Dansplaining #29

De waarde van échte stunts

John Wick 4. Foto: Murray Close

Dan Hassler-Forest zoekt als de Indiana Jones van de filmwetenschappen naar verborgen betekenissen en geheime kamers van de filmgeschiedenis.

Sinds de opkomst van CGI schotelt Hollywood ons routineus de meest spectaculaire beelden voor. Deze digitale revolutie begon met het vloeibare metaal in Terminator 2 (1991), zette zich door met de rondslingerende digitale superheld in Spider-Man (2002) en bereikte een voorlopig hoogtepunt met de geheel virtuele aliens in Avatar: The Way of Water (2022). Naarmate digitale effecten goedkoper werden, is het menselijk lichaam steeds vaker vervangen door realistisch ogende illusies.

Toch zien we wel degelijk het verschil. Dat bewijst John Wick 4, die afgelopen maand wereldwijd volle zalen trok. Dit voorlopig laatste deel in de hypergewelddadige actiereeks laat zien dat het absoluut uitmaakt of je schijnbaar onmogelijke stunts laat uitvoeren door echte mensen.

Als voormalig stuntman wilde regisseur Chad Stahelski met de John Wick-films een eerbetoon brengen aan het vakmanschap van die beroepsgroep, met glansrollen voor actielegendes als Mark Dacascos, Donnie Yen en Scott Adkins.

In de jaren tachtig en negentig vormden de acrobatische capriolen van goedgetrainde actiehelden nog een wezenlijk onderdeel van onze filmcultuur. In navolging van Hongkong-sterren als Bruce Lee, Jackie Chan en Michelle Yeoh werden Chuck Norris, Jean-Claude Van Damme en Steven Seagal de ongekroonde koningen van de Amerikaanse actiefilm. In hun (vaak goedkoop geproduceerde) formulefilms was verhaal bijzaak, het ging erom dat deze afgetrainde vechtersbazen voor het oog van de camera hun verbluffende fysieke vermogens in volle glorie etaleerden.

Daar is weinig meer van over. In superheldenfilms – toch bij uitstek een genre dat zich leent voor indrukwekkende acrobatiek – zien we nauwelijks meer echte lichamen. Het zijn in wezen animatiefilms geworden, waar gefilmde gezichten op digitale figuren zijn geplakt. Niemand is er dan ook van onder de indruk wanneer Black Panther een dubbele salto maakt, want bewust of onbewust snappen we allemaal dat die stunt uit een computer komt rollen.

Vandaar dat de John Wick-films zoveel publiek trekken. Net als Tom Cruise begrijpen Stahelski en hoofdrolspeler Keanu Reeves de waarde van échte stunts. Actiescènes moet je niet opvoeren als bewegende tableaus uit stripboeken, maar als dansvoorstellingen waarin de choreografie optimaal gebruikmaakt van de aanwezige ruimte. Wanneer die ruimte wordt opgevuld door stuntmensen op de top van hun kunnen, is het effect ervan welhaast magisch.

Een goede actiefilm laat zich dan ook het beste vergelijken met een musical of een balletvoorstelling. Wat dat betreft is er weinig veranderd sinds de tijd van Charlie Chaplin en Buster Keaton: of het nou gaat om hilarische slapstick, virtuoze dans of bloederige actie, het meest indrukwekkende spektakel is nog altijd het menselijk lichaam.

Geschreven door Dan Hassler-Forest