Dansplaining #1
Corona-zombies
Populaire cultuur oppervlakkig? Niet als je Dan Hassler-Forest erop loslaat. De Indiana Jones van de filmwetenschappen zoekt maandelijks naar verborgen betekenissen en geheime kamers van de filmgeschiedenis.
Vorige week deed een bijzondere foto de ronde op sociale media: boze Trump-stemmers protesteren voor gesloten deuren en roepen dat de winkels weer open moeten en dat het publieke leven in de staat Ohio moet worden hervat. De foto werd een virale hit omdat zoveel filmliefhebbers het beeld meteen herkenden uit talloze zombiefilms, waarin de levende doden hersenloos samendrommen op zoek naar vers mensenvlees. Vooral de associatie met Dawn of the Dead was snel gelegd, de genreklassieker waarin een klein groepje overlevenden zich verschanst in een verlaten winkelcentrum waar zombies op af blijven komen. De link is daarom snel gelegd: maakt de huidige lockdown van ons ook zombies? Of komen we er nu juist achter dat deze films er helemaal naast hebben gezeten?
Dagelijks schieten dit soort vragen door mijn hoofd. En niet alleen vanwege alle beelden van verlaten stadscentra, zoals we die vooral kennen uit films als 28 Days Later en I Am Legend. Natuurlijk is in deze films het leven na de uitbraak van een pandemie een stuk spannender. Want ook als de vijand een onzichtbare besmetting is, krijgt hij in horrorfilms steevast vorm door van gewone mensen vreselijke monsters te maken. Dus of het nou snelle or trage zombies betreft, je kunt in deze films niet genoeg aan social distancing doen.
Toch blijkt een ware pandemie als deze heel andere gevolgen te hebben. In horrorfilms zien we hoe de angst voor besmetting paranoia en wantrouwen met zich meebrengt: The Thing is het meest sprekende voorbeeld van het panische onvermogen om elkaar tijdens zelfisolatie nog te vertrouwen vanwege het besmettingsgevaar. Daarentegen zie ik om me heen juist dat mensen meer dan ooit het contact met elkaar opzoeken: we staan te popelen om onze ervaringen uit te wisselen en elkaar een hart onder de riem te steken, zolang we dat maar doen op gepaste afstand.
Aan de andere kant is het gevoel van unheimische vervreemding uit deze films opeens heel herkenbaar. In Dawn of the Dead zien we hoe onbevredigend het is om luxe te consumeren buiten de sociale context van een functionerende samenleving. Dat gevoel herken ik nu volop. Het leek me in eerste instantie heerlijk om in thuisisolatie eindeloos films en series te kijken, en ondertussen onbeschaamd lekker en ongezond te eten. Maar het voelt toch allemaal hol en betekenisloos – dingen die je doet om de tijd door te komen, niet omdat je je erop had verheugd en er juist tijd voor had vrijgemaakt.
Daar ligt de grootste overeenkomst tussen ‘onze’ pandemie en de fantasie van de zombiefilm: het plotselinge doorbreken van een routineus en gedachteloos leven maakt ons ook bewust van de leegheid, en stimuleert de verbeelding van alternatieven. Willen we straks weer terug naar het oude? Of zien we nu pas hoe die business as usual een soort zombieleven behelsde, waar we nu langzaam uit ontwaken? De coronacrisis hoeft geen zombies van ons te maken: misschien leert deze ervaring ons juist dat we als zombies hebben geleefd – en dat het tijd is voor verandering.