All About Theatre About Film

All About Theatre About Film

De duizelingwekkende tentoonstelling All About Theatre About Film, nu te zien in Eye Filmmuseum, presenteert een zintuigelijke wandeling door de theaterstukken die Ivo van Hove en Jan Versweyveld baseerden op klassieke films. De tentoonstelling stelt de vraag waarom iemand een theaterstuk wil maken van een film die zelf al zo mooi is, én beantwoordt die vraag overtuigend.

Er staat in grote letters een vraag op de muur aan het einde van de nieuwe Eye-tentoonstelling All About Theatre About Film: ‘Waarom zou je een kunstwerk maken als het zo mooi is erover te dromen?’ Het is een uitspraak van de Italiaanse regisseur, schrijver en dichter Pier Paolo Pasolini, wiens film Teorama (1960) ook in de tentoonstelling opduikt. Die vraag komt als een verrassing na een tentoonstelling waaruit de waarde van kunst zo duidelijk spreekt.

De vraag valt hoogiut te begrijpen in het licht van het dromerige dat de tentoonstelling heeft. Ze bestaat uit verschillende kamers, gebaseerd op de theaterstukken die Ivo van Hove en Jan Versweyveld baseerden op bekende films. Door middel van geur, licht, kleur, opstelling en geluid krijgt elke kamer een geheel eigen ambiance. Het publiek wandelt van de ene naar de andere kamer en daarmee ook, in wat nog het meest lijkt op droomlogica, van de ene filmische wereld naar de andere. Dromen en kunst zijn hier nauw met elkaar verbonden.

Maar toch: Pasolini’s uitspraak is vooral een rare vraag in het licht van deze tentoonstelling. Want het antwoord ligt nogal voor de hand: dromen zijn eenzaam, terwijl kunstenaars hun binnenwereld door middel van kunst juist de wereld in kunnen slingeren, met anderen kunnen delen. Veel van de filmmakers op wiens werk de theaterstukken zijn gebaseerd – waaronder Duras, Antonioni, Bergman en Visconti – waren marxisten, voor wie het belang van dit delen overduidelijk was. Waarom zou je níet je dromen tot kunst verheffen? Een andere, veel passendere vraag doemt op: waarom zou je een theaterstuk van een film maken als de film al zo mooi is? En waarom zou je daar dan weer een tentoonstelling over maken?

Retrospectief
De tentoonstelling draagt een misleidende naam. De titel All About Theatre About Film verwijst naar twee bekende films over theater: All About Eve (Joseph L. Mankiewicz, 1950) en All About My Mother (Pedro Almodóvar, 1999). Maar zoals hij nu is verwoordt, suggereert de titel dat de tentoonstelling draait om theaterstukken die over film gaan, terwijl het gaat om theaterstukken die gebaseerd zijn op specifieke films. Een beetje een pietluttig onderscheid, misschien, maar er is wel degelijk een verschil. Dit zijn geen werken die gaan over film, maar werken die een film transformeren tot een theaterstuk.

Daarnaast gaat de tentoonstelling ook niet over theater in het algemeen. All About Theatre About Film is een niet-chronologisch retrospectief van Ivo van Hove en Jan Versweyveld. De theaterstukken die we op video te zien krijgen, en waaromheen de gehele tentoonstelling is gebouwd, zijn kenmerkend Van Hove en Versweyveld. Dit zijn stukken die grenzen aan performancekunst, en waarbij het publiek onderdeel wordt van het theater. Deze stukken zijn op hun beurt het resultaat van een specifieke film die vaak een verhaal vertelt aan de hand van overstijgende observaties over de mens.

Theater van film
Voor de tentoonstelling transformeerden Van Hove en Versweyveld de expositiezaal van Eye Filmmuseum. Waar het publiek normaliter vrij door de museumzaal kan lopen, zijn deze vrijheden nu aan banden gelegd. De zaal is opgedeeld in aparte ruimtes – sommige klein, bijna claustrofobisch, en sommige redelijk groot – die achter elkaar zijn opgesteld. Het publiek loopt dus een vaste route door het museum. Het is een tentoonstelling met een duidelijk begin, midden en eind, waar het unieke perspectief dat het publiek in de kamer inneemt toch voor verschillende ervaringen zorgt. In de kamers gebeurt vaak namelijk enorm veel: meerdere schermen met verschillende scènes, zowel uit de film waarop het theaterstuk is gebaseerd als uit het theaterstuk zelf; foto’s van het theaterstuk, genomen door Versweyveld, vaak vanaf het podium, tijdens de repetities; notities en brieven van Van Hove; originele rekwisieten en kostuums; maquettes van de sets.

