Prénom Carmen #33

Adèle!

La fille inconnu

Carmen Felix schrijft over genre, niche en mainstream.

Er verscheen laatst een tweet in m’n timeline: Adèle Haenel is stepping away from the film industry: ‘It’s reactionary, racist and patriarchal.’ Ik wist al precies wat voor een reacties ik op deze tweet zou gaan lezen en toch besloot ik er even in te duiken: ‘Wie is ze?’ ‘Waarom denkt ze dat ze iets kan veranderen als ze vertrekt?’ ‘Ik heb geen idee wie dit is?’ ‘Wie?’ ‘Ze komt wel weer terug als haar geld op is.’ ‘Moet ik haar kennen?’

Haenel liet twee jaar geleden tijdens de uitreiking van de Césars al blijken hoezeer ze spuugt op Frankrijk als filmland dat nog steeds beeldjes uitreikt aan verkrachter Roman Polanski. Ze liep weg uit de zaal. En nu loopt ze weg uit nog iets meer dan een zaal. Haar redenering voor het kappen met film: ze weigert nog te werken in een door mannen opgezette fuik van een industrie waarin seksisme, racisme, kapitalisme en het patriarchaat nog steeds op tafel dansen. Voor haar voelt haar eigen bijdrage aan die industrie alsof ze meewerkt aan het in stand houden ervan. Ze weigert mee te doen als een soort feministisch doekje voor het bloeden dat af en toe van het aanrecht wordt gepakt als er weer iemand klaagt dat er te weinig vrouwen in film actief zijn of wanneer een man weer ergens over de schreef gaat.

Ik weet niet of ze me vanuit Amsterdam kan horen, maar ik wil alleen maar OUUUIII ADÈLE, MA REINE! gillen. Het activisme van acteurs is doorgaans nogal performatief, voor de bühne en alleen aanwezig als er iets te promoten valt. En belangrijker: het is opeens verdwenen zodra het eigen portemonneetje in gevaar komt.

Misschien is het zoals dat zure twitteraartje claimt en komt Haenel weer met hangende pootjes terug zodra ze het geld nodig heeft, maar I don’t care: ze maakt haar punt luid en duidelijk en we zouden al onze kritiek moeten bewaren voor de acteurs die dit niet doen. De acteurs die pas afstand nemen van de verkrachters, grensoverschrijders, aanranders en creeps als het gênant wordt dat ze niks doen. Of als het dichtbij komt. Hoe vaak hebben we dit argument van mannen en vrouwen uit Woody Allens dertien-in-een-dozijn romkoms niet aan moeten horen? “Het was héérlijk om met ’m te werken, hij was zo professioneel.” Een soort kinderachtig ‘tegen mij was hij wél aardig’. Ja babe, natuurlijk is hij professioneel en poeslief op de set, maar laat je je peuter bij ’m op schoot zitten?

Om die vieze smaak uit je mond te krijgen, van smerige mannen die al jaren niet met de consequenties hoeven te dealen, raad ik jou en alle stoere mannen uit die Twitter-thread aan om Adèle Haenels filmtrio uit 2019 even aan te knallen. Kijk Portrait de la jeune fille en feu, Deerskin en Les héros ne meurent jamais en ga daarna lekker zitten balen van het feit dat deze getalenteerde actrice zich genoodzaakt voelt uit dit vak te stappen.

Geschreven door Carmen Felix