Freeze Frame #6

Phantom Thread

Phantom Thread. Illustratie: Lae Schäfer

Regisseur Shady El-Hamus (De libi) brengt maandelijks een ode aan een bijzondere film- scène. Deze keer: een omelet met paddenstoelen in Phantom Thread.

If This Isn’t Toxic Masculinity, What Is?’ kopte Variety toen Phantom Thread in 2017 uitkwam. De film van regisseur Paul Thomas Anderson gaat over giftige mannelijkheid ja, maar wordt het patriarchale, dominante beeld van de man hier bevestigd of bevraagd?

Daniel Day-Lewis speelt Reynolds Woodcock, een geniale modeontwerper in het Londen van de jaren vijftig. Een man met een groot ego en een klein hart. De film maakt al snel duidelijk dat we hier naar een tragische figuur kijken die volledig vastgeroest zit in zijn eigen rol. Zo is er vroeg in de film een scène waarin Reynolds zich kapot ergert aan de vrouw met wie hij op dat moment zijn leven deelt. Ze maakt te veel geluid tijdens het ontbijt waardoor hij niet kan werken en niet veel later is de vrouw uit zijn leven verdwenen. Moeten we dit serieus nemen? Of kijken we naar een metaforische uitvergroting?

Reynolds kan moeilijk alleen zijn en ontmoet niet veel later Alma. Hij lijkt in eerste instantie slechts op zoek naar een vrouw bij wie hij zich goed voelt, van wie de aanwezigheid hem moet inspireren, maar al snel gebeurt er iets interessants: Alma laat zich niet commanderen en spreekt Reynolds constant tegen. Het irriteert hem, maar fascineert hem nog veel meer. Er ontstaat een getouwtrek tussen twee mensen die elkaar niet los willen laten zoals dat altijd gaat in de beginfase van een relatie – samen op zoek naar de juiste verhoudingen. Met horten en stoten.

Alma leert dat er periodes in de relatie zijn waarin ze Reynolds kwijt is. Dan is hij zo met zijn werk en met zichzelf bezig dat hij haar niet meer lijkt te zien. Als Reynolds op een dag ziek wordt en aan bed gekluisterd is, gaat hij open – zijn ego valt weg, hij is kwetsbaar en laat haar toe. Een paar dagen zijn de twee volledig in balans en Alma beseft dat dit de relatie kan redden. Ze begint haar man te vergiftigen met champignons uit het bos, net genoeg dat hij eens in de zoveel tijd weer even tot stilstand komt. Als Reynolds doorkrijgt wat ze met hem doet protesteert hij niet. Hij lijkt eerder ontroerd dat iemand zoveel van hem houdt en ervoor kiest om hem niet in de steek te laten.

In een scène aan het einde van de film zit Reynolds op de wc-pot met een emmer in zijn hand. Alma heeft hem zojuist een omelet met paddenstoelen gevoerd en samen wachten ze tot de ziekte komt. Absurd is het, maar net zo goed vertederend want daar zitten twee mensen die samen zijn, echt samen. De machtsstrijd is voorbij, dit is hoe de puzzel past.

Ik ben ontroerd, want ik zie een man die dankzij een vrouw is losgebroken uit zijn eigen verstikkende idee van wat ‘een man’ moet zijn. Maar wat misschien nog wel meer ontroert is dat ik geen filmmaker zie die een giftig manbeeld hooghoudt, maar juist één die via een metaforisch verhaal zichzelf en zijn eigen worsteling met werk, liefde en ego bevraagt.

Geschreven door Shady El-Hamus