Zwarte gaten: Bram Schouw zag eindelijk 2001: A Space Odyssey
'Ingewikkelde som met uitkomst nul'

Foto Geert Snoeijer
We hebben ze allemaal op ons To Do-lijstje staan: van die klassiekers waar je nooit aan toekwam. Regisseur Bram Schouw zag eindelijk 2001: A Space Odyssey van Stanley Kubrick.
Bram Schouw won vier jaar geleden de Vers! Award voor zijn korte film Impasse, die was geselecteerd voor het filmfestival van Berlijn. Vorig jaar maakte hij de One Nigh Stand Nina Satana. Deze zomer draait hij de Kort!-film Sevilla, een roadmovie over twee broers.
"Vroeger kreeg ik angstaanvallen bij de titelsequentie van Universal, met die enorme wereldbol. Als kind was ik heel bang voor de nacht en de sterren, voor de dood en het heelal, vanwege hetzelfde mysterie: ik kon me niet voorstellen dat het universum oneindig is, maar het tegenovergestelde evenmin. Daar zal het wel iets mee te maken hebben dat ik 2001: A Space Odyssey altijd heb ontlopen. Maar nu moest ik eraan.
Ik zag er tegenop om een meesterwerk te bekijken waarover zo hoog wordt opgegeven dat het eigenlijk alleen maar tegen kan vallen. Ik was daarom blij dat het zo’n zintuigelijke film bleek te zijn, waardoor ik me onbevangen kon laten meeslepen. Kubrick laat verhalend heel veel open, en toch zit je twee uur lang op het puntje van je stoel. Het meest oninteressant vind ik alle bespiegelingen over wat dat door apen omhoog gegooide bot nou symboliseert.
Het is een film over evolutie, die duizenden jaren terug begint, bij een paar mensapen die op een idee komen. Dan maken we opeens een sprong in de tijd naar 1999, waar de mens de ruimte aan het verkennen is. Kubrick doet een poging tot het duiden van de toekomst, op een compromisloze manier. De fotografie is fantastisch, alleen al vanwege de camerastandpunten waarmee gewichtloosheid invoelbaar wordt gemaakt: nèt een beetje hoger dan ooghoogte.
Mooi vind ik hoe hij de stilte durft te gebruiken om de ruimte buiten het schip, de leegte, inzichtelijk te maken. Voor menselijke gevoelens is geen plaats. De meeste emotie zit nog in computer HAL, in het middenstuk dat heel sober in beeld is gebracht. Daar hoor je vaak nadrukkelijk het geluid van ademhaling, waardoor je wordt gepakt.
2001 is een heel zintuigelijke ervaring, die wil inspireren, beroeren. Onbewust dwaal je af zonder je concentratie te verliezen. Dan wordt het kunst, komt er ruimte om je eigen verhaal te maken.
Maar ondertussen is de meester aan zet: elk shot is zo raak, dat het hogere wiskunde lijkt. Als een schoolbord dat is volgeschreven met ingewikkelde sommen, waarvan de uitkomst uiteindelijk nul is. Stanley Kubrick was als kind een wiskunde-genie: als tienjarige speelde hij tegen de beste schakers van New York. Een filmmaker met een wetenschappelijke benadering van gevoel, die daarmee mensen intuïtief weten te raken.
Maar als ik mocht kiezen welke film ik gemaakt zou mogen hebben, zou ik eerder Gegen die Wand kiezen dan 2001. Ik heb liever personages van vlees en bloed, met angsten die herkenbaar zijn. We leven in een maatschappij waarin we heel erg naar elkaar kijken, met weinig empathie. Film is bij uitstek het medium waarmee je een totaal onbekend perspectief inzichtelijk kunt maken. Daarin zie ik een kans — en misschien wel een maatschappelijke verantwoordelijkheid — om films te maken over de wereld van nu."
Karin Wolfs
2001: A Space Odyssey is vanaf 21 juni te zien in EYE, Amsterdam, ter gelegenheid van de Kubrick-tentoonstelling in EYE.