IFFR 2023: Talk Steve McQueen

Hoogstpersoonlijk en universeel

Steve McQueen. Foto © James Stopforth, Thomas Dane Gallery

Het zinderende Sunshine State is hoogstpersoonlijk en universeel. Tijdens een Talk op het IFFR gaf regisseur en beeldend kunstenaar Steve McQueen tekst en uitleg.

“Monumentaal”, noemt een zichtbaar verheugde Vanja Kaludjercic de installatie Sunshine State, wanneer ze maker Steve McQueen uitnodigt op het podium te komen voor zijn Talk.

Als artistiek directeur van het IFFR is ze natuurlijk niet onbevooroordeeld, maar ik heb McQueens brandende zonnen en de daarmee contrasterende montage van beelden uit The Jazz Singer ook meegemaakt. En zonder alles gezien al te hebben van het festival-onderdeel Art Directions, waar film en beeldende kunst elkaar ontmoeten, durf ik toch wel stellen dat Sunshine State een van de topstukken is.

De volle Juriaanse Zaal in de Rotterdamse Doelen barst uit in groot applaus wanneer McQueen verschijnt. Hij heeft filmopnamen in Londen onderbroken om hier even te zijn. Op het podium gaat hij in gesprek met criticus en filmmaker Elvis Mitchell om zijn licht te laten schijnen over Sunshine State.

McQueen verwierf zijn bekendheid vooral als regisseur van films als het in Cannes bekroonde Hunger, Oscar-winnaar 12 Years a Slave en de filmserie Small Axe met verhalen uit de Caribische gemeenschap in Londen. Maar daarnaast doet hij zich ook gelden als beeldend kunstenaar, zoals Sunshine State opnieuw laat zien. Over het verschil zal McQueen tijdens de Talk opmerken dat hij een film vergelijkt met een roman en zijn kunstwerken met poëzie. Hij zal ook de muziek van Miles Davis noemen, waar je tussen de noten door moet luisteren.

McQueen maakte Sunshine State op uitnodiging van het IFFR. Het was bedoeld om de vijftigste editie in 2021 op te luisteren. Corona gooide roet in het eten, maar door dat uitstel tijd kon het werk nog verder groeien. Eigenlijk, zo legt McQueen uit, ligt de oorsprong nog verder terug. Al zo’n twintig jaar geleden speelde hij met het idee iets te doen met The Jazz Singer (Alan Crosland, 1927). Dat muzikale drama over een joodse, zich aan zijn conservatieve milieu ontworstelende jazz-zanger die, zoals toen gebruikelijk, optreedt in blackface, maakte furore als de eerste sprekende film. Controversieel is The Jazz Singer pas sinds de jaren zestig, toen het besef doordrong dat die blackface (zwart geschminkte witte acteurs) een heel vernederende karikatuur is. McQueen noemt The Jazz Singer zowel historisch als afschuwelijk. “Ik kon het niet geloven”, was zijn reactie bij zijn eerste kennismaking met de film.

In die tijd dat hij iets met The Jazz Singer wilde gaan doen, kwam ook zijn vader te overlijden. Op zijn sterfbed vertelde die hem een aangrijpend verhaal over wat hij vijftig jaar daarvoor had meegemaakt. Dat verhaal is eigenlijk het emotionele hart van Sunshine State.

Want die installatie is niet alleen een zinderende dubbelbeeldprojectie die oprijst midden in de donkere zaal (je kan om het scherm heen lopen) op de vijfde verdieping van Depot Boijmans Van Beuningen. Terwijl we een intrigerend spel met door McQueen bewerkte fragmenten uit The Jazz Singer zien, vertelt hij zelf op voice-over dat verhaal dat zijn vader Philbert hem aan het eind van zijn leven toevertrouwde. Als zwarte, slecht betaalde seizoenarbeider was die naar Florida (bekend als ’the sunshine state’) gekomen voor de sinaasappelpluk. De zwarte arbeiders daar moesten in hun kamp blijven, maar samen met twee maten was hij ontsnapt om naar de stad te gaan. Daar kregen ze mot in een bar (‘we don’t serve niggers’) en werden overvallen door een gewelddadig racistisch incident. Philbert bracht het er levend af door doodsbang in een greppel te duiken waar hij de geweerschoten hoorde en zich urenlang niet durfde te bewegen. Die twee vrienden zag hij nooit meer terug.

