Documentairefestival Thessaloniki 2025
Over elkaar heen tuimelende strijdkreten

Foto: Thessaloniki Film Festival
De wereld staat in brand, dus aan politieke onrust én aan documentaires die dat verbeelden geen gebrek. Op het documentairefestival in de Griekse havenstad Thessaloniki waren er te midden van een stortvloed aan informatie gelukkig ook documentaires die hun verhaal behapbaar en persoonlijk weten te houden.
Terwijl de lente op gang komt, de zon zich steeds vaker laat zien en de temperatuur overdag net onder de twintig graden schommelt, lijkt Thessaloniki te genieten van een gemoedelijke atmosfeer. Wie zich bewust is van de onderstroom, weet dat iedereen vooral zijn best doet om het leven normaal te houden.
Op het moment dat het documentairefestival van Thessaloniki wordt gehouden (6 t/m 16 maart 2025), is er wereldwijde onrust door de oorlog in Oekraïne, het fragiele staakt het vuren in Gaza en de constante verwarring rond Trumps beleid. In de stad zelf leeft ook de herinnering aan het tumult op en rond de vorige editie van het festival. Posters en festivaluitingen stuitten op weerstand van de Griekse kerk en veel gelovigen, en er ontstond een heksenjacht van jongeren op een non-binair koppel.
Daarnaast is er veel protest rond de nasleep van de treinramp in Tempi, die precies twee jaar geleden op de vooravond van het festival plaatsvond. Bij de treinramp in het noordoosten van het land kwamen 57 mensen om het leven, de meesten jonge studenten. Twee jaar later maakt het Griekse volk de balans op. Er is nog geen enkele verbetering op het spoor in werking gesteld, het aantal verhitte debatten in het parlement neemt toe.
De in Thessaloniki geboren kinderarts Maria Karystianou is een spreekbuis geworden voor de vele ouders die hun kinderen in deze ramp verloren. Karystianou, wier twintigjarige dochter in Tempi omkwam, is in haar strijd voor gerechtigheid uitgegroeid tot een tragische volksheld. Als doorn in het oog van de autoriteiten daagt deze moeder de ‘wetteloze staat’ Griekenland en de vele onaantastbaar verklaarde gezaghebbers voor het Europese hof vanwege hun nalatigheid. Gevolg: protesten door het hele land; volgens velen is het de grootste opstand sinds die tegen de militaire junta in 1973. Volgens berichten bracht het in alleen al Athene ruim 400 duizend mensen op de been (de Griekse politie, notoir om zijn lage schattingen, houdt het op een alsnog indrukwekkende 170 duizend demonstranten).
Dat is het klimaat waarin het documentairefestival dit jaar in plaatsvindt. Het lijkt inmiddels traditie; opnieuw is het Aristotelesplein, ook het hart van het festival, het toneel van tegengeluid. Een collega vertelt dat hij de dag voor aanvang van het festival al in Thessaloniki was en tijdens het passeren van een zoveelste protest traangas van de politie in zijn ogen kreeg. “Ik ben erger gewend, ik kom uit Libanon.”
Verwarring
Dit alles heeft ook duidelijk zijn weerslag op het festival. Of het nu gaat om de 261 korte en lange documentaires in verschillende competities en themaprogramma’s, een immersive programma over AI of de competitie voor podcasts, bij de meeste werken dringt de huidige warboel van de wereld zich constant op. Dat al deze verhalen om aandacht strijden, benadrukt tegelijkertijd de noodzaak en de verwarring.
Artistiek directeur Orestes Andreakis vergeleek de gebeurtenissen van de afgelopen maanden in filmvakblad Deadline met een achterstevoren vertelde historische documentaire over de jaren dertig. Thessaloniki is een stad is die herinneringen en geschiedenis in zich meedraagt, stelt hij. “Het is een plek die weet van geopolitieke spanningen, en het festival is altijd een plek van dialoog, van vrijheid, van cultuur geweest. Dat is het allerbelangrijkste. Want kunst is een van de krachtigste wapens van de democratie.”

De winnaar van het festival, het Amerikaans-Franse Coexistence, My Ass (Amber Fares) is een typisch voorbeeld van een film die vooral bekroond lijkt als steun voor de missie die eruit spreekt. De film heeft een mooie en aanvankelijk relativerende invalshoek via de Israëlische stand-up comedian en activist Noam Shuster-Eliassi en haar strijd voor gelijkheid voor Israeli’s en Palestijnen. Maar Coexistence, My Ass komt nergens uit de schaduw van de recente Oscar-winnaar No Other Land. Het blijft lastig bij het beoordelen van documentaires: gaat het om de filmische ervaring of om de onderwerpen die belicht worden?
Gelukkig zijn er ook films die tonen dat dit een kunstmatige tegenstelling is en die met kleine gebaren grootse indruk maken.
Tastbare onderwerpen
De winnaar van de publieksprijs voor een documentaire langer dan 50 minuten, tevens winnaar van de Zilveren Alexander in de Newcomers-competitie, is het Griekse They Talk About Worship Here (Edó miláne gia latreía, Byron Kritzas). In zijn eerste filmproductie schetst muziekjournalist Kritzas een beeld van de inmiddels opgeheven cultband Kore. Idro. Kritzas: “Ik heb totaal geen filmervaring. Ik zat whisky te drinken met een goede vriendin en zei dat ik een documentaire over onze favoriete band Kore. Idro. wilde zien. Van het een kwam het ander. Ik wilde deze documentaire maken omdat ik ‘m zelf wilde zien.”

