Imagine 2025: Méliès d’Argent-competitie
Zombie-orgie en wc-avonturen
Flush
Gedurfde experimenten sieren dit jaar de Méliès d’Argent-competitie op het Imagine Fantastic Film Festival. Van Ben Wheatley’s paranoiathriller Bulk tot het provocatieve (bad)kamerspel Flush.
Ben Wheatley is een van de ongekroonde koningen van de genrecinema. De maker van onder meer Sightseers (2012), A Field in England (2015) en High-Rise (2015) is dit jaar eregast op het Imagine Fantastic Film Festival in Amsterdam.
De Brit volgt het principe ‘één voor de studio’s, één voor mij’. Na de blockbuster B-film Meg 2: The Trench (2023) voltooide hij de kleinschalige zwart-witfilm Bulk, waarin een man (Sam Riley) in een mysterieus huis op zoek gaat naar een wetenschapper wiens mislukte snaartheorie-experiment de realiteit heeft verstoord.
In de woning leidt elke deur naar een ander parallel universum en daarmee een ander filmgenre: de ene keer belandt de man in een sciencefictionscenario, de andere keer in een oorlogssituatie. Zijn leven ziet er in elke dimensie net anders uit. Soms is hij getrouwd, soms niet; hij heeft telkens een andere baan.

Bulk is onvervalste metacinema: een film vol genrewisselingen en personages die de kijker eraan herinneren dat ze naar een artificiële constructie kijken. Daarmee is de film een aaneenschakeling van kleine hommages aan de filmgeschiedenis. De beeldverhouding 4:3 sorteert samen met het gebruik van groothoeklenzen een claustrofobisch effect dat doet denken aan de beklemmende films noirs van Orson Welles; een slagveld bezaaid met klonen – een man in pak die telkens wordt geëxecuteerd – is een knipoog naar The Matrix (1999).
Bulk is een van de elf films die op Imagine meedingen in de Méliès d’Argent-competitie voor Europese films. In die selectie weten meer filmmakers met een klein budget een indrukwekkende prestatie neer te zetten. De Britse filmmaker Jessica Vogt maakt haar speelfilmdebuut met het psychologische sciencefictiondrama Phase, een film die zich volledig afspeelt op een krap ruimteschip. Nadat de zwangere Ursula (Rhiannon Bell) wordt ontslagen op een ruimtestation, doolt ze in een space pod door de ruimte, op zoek naar de vader van haar kind.
Phase werd gemaakt voor een klein budget, en dat zie je. De aankleding van de film, die zich afspeelt in een toekomst waarin de aarde niet meer door mensen wordt bewoond, oogt als een samengeraapt zooitje. Bijna zoals kinderen met pollepels en een vergiet astronautje spelen. Toch weet Vogt de kijker binnen een paar minuten in te palmen en neem je de knullige rekwisieten voor lief. Het spel van Bell helpt: je voelt Ursula’s ontredderde eenzaamheid. Vogt laat zien dat je jezelf met beperkte middelen op de kaart kunt zetten.

De mysterieuze thriller The Occupant ziet er bij vlagen juist uit als een ambitieuze Hollywood-productie. Het speelfilmdebuut van Hugo Keijzer speelt zich af in de Georgische Kaukasus en draait net als Phase om de beproevingen van een jonge vrouw. Deze Abby (Ella Balinska) is een geoloog die een klus heeft aangenomen om een experimentele ziekenhuisbehandeling voor haar zieke zus te kunnen bekostigen.
Na een helikopterongeluk is Abby in de wildernis op zichzelf aangewezen. Totdat ze in een portofoon een stem hoort van een vreemdeling (een rol van Rob Delaney) die beweert kilometers verderop te zijn neergestort. Abby besluit koers te zetten naar de geheimzinnige sirene, in de hoop daarmee haar overlevingskansen te vergroten. Keijzer filmt haar reis in weidse shots, die de nietigheid van de mens tegenover het landschap benadrukken. Liefhebbers van dit type genrecinema weten dat zo’n helse onderneming alleen maar kan leiden tot meer misère.
The Ice Tower (La tour de glace), de nieuwe film van Lucille Hadzihalilovic, speelt zich net als The Occupant af in een besneeuwde wereld. Maar de sneeuw die tiener Jeanne (Clara Pacini) aantreft op een filmset is nep. Jeanne, die uit een kindertehuis is ontsnapt, komt bij toeval in een ogenschijnlijk verlaten pand terecht waar opnames plaatsvinden voor een verfilming van De Sneeuwkoningin. Acteur Cristina (Marion Cotillard) geeft gestalte aan het titelpersonage uit het sprookje van Hans Christian Andersen. Tussen de twee vrouwen ontstaat een eigenaardige symbiose.

