Lichting 2020: Filmacademie

Verfrissend, niet te duiden

Waarom bleef je niet voor mij?

Ook in het alles-wordt-uitgesteld-jaar 2020 neemt de Filmkrant de beste films van afstuderende makers van verschillende academies onder de loep. Te beginnen met lichting 2020 van de Filmacademie, wiens films komend weekend online te zien zijn.

Natuurlijk is het een vreemde tijd om af te studeren. Alle voorgaande jaren sloot de Nederlandse Filmacademie met de lichting eindexamenfilms het jaar af in de zomer, dit jaar is de vertoning in de herfst. We weten allemaal waarom.

In februari 2020 waren nagenoeg alle films al gedraaid en waren de meeste makers klaar om te beginnen aan de postproductie. Vorig jaar bedachte plannen liepen vertraging op in de uitwerking, waardoor de films opvallend verfrissend aanvoelen. Geen ziekte, geen verderf, geen mondkapjes. Om vanuit de huidige tijdgeest het werk van deze lichting in te stappen, is als een aangename cocon betreden waar de nieuwste cijfers even niet aan de orde zijn. Hier spelen heel andere dingen. Wat precies? Het blijkt moeilijk daar de vinger op te leggen. De twaalf films van lichting 2020 laten zich niet onder één noemer duiden. Eigenlijk zelfs niet onder een aantal. Toch doen we een pogingen tot onderverdeling, in vier categorieën.

Disconnect

Data omzetten in emotie
In categorie één zien we twee producties die inhaken op technologie. De één is de jaarlijkse VFX-productie die speelruimte biedt aan studenten die zich onder meer bezighouden met special effects, de ander een documentaire.

De VFX-productie is Disconnect, een geanimeerde dansfilm. Die simpele omschrijving kan doen vermoeden dat het een gimmick betreft, maar Disconnect blijkt een van de meest gevoelige producties van deze lichting. Regisseur Gregory Samson, op technisch gebied bijgestaan door technical/art director Bats Bronsveld en 3D-lead Nils Johannesson, grijpt naar animatie en motion capture om een relatiedrama in beweging te vangen. Het is een choreografie van aantrekken en afstoten met de spannende bijkomstigheid van weggevaagde gezichten, als twee onbekende bekenden die een dans aangaan. Deze vier minuten durende ‘technische’ productie blijft consequent in dienst van wat er wordt verteld en haalt er niet meer bij dan nodig. Disconnect ontstijgt daarmee het vingeroefening-karakter dat in afgelopen jaren aan de VFX-producties kleefde. Een goede zet van de academie om hier sinds vorig jaar een afstuderend regisseur aan te verbinden.

Ook in Roshan Nejals Deepfake Therapy gaan techniek en emotie in gesprek. Letterlijk. In zijn documentaire zien we nabestaanden die via de relatief nieuwe deepfake-technologie (waarmee in videobeelden bijvoorbeeld iemands hoofd op andermans lichaam ‘geplakt’ kan worden) nog een keer kunnen praten met een overleden dierbare. Rouwverwerking 2.0. De technologie leidt tot mooie gesprekken die anders nooit plaats hadden gevonden, maar werpt ook tal van vragen op. Op ethisch vlak, maar bijvoorbeeld ook over de rol van degene die de overledene een stem geeft, en hoe deze als een tovenaar van Oz in een achterafkamertje zit.

Opvallend genoeg komt overigens nergens aan de orde dat Nejal en zijn team deze technologie zelf hebben ontwikkeld en opgezet. Als argeloze kijker stel je daar misschien geen vragen bij; het gaat in de film immers om de nabestaanden. Toch is de vraag waarom ze het ontwikkelen van de hiervoor benodigde software nergens claimen.

Demi

Weg uit Nederland
Een tweede groep films lijkt te betogen dat er afscheid wordt genomen, of moet worden genomen, van Nederland.

De grootste afstand wordt genomen in de documentaire A View from Above van Dylan Werkman, dat afstand lijkt te willen nemen van alles. “Soms moet je afstand nemen om dichterbij te komen”, stelde Werkman tijdens de inleiding van zijn film. Zijn collage-achtige mash-up begint als een filosofische versie van het vorig jaar uitgekomen Apollo 11 (Todd Douglas Miller, 2019) en pakt gaandeweg uit als een film van eerste ontdekkingen, verwondering en iets groots willen aanpakken. Dat alleen al valt te prijzen, maar paradoxaal genoeg is de naklank van de opeenvolging aan beelden dat de makers nog te weinig afstand van het onderwerp hebben kunnen nemen om er een eigen uitspraak over te doen.

De fictiefilms Demi (Rachel van Bruggen) en Terug naar Zotteken Waes (Lobke de Boer) spelen beide (deels) in België. Demi is een liefelijke en zelfs humanistisch te noemen film over een zwanger meisje op een brommer. Van Bruggens regie is gedegen, de plot zwalkt. Een road movie over naar jezelf komen. Terug naar Zotteken Waes toont ons het misdadig gezicht van België, zij het met een komische noot. Het is een film waarvan het conflict minder duidelijk is dan hoe de regisseur het van tevoren in haar inleiding uitlegde: “Hoe kun je je distantiëren van familie? En hoe beter om dat te onderzoeken dan in een misdaadfilm?” In haar voornemen om het allemaal niet te zwaar te maken is De Boer geslaagd, al verzuipt dat uitgangspunt nu in een grapje hier en een anekdote daar in een verder mooi verzorgde productie.

