Cannes 2016: Blog 6

  • Datum 18-05-2016
  • Auteur
  • Deel dit artikel

The Women Who Run Hollywood

Het Festival van Cannes maakt de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen in de filmwereld soms pijnlijk duidelijk. Vroeger lagen de verhoudingen in de filmindustrie anders, zeggen de Franse zusters Julia and Clara Kuperberg. Maar dat is iedereen  al lang vergeten.

Laten we even over cijfers praten. Drie van de eenentwintig competitiefilms van het Festival van Cannes zijn dit jaar gemaakt door vrouwen (Andrea Arnold, Nicole Garcia en Maren Ade). Vier van de achttien films in de Un Certain Regard programmering zijn door vrouwen geregisseerd of gecoregisseerd. Meer statistieken zijn lastig te achterhalen, maar in de rij voor een screening valt op dat er over het algemeen meer mannelijke dan vrouwelijke filmjournalisten staan te wachten voor een nieuwe film. Tel daar de flatgate controverse van vorig jaar bij op, plus de voorgaande jaren waarin soms helemaal geen vrouwen met films in de competitie zaten en Cannes komt voornamelijk over als een mannenclubje.
Een tegengeluid kan dit jaar gevonden worden in het Cannes Classics programma, waarin de Franse zussen Kuperberg met hun historische documentaire The Women Who Run Hollywood staan. Julia en Clara Kuperberg erkennen de ongelijkheid maar willen de schuld daarvan niet per se bij de programmering van het festival leggen. "Het zijn vooral de studio’s die voor deze ongelijkheid zorgen", leggen ze uit. Wie dit New York Times-artikel over seksisme in de filmindustrie ziet, snapt hun probleem: in 2014 waren 95 procent van de cinematografen, 89 procent van de scenarioschrijvers, 82 procent van de editors, 81 procent van de uitvoerende producenten en 77 procent van de producenten man.

De zussen willen met The Women Who Run Hollywood aantonen dat de industrie niet altijd zo in elkaar zat. Dat de eerste film met spraak bijvoorbeeld door Alice Guy is geregisseerd en dat Lois Weber de eerste film in kleur heeft gemaakt. Zij regisseerde zelfs meer driehonderd films in de loop van tien jaar. Dit gebeurde allemaal in de eerste twee decennia van de twintigste eeuw, toen film maken voor de meesten nog een onbekend avontuur was. Vooral voor joden en vrouwen was er toen niet veel ander werk dat ze mochten doen. Filmen was een aantrekkelijk alternatief. In The Women Who Run Hollywood schetsen ze een geschiedenis van deze bijna vergeten vrouwelijke filmpioniers.

Dat deze geschiedenis vergeten is komt volgens de Kuperbergs door de mensen die de filmgeschiedenis in de jaren veertig begonnen op te schrijven. Mannen die blijkbaar niet op de hoogte waren van de historische realiteit. Die opgegroeid waren met het Hollywood van de jaren dertig, waarin types zoals Steve Carrell’s Phill uit Woody Allen’s Café Society het spel bepaalden: Hollywood agents met een studio om te runnen. Laat de vrouwen maar scriptmeisje worden, assistent of actrice, dachten die. Dat seksisme is nog steeds niet verdwenen. De Kupenbergs zijn er niet op uit om met vingers te wijzen en de Grote Boze Filmmaker te spelen. Zij willen het discours heropenen door hun documentaire op universiteiten en in arthousetheaters te vertonen en het gesprek met het publiek aangaan.

Een van mijn persoonlijke favorieten dit festival hadden ze nog niet gezien: Grave van Julia Ducournau. Een film over een vegetarisch muurbloempje dat aan haar eerste jaar van dierengeneeskunde begint. Tijdens de ontgroening moet ze daar voor het eerst vlees eten. Nadat ze het verplichte konijnen levertje heeft verteerd neemt de film een vreemde wending en verandert in een Cronenbergiaans coming-of-age verhaal waarin het personage Justine haar ontluikende seksualiteit omarmt. Wat blijkt? Justine ontdekt dat ze steeds sterkere kannibalistische neigingen krijgt die gepaard gaan met haar seksuele driften. Is ze nu een monster of is ze een normaal meisje met een unieke seksuele voorkeur? Ducournau wil met haar film aantonen dat die twee dingen elkaar niet hoeven uit te sluiten, dat we meer vormen van seksualiteit zouden mogen omarmen in onze samenleving, als die maar niet te schadelijk zijn voor anderen. Het is een belangrijke boodschap die misschien net iets beter door een vrouw verteld kan worden.
Hugo Emmerzael