Filmfestival Cannes 2011
Apocalyptische visioenen en schitterende fantasieën
De 64ste editie van het Filmfestival Cannes was een groot succes. Prachtfilms en prijzen, glamour en jetset en Von Triers einde van de wereld. Juryvoorzitter Robert De Niro: een ‘très belle expérience‘.
De critici die vorig jaar klaagden over te weinig grote namen en niet genoeg spraakmakende films kunnen tevreden zijn. Beroemde regisseurs en gierend bekende acteurs verschenen dit jaar in Cannes op ’s werelds belangrijkste rode loper. Johnny ‘Captain Cannes’ Depp, Brad Pitt, Sean Penn, Angelina Jolie en Penelope Cruz trokken een massa fans naar de strandboulevard en dankzij regisseurs als Terrence Malick, Woody Allen, Lars von Trier, Pedro Almodóvar en Aki Kaurismäki huppelden aan de Cote d’Azur ook meer journalisten rond dan een jaar geleden. De filmmarkt voor nieuwe projecten was succesvol en popartiesten als Lady Gaga en Gwen Stefanie flankeerden de screenings met concerten op het strand. Zelfs de histoire du cinéma was aanwezig. Michel Piccoli, Catherine Deneuve, Jane Fonda en Faye Dunaway brachten naast een paar nieuwe films een sfeer van oude glorie naar de Zuid-Franse badplaats.
Dapper
Cannes 2011 was een uitstekende editie. Alles kwam voorbij: apocalyptische visioenen over de grote vragen, seksuele en historische fantasieën, fel realisme en politieke commentaren, uitgesproken stilering en prikkelende maatschappelijke kwesties. Al had het realisme ten opzichte van vorig jaar wel een stap terug gedaan.
De jury had het lef om met Terrence Malicks langverwachte the tree of life een film te bekronen die zo ambitieus, pretentieus en op de rand van kitsch is dat hij voortdurend uit de bocht dreigt te vliegen. Iets dat de Italiaanse il divo-regisseur Paolo Sorrentino wel overkwam met het Holocaust exploiterende Sean Penn-vehikel this must be the place, waarin Penn een verlopen popidool op zoek naar verlossing speelt. Run Sean run.
Er was wel onenigheid over de winnaar binnen de jury, zo werd achteraf duidelijk, maar voorzitter Robert De Niro noemde het juryoverleg bij de prijsuitreiking desondanks een ‘très belle expérience. (…) Très, très intéressante. It’s ok. Merci.’ Niet alleen de jury was dapper. De dit jaar vooral Europees georiënteerde hoofdcompetitie toonde meer verrassingen dan Un Certain Regard, die andere competitie die sinds 1978 juist de films wil laten zien die in vorm en visie nieuw terrein ontdekken. Dat onderscheid is al langer aan het slijten, maar dit jaar leek de noodzaak van een tweede competitie wel erg ver weg.
Hommage
Natuurlijk werd er ook geklaagd. Dat hoort bij een festival waar zowel het neorealisme als de nouvelle vague ontdekt werd en waar je onder elke loszittende stoeptegel een filmcriticus vindt die zich tegen het felle zonlicht probeert te beschermen.
Dat de Dardennes met le gamin au vélo en Nuri Bilge Ceylan met once upon a time in anatolia thuishoren in Cannes is duidelijk. Magnifieke films die samen verdiend de Grote Prijs van de jury kregen. Maar wat deed Nicolas Winding Refns jaren tachtig-hommage drive in de competitie, klaagden festivalbezoekers. Of Takashi Miike’s hara-kiri: death of a samurai? Een actiefilm en een (mislukte) 3D-remake van Masaki Kobayashi’s samoeraifilm uit 1963? Hélas, hun verontwaardiging was misplaatst. Want wie drive even op zich in liet werken, zag dat de beheerste genrevormgeving en het drama juist heel mooi in evenwicht zijn. Dat zag de jury ook. Die beloonde de film met de prijs voor Beste Regisseur. Na de pusher-trilogie en valhalla rising kan niemand nog ontkennen dat er weer een Deen met een originele visie is opgestaan.
Chic
Die combinatie van klassieke auteurscinema en mainstreamfilms is onlosmakelijk met Cannes verbonden. Al sinds de eerste editie in 1946 viert het festival behalve de filmkunst ook de glamour en de glitterati. Die succesformule veranderde door de jaren heen van gekoesterde traditie in keiharde noodzaak want het festival zou zonder de aandacht van de grote entertainmentmedia niet overleven. Zonder daar cynisch over te willen doen, daarom worden films als pirates of the caribbean er buiten competitie vertoond. Want alleen dan verschijnen de Johnny Depps en Penelope Cruz’s met in hun gevolg de camera’s en de festivalsponsors. Een methode die ook het Nederlands Film Festival al jaren met succes gebruikt. Als het om die glamour gaat, blijven de festivals van Venetië en Berlijn nog steeds ver achter bij Cannes, hoe graag de nummers twee en drie van de ranglijst ook een serieuze concurrent willen zijn. Dat heeft ook te maken met de goed bewaakte tradities van het festival. Hier kom je op sneakers niet binnen bij de luxe strand-, hotel- en bootfeesten waarvoor dress codes gelden, welk medium je ook vertegenwoordigt. Als het om de chic gaat dan geldt terecht: regels zijn regels.
