Focus: Eerbetoon aan John Carpenter

The Thing

Je hebt genreregisseurs die braaf formats invullen, maar je hebt ook John Carpenter, die vanaf de jaren zeventig een volstrekt eigenzinnige oeuvre opbouwde. Studio/K in Amsterdam toont onder de titel Tribute to John Carpenter met vier films waarom deze regisseur een glorieuze cultstatus heeft.

Zo vilein als filmcritici over films kunnen zijn, zo mateloos enthousiast kunnen ze zijn over hun lievelingsfilms. Altijd leuk om te lezen, dat laatste. Zoals een recent stuk van Bart van der Put, de genrespecialist bij het Parool, over The Thing (1982) van John Carpenter. Daarin wordt een wetenschappelijk team op de Noordpool gekweld door een buitenaardse parasiet, dat zijn slachtoffers besmet en hun vorm kan aannemen. Probeer dan nog maar eens je collega’s te vertrouwen! De kwestie wie wel of niet besmet is, klinkt sinds een half jaar akelig vertrouwd. Van der Put noemt The Thing dan ook ‘een verontrustende film met een aanzienlijke actuele meerwaarde’. Toen hij de film voor de eerste keer zag. wist hij wat hem te doen stond: ‘Ik moest over deze geweldige film gaan schrijven, want de recensenten hadden er weer helemaal niks van begrepen.’ Het was de tijd dat veel filmrecensenten nog neerkeken op genrefilms. Inmiddels is die filmoorlog beslist en ‘behoort The Thing tot de onbetwiste klassiekers uit de genrefilmgeschiedenis’.

The Thing is één van de vier films van John Carpenter die Studio/K vertoont. Daaronder nu eens niet zijn grootste succes Halloween (1978). De korte reeks is al begonnen maar alle vier de films zijn nog te zien. Met als eerste Assault on Precinct 13 (1976), een vroege Carpenter waarin een politiebureau in Los Angeles door wraaklustige gangsters wordt belegerd. De politieagent, samen met een secretaresse het enige personeel van dienst in het bureau, haalt twee gevangenen uit hun cellen, zodat zij kunnen helpen de gangsters buiten de deur te houden. Te zien op 16 september.

Na The Thing (19 en 30 september) staat Big Trouble in Little China (1986) op het programma (23 september). Daarin staat een trucker voor het probleem dat zijn geliefde is gekidnapt en in Chinatown in San Francisco door een duivelse tovenaar wordt vastgehouden. Natuurlijk gaat de trucker er vol in om zijn geliefde te redden en de orde in Chinatown te herstellen. ‘Big Trouble in Little China is een veel genietbaarder mash-up van klassieke westerns, zaterdagochtendseries en Chinese martial arts dan iedere Indiana Jones-film’, prees de Amerikaanse krant Village Voice de cartooneske film.

Escape from New York

De vierde en laatste film is Escape from New York (1981), een dystopische toekomstvisie op 1997 (te zien op 28 september). In dat jaar is de stad New York veranderd in een zwaarbewaakte openluchtgevangenis voor alle criminelen in het land. Als de Amerikaanse president uit de lucht wordt geschoten door het meedogenloze tuig en gevangen wordt gehouden, moet iemand hem natuurlijk redden. De New York Times noemde de film ‘een van de beste escape-films (en escapistische films) van het jaar’.

Laten we het laatste woord geven aan de onvervalste Carpenter-fan Juliano Dornelles, met Kleber Mendonça Filho de regisseur van de geweldige genremix Bacurau. De Braziliaanse regisseur noemde Carpenter in ons recente interview een grote inspiratiebron en prees hem de filmhemel in: “Ten eerste is Carpenter altijd straight to the point. Zijn narratief is altijd helder. En hij gebruikt geen parfum: het gaat om het verhaal dat hij objectief vertelt.” Hij voegde eraan toe: “Wat ik heel belangrijk vind is dat je zijn films voelt. Ze jagen je angst aan.” Wie die angst net als Dornelles ook wil voelen, weet waar ze de komende weken moeten zijn.


Tribute to John Carpenter, heel september in Studio/K, Amsterdam.