Porselein

Letterlijke metaforen

In het speelfilmdebuut van Jenneke Boeijink zorgt het zieke zoontje van een succesvol echtpaar voor scheuren in hun gezamenlijke leven. Maar in Porselein verliest alle symboliek gaandeweg zijn dubbele betekenis.

Het eerste dat opvalt aan Porselein is de taal. Om preciezer te zijn, de dictie. Dat zit niet zozeer in het acteerwerk als wel in de verschillen in tongval van de acteurs. Grof genomen hoor je half om half Nederlands en Vlaams. Hoe mooi die vermenging op sociologisch gebied ook zou zijn, hier roept het nogal wat onnodige vraagtekens op die nooit worden beantwoord: waar bevinden we ons hier en hoezo deze taalsituatie?

De reden blijkt te liggen in productionele overwegingen die niets van doen hebben met de plot van de film. Regisseur Jenneke Boeijink werkte ruim zeven jaar aan haar eerste bioscoopfilm en werd gaandeweg dat proces geconfronteerd met om verschillende redenen afhakende Nederlandse cast- en crew­leden. België bood uitkomst, een manier om de film alsnog gemaakt te krijgen. Euro-pudding op Benelux-niveau.

Toch rijst de vraag of Porselein niet een nog wat langere rijptijd nodig had. Het is een behoorlijk hermetische film. Het persoonlijke verhaal  over een uit elkaar groeiend echtpaar werd destijds door Boeijink en haar toenmalige echtgenoot Thibaut Delpeut in een week geschreven. Pas tijdens de draaiperiode realiseerde Boeijink, die inmiddels van Delpeut was gescheiden, zich dat haar werkelijkheid het verhaal had ingehaald. Zo werd de film met terugwerkende kracht een reflectie op haar verbroken relatie.

In Porselein wordt dit verbeeld met veel dubbel bedoelde lagen waarin gaandeweg het verschil tussen letterlijk en figuurlijk verdwijnt. Een succesvol echtpaar woont met hun zoontje op een van de bovenste etages van een luxe woontoren. Enerzijds is er Paul (Tom Vermeir) die als zakenman vaart op zijn zelfverzekerde houding om genadeloos over alle obstakels heen te walsen. Anderzijds zijn echtgenote Anna (Laura de Boer) die werkzaam is als restaurateur van porselein. Ze worden geconfronteerd met scheurtjes in hun gezamenlijke leven als hun achtjarige zoontje Thomas (Neathan van der Gronden) eerst vreemd gedrag vertoont en vervolgens ziek wordt. Paul verliest daarmee zijn houvast en controle en Anna kan als restaurateur de ‘barsten’ in het ‘porselein’ niet meer helen. En wat is je ivoren toren dan nog waard?

In het afglijden naar verval en chaos worden in Porselein op serieuze toon metaforen op elkaar gestapeld. Maar te midden van alle symboliek mist enige ademruimte. Door een gebrek hieraan glijdt Boeijinks film zelf af, en stapelen de vervreemdende en eendimensionale beeldspraken zich in rap tempo op. Boeijink zelf realiseert zich dat wellicht ook. Citaat uit de persmap: ‘Ik maakte deze film op intuïtie, misschien was een rationelere benadering ook goed geweest.’