Kore. Idro, werd in de jaren negentig opgericht door R.E.M en Nirvana aanbiddende jongeren in Corfu. De frontman trad op met ontbloot bovenlijf, met de contour van hun geboorte-eiland in zijn borst- en buikhaar geschoren. Muzikaal wordt de band door Kritzas omschreven als een mengeling van The Smiths of Pavement met wat Griekse muzikale elementen (denk aan een Griekse variant van Nederlandse artiesten als Spinvis of Roosbeef). Dat een documentaire over een band als deze zo populair is bij het Griekse festivalpubliek lijkt in eerste instantie een hang naar nostalgie in barre politieke tijden. Maar Kritzas wijst erop dat er juist ook nostalgie in die politiek zit. “Kijk maar naar Trump met ‘Make America Great Again’. Kijk naar de huidige Griekse premier Mitsotakis, een persoon geworteld in een politieke familie, wiens achternaam een soort troost biedt aan degenen die bang zijn voor verandering.”
Voor Kritzas speelde nostalgie dan ook geen rol bij het maken. “Ik hoop juist dat het als inspiratie kan dienen voor getalenteerde jongeren van nu, om grenzen te verleggen en zich niks van regels en verwachtingen aantrekken. Voor mij voelt het zo dat in de jaren nul de muziek beter was dan nu, maar waarschijnlijk ben ik gewoon ouder en achterdochtiger. Ergens wordt er op dit moment vast een geweldig nummer geschreven.”
They Talk About Worship Here heeft een redelijk klassieke opbouw, waarin talking heads het verhaal vertellen. Maar binnen dat klassieke format krijgt het, door mystificatie en aanstekelijke ophemeling, een eigen schopperigheid. Het zou net zo goed werken als film over een fictieve band.
Geen grafzerk
Een documentaire over cultureel erfgoed van een andere orde is How to Build a Library. Hierin geeft het Keniaans-Amerikaanse echtpaar Maia Lekow en Christopher King ons net als Mati Diops Dahomey (2024) een inkijkje in de toe-eigening van eigen identiteit van een Afrikaans land. De kononiale erfenis die hier centraal staat is de neoclassicistische McMillian Memorial Library in Nairobi, een statige bibliotheek die tot 1958 alleen toegankelijk was voor de witte Europese bezetters van het land. Twee bevriende Keniaanse vrouwen, uitgever Angela Wachuka en ondernemer en schrijver Shiro Koinange, zetten zich samen in om van dit gebouw nu een openbaar toegankelijke bibliotheek te maken.

De titel zegt het al: hoe zorg je ervoor dat dat gebouw geen grafzerk voor een tragisch verleden wordt, maar een bruisend cultureel centrum? How to Build a Library is een film over het afschudden van het verleden en het vinden van een nieuwe vorm, het zoeken van een weg in een bureaucratisch systeem en de vraag in hoeverre je de koloniale collectie moet vervangen met Afrikaanse boeken met een Afrikaans, het liefst Keniaans perspectief, ook al lijkt die markt pas net op gang te komen.
Wat beide documentaires gemeen hebben, is dat ze dicht bij het onderwerp blijven. Zonder de behoefte er een groter, abstract, politiek verhaal van te willen maken, hoewel dat wel degelijk op de loer ligt.
Bubbel
Een ander toonbeeld van zo’n subtiele aanpak die je gebiologeerd houdt is Fatherhood (Even G. Benestad & August B. Hanssen). De documentaire vertelt in een behapbare 75 minuten over Chris, Sindre en David, drie mannen in een driehoeksverhouding die hun eerste kind verwachten.

“We wilden alle bijzaken en ruis achterwege laten”, vertelt Hanssen. “Zo was er tijdens het filmen een schietpartij in een gaykroeg in Oslo waarop protesten volgden voor lgbtqi+ rechten. Onze hoofdpersonen vroegen of we daar niet meer aandacht aan moesten besteden. Het zit er nu wel in, maar we kozen ervoor om in de bubbel van hun zwangerschap te blijven. Als je net iets verder uitzoomt komen er al snel allerlei dissonanten in je verhaal, denk bijvoorbeeld aan mensen die niet willen meewerken omdat ze dit een moeilijk gegeven vinden. Het wordt al snel iets controversieels waar mensen zich vanaf kunnen keren.”
Doordat Fatherhood zo focust op de hoofdpersonen en hun situatie, en wegblijft van politieke uitleg en duiding, vertelt het een persoonlijk politiek verhaal waarin je als kijker makkelijker kunt meegaan. Anders dan Benestad en Hanssen lijken de meeste makers geneigd er feiten en achtergronden bij te halen, alsof ze haast bang te zijn om niet slim genoeg over te komen. Hanssen: “Toen we mensen tijdens de montage gedeeltes lieten zien, kregen we vaak de vraag of dit niet een al te simpele opzet was. Moet het niet wat scherper en gedurfder? Voor ons niet, we wilden juist uitnodigen om iets te zien dat diep menselijk en universeel aansprekend is.”
De belangrijkste winnaars
Internationale competitie
Gouden Alexander: Coexistence, My Ass! (Amber Fares)
Zilveren Alexander: Free Leonard Peltier (Jesse Short Bull & David France)
Eervolle vermelding: Child of Dust (Weronika Mliczewska)
Newcomers-competitie
Gouden Alexander “Dimitri Eipides”: How to Build a Library (Maia Lekow & Christopher King)
Zilveren Alexander: They Talk about Worship Here (Byron Kritzas)
Eervolle vermelding: Pet Farm (Finn Walther & Martin A. Walther)