Thuiskijken – juni 2012
Countdown to Zero
Creatieve shockdoc
De dreiging van een kernaanslag is reëler dan ooit, waarschuwt shockdoc Countdown to Zero. Een onheilsboodschap die — verrassend — met filmisch vernuft wordt gebracht.

Een atoombom bouwen: als we Countdown to Zero moeten geloven, is het een fluitje van een cent. Wie zelf niet over een gascentrifuge beschikt om verrijkt uranium te produceren, smokkelt het goedje zonder veel moeite de grens over. Vervolgens is het een kwestie van vaklui met de juiste technische vaardigheden. Een terrorist kan klaar zijn voor een miljoentje of tien.
Al behoort een kernaanslag sinds het einde van de Koude Oorlog niet meer tot de grootste publieke angsten, volgens deze alarmerende shockdoc ligt het gevaar onverminderd op de loer. Eén druk op de verkeerde knop en er kan een onhoudbare kettingreactie ontstaan. Binnen vijftien minuten suizen dan alle 23 duizend kernwapens boven de aarde, op weg naar wereldwijde massavernietiging. Halverwege de jaren negentig werd dit rampscenario op een haar na voorkomen, toen de Amerikanen een testrakket in Russische richting stuurden. Gelukkig was Boris Jeltsin zo nuchter om niet in een serieuze aanval te geloven.
Het is met gemak de meest nieuwswaardige anekdote uit Countdown to Zero, afkomstig uit de productiestal van An Inconvenient Truth. Hier geen Al Gore op de preekstoel, maar wel een indrukwekkende stoet beroemdheden, zoals Tony Blair, Michail Gorbatsjov en Jimmy Carter. Met zoveel pratende hoofden en een sturende ‘Stem van God’, in de vorm van acteur Gary Oldman, verwacht je de zoveelste degelijke, filmisch saaie onderzoeksdocumentaire. Maar Lucy Walker, eerder verantwoordelijk voor het op IDFA bekroonde Waste Land, geeft een lesje creatief documaken. De archiefbeelden zijn zorgvuldig gekozen, de krachtige popsongs van Radiohead en Pearl Jam dramatisch trefzeker.
Walker weet in elke scène de dreiging van een atoomaanslag voelbaar te maken, zonder de onheilsboodschap met geweld door de strot te duwen. Dat is des te knapper, als je je realiseert dat ze wel degelijk politieke intenties heeft. Het informeren en waarschuwen dienen stiekem een hoger doel: de kijker activeren. Op een ’take part’-website kun je een petitie tekenen tegen atoomwapens, waarmee de film zich schaart in het rijtje van The Cove en recente viralhit Kony2012. Demonsteren begint in het sociale mediatijdperk met een documentaire. Bezien met die kennis is Countdown to Zero verrassend on-pamflettistisch.
Niels Bakker
Countdown to Zero | Verenigde Staten, 2010 | Regie Lucy Walker | 92 minuten | dvd A-film
![]()
War of the Arrows
Pijl-en-boog porno
Deze historische spektakelfilm over een boogschietende held die zijn zus wil redden was vorig jaar de best bezochte film in Korea. Wat niet verbaast, want die Koreanen hebben smaak en dit is puntje-van-je-stoel-vermaak.

War of the Arrows begin direct en goed, middenin een nachtelijke aanval, gezien door de ogen van twee kleine kinderen. Vlak voor vader lafhartig wordt vermoord geeft hij zijn zoon twee dingen mee: de opdracht altijd op zijn zusje te passen en een pijl en boog. Dat klinkt misschien niet bijster origineel, maar enerverend is het wel. En het fijne is: die suspense blijft.
We zijn wat jaren verder en zitten ergens medio zeventiende eeuw. Net als zuslief op het punt staat haar aanstaande het ja-woord te geven, valt een leger uit Mantsjoerije binnen. Enge mannen te paard hakken wat om zich heen en slepen weerloze man, vrouw en kinderen aan touwen om de hals achter zich aan. Zo ook de zus van onze held.
