Massa­ontslag roept vragen op over toe­komst IFFR

(Foto: IFFR/Jan de Groen)

De komende week worden in Cannes de nieuwe programmeurs van het International Film Festival Rotterdam gepresenteerd. Zij vervangen het inhoudelijke kernteam dat onlangs door de directie werd ontslagen. Er is veel woede over de manier waarop dat is gebeurd en angst dat het specifiek Rotterdamse festival-DNA met deze reorganisatie verdwijnt.

Sinds het IFFR vlak voor Pasen een persbericht uitstuurde over de ‘herstructurering’ van het festival en de grote kortingen op personeelskosten die ermee gepaard gaan, druppelen verhalen naar buiten die duidelijk maken dat het al langere tijd rommelt binnen de organisatie van het Rotterdamse festival. In de afgelopen twee jaar zijn maar liefst veertig medewerkers zelf vertrokken, weggepest of ontslagen.

Het gaat niet om de minsten. Alle vier de senior programmeurs kregen de wacht aangezegd, de samenstellers van het kortefilmprogramma kunnen elders gaan solliciteren en een flink lijstje experts van de afdelingen communicatie & marketing en IT staat op straat. Naast vast personeel kregen ook medewerkers die vaak al jarenlang freelance voor het festival werken te horen dat hun diensten niet meer op prijs worden gesteld.

Een paar van de ontslagen medewerkers heeft van zich laten horen op sociale media. Shelly Kraicer, die vijftien jaar lang films uit China, Taiwan en Hongkong programmeerde voor het IFFR, somde op Twitter zijn wapenfeiten op en sprak zijn zorgen uit over de toekomst van compromisloze Aziatische films in Rotterdam. Julian Ross, die zeven jaar voor IFFR werkte, uitte zijn pijn en onbegrip over de reorganisatie. Gerwin Tamsma, meer dan een kwart eeuw verbonden aan IFFR, laat op Facebook weten dat hij “geschokt en bedroefd” is. Maar de meeste medewerkers zijn nog in onderhandeling over hun afvloeiregeling en willen daarom niet on the record praten met journalisten. Alle krantenberichten die de afgelopen weken verschenen, zijn gebaseerd op anonieme bronnen.

Volgens het officiële persbericht van IFFR is de reorganisatie ingegeven door financiële nood. Het festival zou hard geraakt zijn door corona, waardoor de normale kaartinkomsten twee jaar lang onder de maat zijn gebleven. Onder andere door het wegvallen van subsidie door Stichting Droom en Daad, dat het festival vijf jaar lang ondersteunde, valt het budget voor 2023 €2 miljoen lager uit dan in 2020. Snijden in de personeelskosten zou onvermijdelijk zijn. In een anonieme brandbrief aan de Raad van Toezicht van het IFFR, die in handen is van de Filmkrant-redactie, wordt echter gesteld dat de nu doorgevoerde bezuinigingen op personeel niet 15% bedragen, zoals de directie stelt, maar ruim 32%.

In diezelfde brief wordt artistiek directeur Vanja Kaludjercic en zakelijk directeur Marjan van der Haar een top-down leiderschapsstijl verweten die omschreven wordt als ‘autocratisch micromanagement’. De programmeurs die gewend waren in hoge mate zelfstandig te opereren, moesten al hun keuzes voorleggen aan Kaludjercic. Volgens de medewerkers die IndieWire sprak werden er bureaucratische protocollen opgesteld die niet stroken met de soms chaotische manier waarop filmfestivals tot stand komen.

In de Volkskrant spreekt voormalig IFFR-personeel over een ‘angstcultuur’ en een ‘giftige werkomgeving’. De directie duldt volgens hen geen tegenspraak en eigen initiatief wordt niet gewaardeerd. Dat is een meer dan stevige cultuuromslag in een organisatie waarin tegengas en kritiek decennialang werden beschouwd als noodzakelijk en zelfs positief.

Volgens de directie is de reorganisatie ook nodig om het festival aan te passen aan de post-coronarealiteit, waarin keihard gewerkt moet worden om kijkers weer terug naar de bioscoop te lokken. Producent en IFFR-veteraan Ilse Hughan laat zich tegen Screen Daily echter ontvallen dat ze de directie niet op enige visie heeft kunnen betrappen en noemt de ingrepen een coup d’état. Datzelfde medium weet aan Bero Beyer, Kaludjercic’ voorganger als artistiek directeur, een veel milder geluid te ontlokken. Hij stelt dat IFFR niet het enige festival is dat flink de bezem door de organisatie haalt. Ook Sundance, Toronto en Doc Fest in Sheffield hebben het gedaan. “[Kaludjercic] moet wel iets doen, voor het behoud van het festival”, stelt Beyer. “En ik hoop dat ze erin slaagt.”

De medewerkers die het AD sprak geloven daar niet in. Zij vinden dat “het hart uit het festival is gerukt”. Velen vrezen dat als de geruchten waar zijn en de vaste staf vervangen wordt door freelance programmeurs, de eigenheid van Rotterdam snel zal eroderen. De oude garde werkte namelijk exclusief voor IFFR en had over tientallen jaren een schat aan kennis en een enorm eigen netwerk opgebouwd. Als het festival zich gaat verlaten op huurlingen met meerdere broodheren, zou het programma wel eens erg kunnen gaan lijken op dat van andere festivals.