IFFR 2024: Indiase cinema

Vergeet wat je dacht te weten

Devastated

Als je jezelf wilt verrassen, selecteer dit jaar dan de Indiase films uit het IFFR-programma. Sta open voor experiment en het onbekende en je ontdekt een nieuwe cinema.

Toen IFFR vorig jaar voor het eerst weer groots en live plaatsvond, in plaats van ietwat onzeker en online, was niet iedereen meteen overtuigd van de noodzaak om te gaan. Er is onmiskenbaar iets van wantrouwen rond het festival blijven hangen na de reorganisatie.

Ik zeg dat niet om een steek onder water uit te delen, maar om erop te wijzen dat zelfs trouwe bezoekers daardoor waardevolle onderdelen gemist kunnen hebben. Zoals het Focus-programma The Shape of Things to Come? in 2023, een kritische en veelzijdige kijk op India, dat vijfenzeventig jaar onafhankelijkheid vierde.

Dit jaar zijn verspreid over verschillende programmasecties zo’n dertien films uit India opgenomen. Als je de selecties van 2023 en 2024 tegen het licht houdt, moet je concluderen dat waarschijnlijk geen enkel ander land in de afgelopen tien jaar – waarschijnlijk is die periode nog korter – met zo’n divers, nieuw aanbod op het internationale filmpodium is verschenen.

Wie bij Indiase cinema nog steeds aan Bollywood denkt, heeft flink wat in te halen. Niet omdat het moet, maar omdat er zoveel interessants gebeurt, alleen al vanwege de activistische draad die door veel films loopt. De titels hieronder vertegenwoordigen niet per se de beste films uit die selectie. Met dat oog hebben we niet gekeken. Sommige films hebben behoorlijk experimentele elementen en daarvan is sowieso wat lastiger te zeggen of ze goed zijn, zeker als je de cultuur niet kent. Maar ze geven wel de veelzijdigheid van de IFFR-selectie weer. Overigens is met Kiss Wagon ook een Indiase film in de Tiger-competitie opgenomen.

Hypocrisie achter de hiërarchie
Om maar meteen met een hamer aan de deur te verschijnen: Devastated van Ashish Avikunthak. Een provocatieve film met als middelpunt een politieagent die aan zijn bedpartners – de ene keer z’n vrouw, dan weer z’n geliefde – vertelt hoe hij bijklust als offerassistent. Dat wil zeggen: deze vertegenwoordiger van de staat vermoordt illegaal moslimmannen, met volledig medeweten van zijn superieuren.

Om de hypocrisie die zich verbergt achter die hiërarchie nog wat scherper te krijgen, voert de film parallel aan die uitwisselingen in bed – inclusief naakte lichamen – een gesprek op tussen de god Krishna en prins Arjoena die een dialoog uit de Bhagavad Gītā opvoeren, een van de fundamentele religieus-filosofische geschriften van het hindoeïsme. Een van de belangrijkste elementen in dat boek is de zoektocht naar het juiste handelen. Door dat te combineren met de bekentenissen van de politieman, die ook op zoek is naar een morele legitimatie van zijn daden, creëert de film een keiharde aanklacht aan het adres van nationalistische machthebbers die religie misbruiken om te moorden.

Zo radicaal zijn de meeste andere films niet. Ronduit traditioneel is Anubhuti van Anirban Dutta. In de catalogus heet de film eufemistisch een ‘buitengewoon gestileerde muzikale voorstelling’ en een ‘Gesamtkunstwerk’ vanwege de combinatie van artistieke invloeden, maar basically vechten hier twee vrouwen om de aandacht van de god Krishna. Natuurlijk ligt het allemaal genuanceerder, maar je kijkt hier ook naar de kiem van een religieuze legitimatie van polygamie. Laten we het niet moeilijker maken dan het is.