God Was Here heeft de meest logische verklaring voor de buitenlandse setting. Regisseur Raluca Lupașcu komt uit Roemenië en trok zes jaar geleden naar Amsterdam. In Nederland viel ze van haar geloof en nu trekt ze weer naar haar geboorteland om te onderzoeken hoe men over wonderen denkt in het dorpje Maglavit, waar 85 jaar geleden God aan een schapenherder verscheen. In deze setting laat Lupașcu ook haar alter ego, de hedendaagse ongelovige schaapsherder Lucian, aan het woord, een soort demystificatie van de schaapsherder van weleer. Het mystiek verstilde camerawerk van Lidewei Egbers gaat een mooie wisselwerking aan met de locatie waar de geest van Tarkovski in de ochtenddauw lijkt rond te zweven.

Dichter bij huis, maar toch on-Nederlands want Engels gesproken, is The Ballet of Service dat ons een inkijkje geeft in een butler academy in Limburg. Regie en concept zijn in handen van Marlies Smeenge, die vorig jaar al afstudeerde met Traag naar de hemel over drie nonnen in een verlaten klooster in België. Smeenge valt dit jaar in voor een regisseur die wegens ziekte moest afhaken. Ongepland wordt deze film, gemaakt met een verder wel afstuderende crew, zo een onderstreping van Smeenge’s signatuur: een hang naar exotisme die met een tongue-in-cheek-toon wordt geobserveerd.

Harmonia

Prestatiestress
In een volgende categorie van twee ligt prestatiedrang onder de loep. In generatie-Z-horrorfilm Harmonia zien we Nora El Koussour (Layla M, 2016; Mocro Maffia, 2018) als streberige jonge studente en lid van een roeivereniging. Maar de echte hoofdpersoon in deze film van regisseur Thom Lunshof is een rondwarende stem die telkens op zoek is naar een volgend slachtoffer, met een drammend timbre dat iedereen een burn-out bezorgt. Alles moet harder, beter, sneller. Dit koortsdroomachtige portret van een generatie die constant over zijn eigen grenzen gaat, voelt weliswaar nog niet volledig uitgekristalliseerd, maar snijdt op een heel eigen manier bezwerend de waanzin aan.

Donnie Mountain is van deze lichting de enige productie die ervoor uitkomt een komedie te zijn. Dat een team het lef heeft daar onvervalst voor te gaan, is een verademing binnen de vaak zwaardere afstudeeronderwerpen waarmee alumni als serieuze volwassenen de wereld in willen treden. Toch kleven er wat tegenstrijdigheden aan deze film over een porno-acteur die dankzij een erectiestoornis in een existentiële crisis belandt. Een film die, zoals de makers duiden, over toxic masculinity gaat. Hoe fijn het ook is dat een zwaar onderwerp nu eens luchtig wordt verpakt, het blijft vreemd voelen dat er uitgerekend bij dit onderwerp geen vrouw te bekennen is in het team aan regisseur, scenarist en producenten.

Blauwe maandag

Verlies en schuld
In de laatste categorie zijn een fictiefilm en een documentaire als elkaars inverse te zien. In de fictiefilm Blauwe maandag zien we een vader die met een schuldgevoel moet leven nadat zijn kind omkomt bij een ongeluk waarbij hij achter het stuur zat. In de documentaire Waarom bleef je niet voor mij? bespreken kinderen het verlies van een ouder die zelfmoord heeft gepleegd.

Blauwe maandag van Gregory Samson is een stuk traditioneler van aard dan de andere productie die hij dit jaar regisseerde, Disconnect. Het heeft alle ingrediënten van een goede eindexamenfilm, inclusief een sterke hoofdrol voor Egbert-Jan Weeber, maar bezwijkt onder zijn eigen gewicht waarbij de muziek het op momenten het zelfs nog zwaarder maakt. Een film die mooi is in aanzet, maar nog op zoek naar de juiste balans.

Dat het omgekeerde verhaal over de dood ook zonder tranen, meer tegen een brok in de keel aan, verteld kan worden, bewijst Waarom bleef je niet voor mij? van Milou Gevers. Haar moeder pleegde tien jaar geleden zelfmoord, en nu maakt Gevers de film die ze zelf had willen zien. In haar documentaire bevraagt ze kinderen over de zelfmoord van een van hun ouders. Zonder er omheen te draaien, doen haar vier hoofdpersonen van rond de twaalf jaar hartverscheurende uitspraken en zien we in korte animaties hoe Gevers haar eigen proces concretiseert en abstraheert in een ontroerend Caspar Friedrich-landschap voor junioren. Het is altijd pijnlijk om iemand te prijzen om zijn bewogen leven of een traumatische gebeurtenis, maar dat Gevers er in deze lichting tussenuit springt is vooral omdat ze hier een vorm voor heeft weten te vinden. Met Waarom bleef je niet voor mij? heeft ze een manier gevonden om te communiceren over iets waar normaal niemand over spreekt.


De eindexamenfilms van de Filmacademie zijn op 9 en 10 oktober online te zien via www.filmacademiefestival.nl. Op zaterdagavond 24 oktober worden alle films vanaf 22.45 uur uitgezonden op NPO3. Daarna zijn de films te zien op NPO Start. De komende weken spreekt de Filmkrant iedere week met een afstuderend maker van de Filmacademie en andere audiovisuele academies.