The Ice Tower zit net als Wheatley’s Bulk vol dubbele bodems: het is een film over het maken van een film in een film. Qua esthetiek en stijl doet het mysterie (op het afgelopen filmfestival van Berlijn bekroond met de Zilveren Beer) denken aan Italiaanse giallo’s uit de jaren zeventig, met een vleugje Hitchcock. De film lijkt een droom, waarin telkens de vraag rijst: kijken we naar een take? Wat is de realiteit? Als “coupé” klinkt, Frans voor “cut“, wordt je weer even wakker geschud uit de hypnotische droom in een droom.
Het Letse Dog of God (Dieva suns) oogt net als The Ice Tower als een psychedelische fantasie die verwordt tot een nachtmerrie. De animatiefilm draait om een kwaadaardige clericus die in de zeventiende eeuw een jonge vrouw beschuldigt van hekserij. De filmmakende broers Raitis en Lauris Ābele zetten direct de (subversieve) toon met een soort Mozes-figuur die met een grote zweep een zee in tweeën klieft om vervolgens een paar testikels te scheiden van een levensgrote fallus. Jazeker.
Dan: een mistig weiland met in de verte de kerktoren van Livonia, het dorp waar de film zich zal afspelen. In Dog of God is religie een farce, gekunstelde spiritualiteit die ons zou onderscheiden van de dierenwereld. De film is vervolgens een aaneenschakeling van obscene en vulgaire provocaties – daar leent animatie zich uitstekend voor. Een dronken man zoent de anus van een kat; de clericus ontpopt zich tot een masturberende voyeur; een zombie-orgie. Wat nou, met je religie? Lijkt de film te vragen. Want al die christelijke moraliteit heeft de mensheid bepaald niet in het gareel gehouden.
De Deense komedie The Last Viking (Den sidste viking) speelt eveneens met instinctieve reflexen. Veel van de gortdroge zwarte humor die regisseur/scenarist Anders Thomas Jensen (Riders of Justice, 2020) etaleert, is het resultaat van instinctieve beslissingen.

Mads Mikkelsen speelt Manfred, een getraumatiseerde figuur die graag ‘John’ genoemd wil worden, naar John Lennon. Nikolaj Lie Kaas vertolkt Manfreds broer Anker, die aan het begin van de film vrijkomt uit de gevangenis. Manfred heeft de buit van een overval voor Anker verstopt, maar weet niet meer precies waar. Tot overmaat van ramp blijft Anker zijn broer ‘Manfred’ noemen en zodra dat gebeurt springt Manfred uit het raam – ongeacht waar hij zich bevindt. Het is fascinerend om te zien dat het in de films van Jensen vaak de humor is die fungeert als katalysator van de plot. In The Last Viking leidt dat tot aanstekelijke slapstick, met Mikkelsen als een eigentijdse Harold Lloyd.
Van alle films die meedingen naar de Méliès d’Argent is Flush het meest uitzinnige vormexperiment. De thriller draait om een soort nar (Jonathan Lambert) die in een nachtclub de voorraad cocaïne steelt van de huisdealer en niet veel later na een ongelukkig incident bij de wc’s met zijn hoofd terechtkomt in een hurktoilet – letterlijk de wereld op z’n kop, in een film die je zou kunnen omschrijven als een claustrofobisch (bad)kamerspel. Deze Luc moet om te kunnen overleven af en toe goed doorspoelen, waarna uitwerpselen en wc-papier langs zijn gezicht schieten. Eerst lach je daarom, dan begin je met Luc mee te leven.
Dat is het knappe aan deze film van cineast Grégory Morin: hij neemt de potsierlijke premisse zo serieus, dat je dat als kijker vanzelf ook gaat doen. Een gedurfde komische thriller als Flush is precies waar je op hoopt bij een genrefilmfestival.
Imagine Fantastic Film Festival | 31 oktober t/m 9 november 2025 | Lab111 & De Filmhallen, Amsterdam
Best of Imagine on Tour (met vijf films, waaronder The Last Viking en Flush) | 15 november, Louis Hartlooper Complex (Utrecht) | 29 november, Kino (Rotterdam) & LAB-1 (Eindhoven) | 30 november, Forum Groningen
The Occupant draait vanaf 6 november in de bioscoop. The Last Viking is te zien vanaf 4 december en wordt besproken in het decembernummer van Filmkrant.