Het nieuwe kijken #23
Hero Props
Ebele Wybenga bericht maandelijks over wat hem opvalt op het kruisvlak van cinema en beeldcultuur.
Wat doet een grafisch ontwerper in de filmindustrie? Veel meer dan het ontwerpen van posters, weet ik sinds een congres over visuele cultuur in Londen. Annie Atkins, een Britse ontwerpster die het artwork gedaan heeft voor The Grand Budapest Hotel van Wes Anderson, was de leukste spreker.
Neem een detective wall in een misdaadfilm, zo’n wand vol met portretfoto’s, krantenknipsels, kaarten, aantekeningen en met rood koord verbonden punaises. Iemand moet dit maken, met realistische details die passen bij de tijd waarin de film zich afspeelt. Daar schakelen filmproducenten grafisch ontwerpers voor in die soms met een heel team maandenlang fulltime bezig zijn om al het tweedimensionale artwork voor te bereiden.
De ontwerpers gaan regel voor regel door het script en markeren elke brief, reclamebord, menukaart, poster, naambordje, krant, boek, grafzerk, kaart of schilderij die erin wordt gesuggereerd. Ze gaan extreem ver in de details omdat filmkijkers er extreem over kunnen zeuren. Als de film speelt in 1933 en de data op een kalender niet kloppen krijg je reacties op IMDb zoals ’14 december viel dat jaar op een dinsdag!’. Als er in een bepaalde scène een briefje wordt doorgescheurd of besmeurd moet je voor elke take een perfecte kopie klaar hebben liggen omdat je het niet opnieuw kunt gebruiken. Dat kunnen er zomaar vijftien zijn.
En bij Wes Anderson, vertelde Atkins, wel dertig. Ze spreekt van een ‘hero prop‘ wanneer een stuk artwork langer dan een seconde in beeld is en vooral als erop wordt ingezoomd. In The Grand Budapest Hotel is dat bijvoorbeeld een door gevangenen getekende plattegrond van hun gevangenis waarmee ze hun ontsnapping plannen. Het is getekend op gebruikt pakpapier met de adressering er nog op, net als de postzegels en de stempels van een fictief Oost-Europees vorstendom. Voor de postzegel moest een portret van de keizer worden getekend, een detail dat de scriptschrijver onmogelijk had kunnen voorzien. Door zulke aandacht voor het artwork krijg je een filmervaring die lijkt op het bladeren door een prentenboek.
Mijn eigen favoriete hero prop in The Grand Budapest Hotel is het zachtroze doosje met babyblauw lint en elegante belettering van Patisserie Mendl’s.