeten doen. Dus iedereen was het erover eens dat ik de meest geschikte persoon was. In de twee films die volgden was het vervolgens logisch dat ik ook de hoofdrollen zou spelen.”

Beide trilogieën gaan op hun eigen manier in op intieme herinneringen en ervaren. Hoe significant is het dan dat u in deze film een man met geheugenverlies speelt? “We hebben geprobeerd te doorgronden wat het betekent als mensen hun herinneringen verliezen. Maar het is lastig om dat specifiek te maken, want die mensen kunnen niet benoemen wat ze kwijt zijn geraakt. In mijn spel heb ik geprobeerd om in een soort trance te gaan, om in het moment te voelen dat ik niets begreep. Ik had geen voorbeelden van hoe ik dit moest spelen. We gingen dus puur intuïtief te werk. Wat interessant is aan mensen met geheugenverlies is dat ze nog wel hun mechanische herinneringen hebben. Handelingen zijn zo diep ingeprent, dat men die nog weet, maar hun naam en hun identiteit zijn ze kwijt.”

Ook thematisch is het personage interessant. Zijn verloren herinneringen zetten wat er tijdens zijn afwezigheid in Kirgizië is gebeurd op scherp. Hoe ziet u de relatie tussen de man zonder geheugen en de algemene staat van zijn land?  “De film put opnieuw uit mijn ervaringen en observaties. De samenleving was vroeger meer harmonieus. Mensen leefden in nauwere relatie tot elkaar en de natuur. In de afgelopen decennia van onafhankelijkheid hebben we weliswaar een soort politieke vrijheid gekregen, maar we hebben daarvoor veel van onze tradities en gebruiken moeten inleveren. Ik probeer dat bijvoorbeeld ook te symboliseren aan het begin van de film, met een beeld van enorme bomen en hun sterke wortels. Je moet stevig in je schoenen staan om alle veranderingen van de afgelopen jaren te doorstaan. Je moet kunnen leven met het verlies van bepaalde waardes van vroeger die er niet meer zijn.”

Uw eerdere films zijn voor mijn gevoel wat optimistischer. Ik vraag me af of u met deze film explicieter wilde zijn in uw kritische observaties op de ontwikkelingen om u heen.  “Zo denk ik er niet over na. Een schilder denkt ook niet expliciet na of zijn schilderijen lichter of donkerder moeten zijn. Je probeert simpelweg te uiten wat je voelt. Al heb je gelijk dat er in mijn vorige films meer ruimte was voor humor. In dit verhaal is daar geen plaats voor.”

Als chroniqueur van Kirgizië heeft u altijd geprobeerd de gemoederen van uw landgenoten in film te vangen. In deze film zie ik een stuurloosheid die ik eerder niet zag. “Dat heb je goed begrepen, denk ik. Ik heb altijd geprobeerd films te maken die putten uit een documentaire realiteit. Mensen zijn inderdaad stuurloos en verdwaald. Men snapt niet meer waar de overheid mee bezig is en waar hun land naartoe gaat. Ze proberen er zelf maar wat van te maken en door te leven, maar ze weten niet in welke richting. Kirgizië wordt beschreven als democratisch eilandje in de Centraal-Aziatische wereld. We hebben drie revoluties meegemaakt. Elk van die revoluties was erger dan die daarvoor. Bij die laatst revolutie is ook veel van de hoop van de mensen hier vervlogen. De poppetjes met de macht zijn weliswaar veranderd, maar de politieke realiteit niet.”

Hoe bent u in eerste instantie geïnteresseerd geraakt in het maken van film? “Eigenlijk is het puur toeval dat ik films maak. Toen ik jong was wist ik niet eens dat filmmaken een beroep was. Op school deed ik altijd alles wat met schrijven te maken had. Ik werkte mee aan de schoolkrantjes en kreeg toen ook de opdracht om illustraties bij de artikelen te maken. Die werden zo goed ontvangen dat mensen tegen me zeiden dat ik kunstenaar kon worden. Ik heb toen een kunstopleiding gevolgd en toen ik werk zocht, kwam bij een filmstudio terecht, de enige in Kirgizië. Bijna tien jaar lang heb ik gewerkt als decorateur, setbouwer en kostuummaker. Bijna altijd voor films van regisseurs die ik niet interessant vond, banaal. Ik wilde uiteindelijk zelf films maken omdat ik zag dat anderen niet goed genoeg waren en dat het anders zou moeten.”

Voelt u een zekere verantwoordelijkheid naar de mensen om u heen om hun verhalen natuurgetrouw in beeld te brengen, zodat ze gezien kunnen worden door de rest van de wereld? “Ik ben zelf ook nog een dorpeling. Ik woon in de plaats waar ik geboren ben. Ooit wilde ik leven in de grote stad, maar dat hoef ik al lang niet meer. Het platteland wat je in de film ziet is dus het leven dat ik ken. Je ziet dus ook alles wat ik weet over deze plek: de problemen die er zijn; hoe mensen met elkaar samenleven. Ik wil dat zo secuur mogelijk in beeld brengen. Het zal je misschien opvallen dat veel van mijn films zich afspelen langs wegen en spoorlijnen. Zo benadruk ik dat de maatschappij zich blijft ontwikkelen, maar deze mensen gebonden zijn aan hun eigen plaats.”