Hoe verleidelijk ook, het zijn niet op de eerste plaats de glamour en het zonnige weer waarvoor elk jaar duizenden filmmakers, journalisten, distributeurs, producenten, bioscoopdirecteuren en festivalprogrammeurs naar Cannes komen. Het festival bouwde haar reputatie vooral op door jaar na jaar sterke competities te presenteren. Zo kon het uitgroeien tot een evenement waar de stand van cinema in z’n volle breedte te zien is, maar dat ook in tien dagen een belangrijke selectie brengt van alle arthousefilms die het jaar daarna in de bioscopen verschijnen.
Persona non grata
Wat betreft de broodnodige media-aandacht kan het festival die andere Deen op zijn blote knieën bedanken. Voor even was Cannes wereldnieuws toen Lars von Trier tijdens een persconferentie zijn gepatenteerde pr-methode beproefde en zei dat hij een nazi was. De bunker van het Palais was te klein. Von Trier verontschuldigde zich de volgende dag, maar het hielp niet meer: als eerste regisseur in de vijfenzestigjarige geschiedenis van het festival kreeg Von Trier de status van persona non grata. In het Palais mocht hij zich niet meer vertonen maar zijn film bleef wel in competitie.
Helaas zwichtte het festival daarmee voor druk van buiten. De lange traditie om het op te nemen voor de vrijheid van meningsuiting van filmmakers kreeg plotseling een bijsmaak: men verdedigt blijkbaar alleen goedgekeurde meningen. Dat de veroordeelde Iraanse regisseurs Mohammad Rasoelof en Jafar Panahi hun verboden protestfilms mochten vertonen, is dus geen verrassing. Hoe belangrijk die vertoningen ook zijn. Hetzelfde geldt voor la conquette van Xavier Dullinger over de machtsgreep van Nicolas Sarkozy. Die werd door het festival met open armen ontvangen.
Het probleem is dat abjecte meningen of zelfs misplaatste grappen blijkbaar niet welkom zijn op een festival dat nadrukkelijk ook een gevestigd belang is in de filmwereld. Vermoedelijk loopt Cannes met deze actie meer schade op dan Von Trier zelf, ook al verdedigde de Deen zich met het uitgewoonde argument dat het allemaal een grap was. “Het is vast mijn Deense gevoel voor humor, of mijn gebrek daar aan”, zei Von Trier met typerende tweeslachtigheid in het interview dat we met hem hadden.
Einde van alle leven
Von Triers verbanning leverde een ironisch contrast op. Tegenover de regisseur die zweeg en niet kwam opdagen — Terrence Malick — stond de regisseur die te veel zei en niet meer terug mag komen — Lars von Trier. Het waren hun films waar in Cannes het meest naar was uitgekeken: the tree of life en Von Triers melancholia. Interessant is trouwens dat de twee regisseurs ieder op hun eigen manier het einde van de wereld aankondigen. De zeer zelden interviews gevende Malick maakte wel de betere film: gedurfder, lastig te vatten en met een bredere blik. Precies waar men in Cannes op zit te wachten. Malicks geliefde thema’s komen allemaal langs — de betekenis of de zinloosheid van het leven, de mogelijk spirituele krachten van de natuur, de mensheid verdwaald in z’n eigen overtuigingen — maar zonder duidelijke plot en afgewisseld met beelden over het ontstaan van het leven en het universum. Von Trier had zich met eveneens typerende bombast uitgeleefd door z’n postdepressieve melancholie te laten zien als het einde van alle leven, nadat de aarde in botsing komt met de reusachtige planeet Melancholia. De film bleef niet helemaal zonder prijs. Kirsten Dunst kreeg voor haar rol de prijs voor Beste Actrice.
Zweem van zelfkritiek
Cannes had zo veel moois te bieden dat veel films hier onbesproken moeten blijven. Pedro Almodóvar excelleerde met the skin i live in, een op het eerste gezicht oppervlakkig melodramatische film, maar stiekem zijn meest persoonlijke. Aki Kaurismäki won met le havre de prijs van de internationale filmkritiek en was bij veel journalisten favoriet voor de Gouden Palm, ook al was zijn film een stuk conventioneler dan veel andere titels. Lynn Ramsays indrukwekkende en mooi gestileerde we need to talk about kevin was ook een veelgenoemde favoriet. Samen met hoofdrolspeelster Tilda Swinton verfilmde ze Lionel Shrivers gelijknamige roman over een moeder die probeert in het reine te komen met de moorden die haar zoon op zijn middelbare school pleegde. Het was bepaald niet de enige film die complexe vragen stelde over opvoeding en verantwoordelijkheid.