Deze Nam-Yi (ingetogen stoer gespeeld door Park Hae-il, bekend uit onder andere The Host) blijkt gelukkig uiterst handig met de pijl en boog van papa. Eerst jaagt hij de Mantsjoerijnen achterna om zijn zus te redden (die overigens als een ware moderne actieheldin prima in staat is voor zichzelf te zorgen). Vervolgens wordt hij zelf opgejaagd door vijandelijke elitetroepen, die met bewonderend respect moeten concluderen nog nooit zo’n goeie boogschutter te zijn tegengekomen.
Zoals schietfilms wel eens last hebben van gun porn, zo is hier sprake van schaamteloos pijl-en-boog porno. Het tergend-krakende geluid van de boog die verder, verder en nóg verder wordt aangespannen; ernstige beschouwingen over de voordelen van een korte ten opzichte van een lange boog; en eindeloos oefenen in het maanlicht om uiteindelijk met een bocht om een obstakel heen te kunnen schieten.
Dat dit allemaal zo goed werkt en niet kitscherig, cliché of lachwekkend wordt, is te danken aan regisseur en scenarist Kim Han-min. Vakkundig bouwt hij zijn scènes op en steeds treft hij de juiste snaar. Hij verkiest suspense boven spektakel en focust liever op zijn trefzekere held dan op veldslagen tussen anonieme legers. Dat is bijna vernieuwend te noemen, in tijden waarin we doodgegooid worden met cgi massaslagen. Het maakt zijn film tegelijkertijd klassiek en fris.
Dit is een crowdpleasende blockbuster die zo de Pathé in kan. Jammer dat dat toch niet gebeurt. Maar mooi dat hij wel een Nederlandse dvd-release krijgt.
Rik Herder
War of the Arrows | Korea, 2011 | Regie Han-min Kim | 122 minuten | Met Hae-il Park, Seung-yong Ryoo | dvd/blu-ray Splendid Film
![]()
Tobe ‘Texas Chainsaw’ Hooper is terug, nu blijkt dat toch niet álle kopieën van zijn onorthodoxe hippie-horrorfilm Eggshells vergaan zijn. Het sixties-gevoel in optima forma.

Een gouden medaille in een poll van Total Film, brons in die van Time Out. Texas Chainsaw Massacre gooit hoge ogen in door horrorkenners samengestelde top 100-lijstjes. Geen wonder dus dat Tobe Hooper er nooit in slaagde het succes van zijn in rauwe docustijl geschoten cultklassieker te evenaren. Of het moet met het meer mainstream Poltergeist zijn geweest, waarvoor een hele generatie tieners als trillende rietjes voor de buis zat.
Hierin kan best eens met terugwerkende kracht verandering komen door de re-release van Hoopers debuut, het spectaculair onorthodoxe Eggshells. De verloren gewaande film was bijna veertig jaar niet te zien. Tot er ineens weer ergens een print opdook, die gerestaureerd en wel in première ging op South by Southwest 2009. En nu de zegetocht mag voortzetten op vod-kanaal Mubi.
Horrorliefhebbers zijn gewaarschuwd: Eggshells wordt geen moment spannend, griezelig, bloederig of goor. Al doen sommige ingrediënten griezelig vertrouwd aan. Een verlaten landhuis waar het schijnt te spoken, de knappe koppies en lekkere lichamen van een stel hippies, een overdosis aan visuele en muzikale bravoure. Maar daarbij blijft het. Want hoe mysterieus de lichtgevende eierschalen in de kelder ook ogen, erg kwaadaardig lijken ze niet. En een recht-toe-recht-aan plot, waarin de jongelui één voor één op de slachtbank gaan, ontbreekt.
Eggshells is eerder een experimentele praat- en feestfilm, met meanderende politieke en religieuze discussies en oeverloze zuip-, blow- en vrijpartijen. De bevlogenheid en psychedelica van de protestgeneratie. En Hooper kan zich daar prima mee identificeren, zoals valt af te lezen aan zijn Godardesque anarchisme, vol onscherpe, overstuurde beelden, desoriënterende camerabewegingen, versnelde, associatieve montagesequenties, felle kleuren en een zoomende, kreunende en piepende geluidsband.
