Webfilm: Shockerende videoclips

Time to Dance

Ondergekwijlde hangtieten, een fikkende hanekam en een schermende Jake Gyllenhaal die dansers fileert. Er zijn weer twee videoclips met schandaalpotentie.

Er was een tijd dat muziekzenders MTV en TMF het voor het zeggen hadden. Videoclips veroorzaakten in de jaren tachtig en negentig regelmatig opschudding, vanwege hun schokkende inhoud. In het internettijdperk is dat niet zo makkelijk meer. Dat komt door de moordende concurrentie. Spelende huisdieren van amateurs, populaire webgenres als de time-laps en tilt-shift-video, viralhits van aanstormend talent — kortfilms in alle soorten en maten vechten om onze aandacht. En misschien heeft de videoclip, als ultrakorte musical, ook wel wat van zijn aanvankelijke glans verloren.

Maar nu zijn er ineens weer twee clips die alles in zich hebben om uit te groeien tot een regelrecht schandaalsucces. Een onbezonnen freakshow van de multidisciplinaire surrealist David Lynch en een uitzinnige discokraker met de gearriveerde Hollywoodster Jake Gyllenhaal.

Om maar met die eerste te beginnen: Lynch kwam eind 2011 met een elektronische bluesplaat vol dwarse, overstuurde liedjes, geheel in lijn met zijn filmwerk. Maar in de door hemzelf geregisseerde clip bij Crazy Clown Time is hij het surrealisme voorbij. Een nachtelijke barbecue, in een typisch grimmig-Lynchiaanse achterbuurt, loopt gierend uit de hand. Enorme hangtieten worden ondergekwijld, een hanekam gaat in de hens, en iedereen zuipt zich een delirium. De versneld afgespeelde beelden en het stroboscooplicht geven het gevoel verzeild te zijn geraakt op een houseparty, in een onhoudbare GHB-trip.

Toch stelt Crazy Clown Time teleur. Het wordt geen moment méér dan de groteske clownshow die zich voor onze ogen afspeelt. Er gaat geen onderhuids mysterie achter schuil, je hoeft er niet voor af te dalen in de Freudiaanse krochten van je eigen ziel. Terwijl het toch die ongrijpbare tweede, derde en zelfs vierde laag zijn die Lynch’ films zo intrigerend maken.

Regisseur Daniel Wolfe graaft dan dieper. Hij was ook al verantwoordelijk voor de vorige clip van de Franse discorockband The Shoes, met een mentaal ontsporende Johnny Harris (The Imaginarium of Doctor Parnassus) in de hoofdrol. In Time to Dance raakt een nog grotere ster, Jake Gyllenhaal, de weg kwijt. Uitgedost met schermmasker en -degen fileert hij het stomdronken verleidingsspel van een jong, aantrekkelijk koppel. Zelf danst hij niet: hij kan of wil het niet. In een club staat hij een beetje schaapachtig heen en weer te wiegen, loerend op de lekkere wijven die zich wel uitleven.

Kan Gyllenhaal zijn emoties niet kanaliseren door te dansen, en brengt hij daarom dansers om? Dansen wij soms omdat we anders moordlustig worden? Uit zelfpreventie dus? Hoe dan ook, het verband is helder: dansen en moorden, dat zijn twee emoties die beangstigend dicht bij elkaar liggen. Het verliezen van de ratio, de rauwe lichamelijkheid die met je aan de haal gaat, hakkend, beukend, ronddraaiend en -maaiend als een beest.

Een gewaagde boodschap, zeker voor een publiek van dansfanaten — en dus al helemaal voor een videoclip. Of is er stiekem geen betere promotie denkbaar voor het wild-dansen?