Veel van de kamers zijn kleine replica’s van de sets waarin de theaterstukken zich afspeelden, die op hun beurt weer de atmosfeer van een film proberen te vangen. Blauwe wanden voor Antonioni’s vervreemdende drieluik L’avventura (1960), La notte (1961) en L’eclisse (1962); geel licht en zachte tapijten voor Duras’ India Song (1975); blacklight die de wandschetsen verlichten voor Visconti’s Ludwig (1973); en, het mooist van alles, zacht rimpelend water waarin we de weerspiegeling kunnen zien van Bergmans Persona (1966). Vooral de kamers waarin de atmosfeer van de film niet letterlijk wordt overgebracht, maar vooral een bepaald gevoel wordt opgeroepen, zijn indrukwekkend.

Waar de relatie tussen film en theater in het begin vrij simpel verbeeld is, wordt deze gaandeweg steeds complexer. In de eerste kamers staan de films en de theaterstukken naast elkaar, als een soort vergelijking tussen bronmateriaal en resultaat. Een lastige vergelijking, vooral omdat het gefilmde theaterstuk op eerste oog vaak verbleekt naast het visueel verbluffende origineel. Maar gaandeweg ontstaat er een synthese: de theaterstukken bieden vaak nieuwe interpretaties van het bronmateriaal en Van Hove en Versweyveld vermengen de twee kunstvormen zelf meer en meer.

Film is namelijk niet alleen een bron waarop Van Hove en Versweyveld zich baseren, maar ook een medium waar ze zelf gretig gebruik van maken. Geen theater over film, dus, niet eens theater gebaseerd op film, maar een theater van film – dat wil zeggen: een theater dat film tot theater maakt en theater weer tot film. All About Theatre About Film is dus geen tentoonstelling over theater over film, maar een ervaring waarin tentoonstelling, theater en film versmelten.

Bombardement van indrukken
Waarom zou je een theaterstuk maken van een film die zelf al zo mooi is? Als je door de verschillende kamers wandelt, en de stukken steeds meer afstand nemen van de werken waardoor ze zijn geïnspireerd en de theaterstukken steeds minder een letterlijke vertaling worden van de films, lijkt het antwoord duidelijk. Want theater doet iets dat film niet altijd kan.

Het theater – en deze expositie even goed – dompelt het publiek helemaal onder in een eigen gecreëerde wereld. Film, en vooral goede film, doet dat onderdompelen ook, maar er is toch een belangrijk verschil: in de filmzaal voel je jezelf voelen. Het theater van Van Hove en Versweyveld verwijdert die extra laag reflectie op het initiële voelen. Zoals Vivian Sobchack zo mooi verwoordt in Carnal Thoughts lijkt het in film vaak bijna alsof we kunnen ruiken, voelen en proeven wat de personages ruiken, voelen en proeven. Het lijkt zo, want, zo schrijft ze, ‘hoe hard ik ook mijn adem inhoud of de bioscoopstoel vastpak, ik heb niet precies dezelfde wilde rit bij het kijken naar Speed [Jan de Bont, 1994] die ik zou hebben als ik werkelijk in die op hol geslagen bus zou zitten.’

All About Theatre About Film komt aardig in de buurt. Deze tentoonstelling is namelijk een driedimensionale ervaring, tot stand gekomen met behulp van geluid, geur (!) en ruimte, waarbij het lichaam wordt gebombardeerd met verschillende indrukken. Dit is geen voelen van het voelen, zoals we bijvoorbeeld doen wanneer we zien hoe vinger wordt afgehakt in een brute martelscène en instinctief bij onze eigen vingers stilstaan, maar puur lichamelijk beleven. De spaghetti op de tafel van de Rocco e i suoi fratelli-kamer is weliswaar van plastic, maar verder is bijna alles in de tentoonstelling echt te ervaren.


All About Theatre About Film | Eye Filmmuseum, Amsterdan, 3 oktober 2021 t/m 9 januari 2022 | Begeleidend filmprogramma de zeventien klassiekers te zien die in de tentoonstelling voorkomen, plus tien keuzefilms van de theatermakers, die elk door Van Hove worden ingeleid.