Riptide

Voer voor cinefielen
Minstens even droomachtig, maar afkomstig uit een radicaal andere hoek van de Indiase cultuur is Riptide, een melancholisch liefdesverhaal over twee studenten die elkaars minnaar zijn en hun afscheid dat aanstaande is. Had ik al gezegd dat het over twee mannen gaat? In een van de drie hoofdstukken laat de film de relatie tussen Suku en Charlie achter zich voor een duik in het koloniale verleden, schijnbaar gebaseerd op een verhaal dat een van de mannen ooit las. Is dat verhaal over een junglegids een vroege fantasie, is het een verbeelding van het gevreesde afscheid aan het eind van het studiejaar? De creatieve vrijheid en moed van Riptide maakt het tot een van de interessantste films uit deze selectie. De film van Afrad Vk voelt hier en daar wat cru, maar het is zijn debuut dus dan mag je wat meer potten breken.

Verder in de selectie onder meer een scifi-animatie (Shirkoa: In Lies We Trust van Ishan Shukla), een biografische film over een van India’s meest actieve vrouwelijke filmmakers (Parama: A Journey with Aparna Sen van Suman Ghosh) en twee films van makers met een Tamil-achtergrond. Een daarvan is voer voor cinefielen: Jigarthanda Double X van Karthik Subbaraj. Een stuk uit de catalogus, want ik heb de film helaas niet op tijd kunnen zien. ‘De twee belangrijkste trends in Tamil-films het afgelopen decennium – sociaal-politieke kritiek en postmoderne cinefilie – komen frontaal in botsing in deze duizelingwekkende misdaadkomedie, de spirituele opvolger van Cold Heart (IFFR 2018). Waar in de prequel de mythologiserende kracht van film nog werd gevierd, benadrukt deze nieuwe film juist oprecht en vol vuur het belang van het ontkrachten van filmmythes.’ Denk: een Clint Eastwood-fan en maffiabaas die Caesar heet en een amateurhuurmoordenaar die zich à la Kiarostami’s Close Up (1990) uitgeeft voor een filmmaker. Maar dan weer helemaal anders. ‘Schaamteloos maximalistisch’, volgens de catalogus, dus ga zien die film.

Joymoti Never Left van Mehdi Jahan is dan weer een correctie van mijn eigen idee in de openingsalinea van dit stuk, dat variatie en vernieuwing in Indiase cinema iets van de laatste tijd is. Natuurlijk, een groot deel van de Indiase films is altijd traditioneel geweest, zoals dat in elk land het geval is. Veel films zijn overgoten met een vette jus van heterowaarden en machismo. Maar zelfs historisch geldt: niet allemaal.

Een jaar lang boerenprotest
Joymoti is een lang verloren gewaande film uit 1935, die bekendstond om z’n ‘radicale politieke perspectief en realistische stijl’, zoals in de documentaire Joymoti Never Left wordt verteld door Satyashree Agarwala Das, de dochter van de inmiddels overleden regisseur. Het zou bovendien de eerste feministische film uit India zijn, met een hoofdrol voor een vrouw. Helaas zijn alleen een paar fragmenten op dit moment goed genoeg om iets van het verhaal te kunnen volgen, dus men wacht op de restauratie. Het was dus helemaal niet zo dat elke filmmaker aan de leiband van de autoriteiten liep en een traditioneel verhaal vertelde, liefst zoveel mogelijk losgezongen van de realiteit. Er bestonden al bijna een eeuw geleden ook subversieve makers.

In dat kader ten slotte Trolley Times, de eerste lange documentaire van Gurvinder Singh, over een boerenprotest uit september 2020 dat het intrekken van drie nieuwe landbouwwetten eiste. Toen de overheid weigerde de boeren tot New Delhi toe te laten, werden tentenkampen opgetrokken langs snelwegen. Waar de boeren een jaar lang bleven protesteren.

In de Indiase film is wel degelijk ruimte voor een veelheid aan perspectieven en culturele variaties. De vraag blijft in hoeverre al die films in India zelf aan een groot publiek kunnen worden getoond, maar ze bestaan en ze bieden de hele wereld de gelegenheid om de veelzijdigheid van de Indiase filmcultuur te leren kennen.


De Indiase cinema heeft deze editie geen eigen programma, maar de films zijn makkelijk te vinden door op de IFFR-site te filteren op ‘productieland’.