De vredelievende hippie-ideologie, verpakt als horror. Dus geen gebeuk op de onderbuik — het standaardhorrormétier, zoals The Cabin in the Woods recent weer onderstreepte — maar een verruiming van de geest. Eggshells verhoudt zich voor Hooper tot Texas Chainsaw Massacre zoals The Abbys voor James Cameron tot Aliens. De paranormale krachten brengen geen nachtmerrie vol angst en geweld, maar een vrolijke, fleurige, hallucinerende ode aan leven, lust en vrijheid. Het sixties-gevoel werd zelden treffender gevangen.
NB
Eggshells | Verenigde Staten, 1969 | Regie Tobe Hooper | 90 minuten | Met Ron Barnhart, Pamela Craig, Allen Danziger | vod mubi.com/films/eggshells
![]()
And Everything is Going Fine
Portret van een aangekondigde zelfmoord
In deze virtuoos gemonteerde documentaire creëert Steven Soderbergh een portret van theatermaker Spalding Gray, volledig opgebouwd uit fragmenten uit diens autobiografische monologen.

‘Reverse method acting’ is één van de puntige omschrijvingen die acteur en theatermaker Spalding Gray zelf geeft voor wat hij doet. In plaats van de krochten van de eigen psyche uit te diepen om een karakter vorm te geven, zet Gray zijn zielenroerselen in om zichzelf bloot te leggen op het toneel: “Ik gebruik mijzelf om mijzelf te spelen — ik speel met mezelf.”
Gezeten achter een simpele tafel, met minimaal gebruik van rekwisieten en gestoken in een simpele garderobe van spijkerbroek en ruitjesoverhemd, vertelde Gray vijfentwintig jaar lang over zichzelf in een reeks gevatte, innemende en oprechte monologen. Daarin kwam niet alleen zijn eigen sores maar ook die van zijn familie en vrienden aan de orde — van relatieperikelen tot de zelfmoord van zijn moeder, een terugkerend thema.
Hij werd er in Amerika een instituut mee, maar bleef in Europa vrijwel onbekend. Zijn vorm van theater is, hoewel duidelijk verwant aan de cabarettraditie, vooral ook een typische uiting van de Amerikaanse praat- en psychologiecultuur. Toch is And Everything Is Going Fine, Steven Soderberghs ode aan zijn vriend, ook een aanrader voor de Nederlandse kijker die niet eerder van Gray heeft gehoord. Het virtuoos gemonteerde portret laat Gray zelf zijn eigen levensverhaal vertellen, in een compilatie van fragmenten uit zijn theatermonologen, interviews en home video’s uit het privéarchief van Gray’s familie.
Waar Soderbergh in zijn filmversie van Gray’s monoloog Gray’s Anatomy (die door Criterion gelijktijdig op dvd en bluray wordt uitgebracht) alle expressionistische registers opentrok om de theatermonoloog ‘filmisch’ te maken, vertelt And Everything Is Going Fine zonder enige opsmuk. Geen tussentitels met context, geen interviews met vrienden of familieleden, geen muziek, geen geluidseffecten — alleen de originele opnames, gefilterd tot een autobiografie van en door een onbetrouwbare verteller. Alsof Gray een postuum een laatste monoloog schreef.
Postuum, ja, want hoewel Soderbergh het in de film nergens meldt: Gray kwam in 2004 op 62-jarige leeftijd om het leven, naar alle waarschijnlijkheid door zelfmoord. Die dood is constant aanwezig in de film, die ten dele ook een portret van een aangekondigde zelfmoord is — te beginnen met die hoogst ironische titel. Ergens ligt daar de kiem van Gray’s succes ook verscholen. In zijn eigen woorden: “Ik geniet meer van het vertellen van mijn levensverhaal dan van het leven zelf.”
JB
And Everything is Going Fine | Verenigde Staten, 2010 | Regie Steven Soderbergh | 90 minuten | dvd/blu-ray (r1/A) Criterion
![]()