De heerlijke zelfgenoegzaamheid van Cannes die inmiddels een van de charmes van het festival is geworden — het hiërarchische pasjessysteem voor bezoekers, introducties bij films die alleen in het Frans worden gegeven, de soms ondoorgrondelijke logistiek van de organisatie — liet zich ook weer zien in de keuze voor de openings- en slotfilm. Allebei gingen over Frankrijk. Maar wel met een zweem van zelfkritiek. Het festival was geopend met Woody Allens komische midnight in paris over het historische Parijs waar men struikelt over de Dali’s, Hemingways, Gertrude Steins en Picasso’s, waarmee Allen knipoogde naar de Franse hang naar vervlogen tijden. Christophe Honoré’s musicalfilm les bien-aimés wilde juist het heden vanuit dat verheerlijkte verleden begrijpen door over drie decennia het grillige verloop van liefdesaffaires binnen een gezin te volgen. Zonder meer Honoré’s beste film en een waardige afsluiter van een memorabele editie.
Ronald Rovers
we need to talk about kevin
De prijzen
Competitie
Gouden Palm: the tree of life (Terrence Malick)
Grote Juryprijs: le gamin au vélo (Jean-Pierre en Luc Dardenne) en once upon a time in anatolia (Nuri Bilge Ceylan)
Beste regisseur: Nicolas Winding Refn voor drive
Beste scenario: footnote (Joseph Cedar)
Beste acteur: Jean Dujardin voor zijn rol in the artist
Beste actrice: Kirsten Dunst voor haar rol in melancholia
Juryprijs: polisse (Maiwenn)
Gouden Camera beste debuut: las acacias (Pablo Giorgelli)
Gouden Palm Korte Film: cross-country (Maryna Vroda)
Juryprijs Korte Film: badpakje 46 (Wannes Destoop)
FIPRESCI-persprijs: le havre (Aki Kaurismäki)
Un Certain Regard
Ex-aequo: arirang (Kim Ki-Duk) en halt auf freier strecke (Andreas DRESEN)
Speciale Juryprize: elena (Andrey Zvyagintsev)
Beste Regie: bé omid é didar (Mohammad Rasoulof)
FIPRESCI-persprijs: l’exercice de l’état (Pierre Schoeller)
Quinzaine des Réalisateurs
Label Europa Cinemas: atmen (Karl Markovics)
Art Cinema Award: les géants (Bouli Lanners)
Prix SACD: les géants (Bouli Lanners)
Séance “Coup de Coeur”: play (Ruben Östlund)
Semaine de la Critique
Grote Prijs: take shelter (Jeff Nichols)
FIPRESCI-persprijs: take shelter (Jeff Nichols)
Juryleden Uma Thurman en Robert de Niro
Distributietitels
In première in Cannes en later verwacht in de Nederlandse filmtheaters.
A-Film
le havre — Aki Kaurismäki Competitie
tatsumi — Eric Khoo
Benelux
headhunters — Morten Tyldum
impardonables — André Téchiné Quinzaine
la conquete — Xavier Dullinger Buiten competitie
les bien-aimes — Christophe Honoré Slotfilm
17 filles — Delphine en Muriel Coulin Semaine
Cinéart
drive — Nicolas Winding Refn Competitie
l’exercice de l’etat — Pierre Schöller Un Certain Regard
le gamin au velo — Jean/Pierre en Luc Dardenne Competitie
polisse — Maïwenn Competitie
this must be the place — Paolo Sorrentino Competitie
Cinemien
my little princess — Eva Ionesco Semaine
oslo, 31. august — Joachim Trier Un Certain Regard
skoonheid — Oliver Hermanides Un Certain Regard
Contact Film
atmen — Karl Markovics Quinzaine
despair — Rainer Werner Fassbinder Cannes Classics
elena — Andrei Zvyagintsev Un Certain Regard
hors satan — Bruno Dumont Un Certain Regard
once upon a time in anatolia — Nuri Bilge Ceylan Competitie
EYE
play — Ruben Östlund Quinzaine
porfirio — Alejandro Landes Quinzaine
Independent
the tree of life — Terrence Malick Competitie
Paradiso
midnight in paris — Woody Allen Buiten competitie
Wild Bunch
code blue — Urzula Antoniak Quinzaine
melancholia — Lars von Trier Competitie
sleeping beauty — Julia Leigh Competitie
we need to talk about kevin — Lynn Ramsay Competitie