The Mastermind
Wie is James?
The Mastermind
In Kelly Reichardts geestige en vileine The Mastermind bedenkt James een plan om het plaatselijke museum te beroven. Wat moet de kijker van hem vinden?
Welkom in Framingham, een middelgrote, doodnormale stad ergens in Massachusetts. Hier zitten, omstreeks 1970, mensen op een muurtje te roken of de krant te lezen. Kinderen gooien stenen in het water, mensen maken een praatje. Tegen de gevel van een beddenwinkel staan matrassen in diverse dessins.
In deze saaie stad woont dertiger James (Josh O’Connor), over wie we aanvankelijk niet meer weten dan dat hij een gezin heeft – een vrouw, twee schoolgaande zoons – en wekelijks zijn welgestelde ouders bezoekt. O ja, en hij is bezig een kunstroof te plannen. Het doelwit: het Framingham Art Museum, met zijn tuttige cafetaria, met kussens beklede bankjes en inadequate beveiliging. De buit: de abstracte, semispirituele schilderijen van modernist Arthur Dove.
Maar wie is James nou eigenlijk? Om hem heen brengen radio en televisie verslag uit van de Vietnam-oorlog, neemt een militair afscheid van zijn vrouw en kind, wordt er niet-aflatend gedemonstreerd tegen een perverse oorlog. Niet James. James is bezig met zichzelf. Omdat hij de mastermind is, het brein, omdat hij denkt in plaats van doet, zal hij zich niet vermoeien met de uitvoering van zijn plan – dat is de taak van zijn handlangers. Is hij lui? Arrogant? Verveeld of depressief? Misschien is hij zo iemand die iedereen altijd te slim af denkt te zijn. Of is hij juist ten diepste onzeker?
In Amerikaanse period pieces die zich afspelen in de jaren zeventig wordt het tijdperk steevast op dezelfde manier geconstrueerd: mooie oldtimers omzomen de straten, de personages wandelen rond met puntkragen en lipgloss, en de muren worden gesierd door bloemetjesbehang. In The Mastermind trekt Kelly Reichardt de seventies daarentegen op uit de fijnste details: een gaar tuinhekje, houten knijpers aan een waslijn, donuts in een merkloze papieren zak. Ik ben geneigd de jaren zeventig te associëren met uitzinnigheid, maar hier wordt de periode juist gekenmerkt door nietszeggendheid. Hier zijn de jaren zeventig zo vormeloos als James’ boxershort, zo flets als het dessin van zijn beddengoed.
Amateur
Dezelfde zorgvuldigheid gebruikte Reichardt om haar scenario op te bouwen. Naarmate het verhaal vordert komen we meer te weten over James – over zijn achtergrond, zijn motivatie, wie hij is en hoe hij in elkaar steekt. Deze informatie wordt niet uit de doeken gedaan, bijvoorbeeld via dialoog of flashback; eerder zou je kunnen zeggen dat de feiten zich ontvouwen. Reichardts stijl is, net als in eerdere films als Certain Women (2016), First Cow (2019) en Wendy and Lucy (2008), verfijnd en understated. Haar uitvoering verraadt controle en precisie. Ze weet precies waar ze naartoe gaat en wij, de kijkers, volgen nieuwsgierig.
James’ plan loopt niet zoals hij had gehoopt. Bij iedere onverwachte bocht moet hij bijsturen, improviseren, een nieuw plan bedenken. Wat moeten we toch van hem vinden? Wat vindt Reichardt van hem, wat probeert ze ons te vertellen? The Mastermind is geestig en vilein, als een subtiel-ironisch antwoord op het uitgebeende sociaalrealisme van Robert Bresson, waarbij mijn glimlach pas bij het allerlaatste shot van de film, wanneer we precies weten wat Reichardt van haar hoofdpersonage vindt, ze al haar kaarten op tafel legt, veranderde in een bulderlach.
Nog een overeenkomst met Bresson: net als de Franse filmmaker is Reichardt geïnteresseerd in processen. In haar films volgt ze haar personages tijdens hun dagelijkse routine op een boerderij, terwijl ze winkeldiefstal plegen of een terroristische actie plannen, ergens halverwege de negentiende eeuw koekjes bakken en verkopen of, in diezelfde periode, met hun hele hebben en houden naar het westen trekken. Ze laat zien wat deze mensen beleven, hoe ze zich voelen, zich tot elkaar verhouden – maar ze toont ook, heel precies, hoe dat in zijn werk gaat. Hoe plan je een terroristische actie? Hoe is het om in een karavaan van huifkarren te reizen? Hoe roof je schilderijen uit een museum?
Ook Reichardts films zelf nemen de vorm aan van een proces. Als kijker aanschouw je de gebeurtenissen altijd enigszins van een afstand, wat niet wil zeggen dat haar films niet emotioneel zijn, want dat zijn ze zeer zeker wel. Zoals we kijken naar hoe James’ plan zich ontvouwt, zo kijken we ook naar hoe Reichardt haar film heeft geconstrueerd. Hoe zette ze de plot in elkaar, hoe bouwde ze het personage James op, hoe toverde ze de jaren zeventig tevoorschijn? In die zin verwijst de titel van The Mastermind ook naar háár. Het enige verschil: James is een amateur en Kelly Reichardt is echt een meester.