Tijdens de Talk toont McQueen zich een ontspannen verteller, maar je merkt dat dit iets is wat hem nog steeds aangrijpt. Hij vertelt hoe hij zich toen realiseerde dat zijn vader dit vijftig jaar lang iedere dag met zich had meegedragen. Dat was een besef dat heftig binnenkwam. Zijn vader had geleefd en was gestorven zonder gerechtigheid te kennen. Nu had hij het stokje als het ware aan zijn zoon overgedragen.

In Sunshine State rondt McQueen het verhaal over die schokkende belevenis af met de opmerking dat hij lang had gedacht dat zijn vader hem tegenhield. Maar aan diens sterfbed besefte hij dat vader hem alleen maar stevig vasthield.

Die beelden van die brandende zon – het oogt als een dreigende röntgenopname zoals je die met een speciale telescoop kan zien – fungeren als een soort ouverture en geven het geheel ook een extra lading. En niet alleen door het onheilspellende geluid dat die vuurgloed begeleidt. McQueen vertelt dat het licht van de zon ook kleur zichtbaar maakt, en het begrip kleur is in dit verband natuurlijk niet onschuldig. De zon, stelt McQueen, staat voor licht en optimisme, terwijl zijn vader onder diezelfde zon juist in duisternis werd gedompeld. Die breekbaarheid, dat is waar het over gaat.

Die tegenstelling tussen licht en donker zie je op een bepaalde manier ook terug in het spel dat McQueen speelt met de beelden uit The Jazz Singer, die als het ware het podium zijn geworden voor zijn vaders verhaal. Waarbij de maker opmerkt dat ook The Jazz Singer een verhaal over een vader en een zoon is. Soms lijken in Sunshine State die Jazz Singer-beelden en de bezielde woorden van McQueen wel om elkaar heen te draaien.

Wat we in Sunshine State zien van The Jazz Singer is niet zomaar een collage van fragmenten, maar eerder een soort visueel commentaar. In zwart-wit uiteraard, maar soms ook als negatief naast het origineel, alsof zwart wit wordt en omgekeerd. En altijd zwijgend, want de geluidsband is gewijd aan wat McQueens vader meemaakte. Tijdens de Talk merkt McQueen meermalen met nadruk op dat hij nooit een echte blackface laat zien. Wel een regelmatig terugkerend beeld van hoofdrolspeler Al Jolson die zich afschminkt. De blackface is als het ware geëlimineerd. Dat gebeurt soms nog radicaler door Al Jolsons hoofd digitaal weg te poetsen. Een andere ingreep is dat de jazz-zanger handschoenen heeft gekregen. Net als Mickey Mouse, die wel gezien wordt als een figuur die net als de blackface onderdeel is van het minstrel-amusement.

Met The Jazz Singer werd twintig jaar geleden het zaadje geplant voor dit project, dat McQueen zowel hoogst persoonlijk als universeel noemt. Want er zijn nog steeds veel mensen die met zoiets te maken hebben.

Gevraagd naar zijn werkwijze merkt hij op dat Sunshine State in de loop der tijd steeds verder geëvolueerd is. Het gebruik van een dubbel scherm, het werken met zwart en wit, het uitwissen van de blackface: het zijn allemaal elementen die tijdens het maakproces ontstonden. Discipline met ruimte voor het onverwachte, vat hij samen. “Mijn studio zit in mijn hoofd”, zijn de woorden waarmee McQueen de Talk afsluit.


Sunshine State is nog t/m 12 februari 2023 te zien in Depot Boijmans van Beuningen, Rotterdam.