Redactioneel – 27 maart 2014

Illustratie Typex
"Kijk, als we dichterbij komen kunnen we zelfs de mieren op de vensterbank zien." Ik loop met regisseur Tsai Ming-liang door de catacomben van de Galeries Cinema waar zes van zijn kortere installatiefilms tentoongesteld zijn. ‘Walker’ heet de expositie, naar de eerste in de reeks wandelfilms gebaseerd op het leven van de Chinese monnik Xuan Zhang die langs de Zijderoute naar India reisde en het Boeddhisme naar China bracht. In Brussel zijn er nu zes verzameld, waaronder Walker, de eerste uit de reeks waarin we Tsai’s vaste acteur in monnikenrood stapvoets door de straten van Hong Kong zien lopen. De meest recente, Xi You, a Journey to the West, ging in Berlijn in première en is ook een rol voor de Franse acteur Denis Lavant weggelegd. Tsai’s monnik is nog lang niet thuis.
De langgerekte gangen hebben met hun poortjes, doorkijkjes en strategisch opgestelde schermen wel iets van een walk-through filmstrip. Als je te dicht bij het beeld komt loop je bovendien het risico om een schaduw op het doek te werpen en zo onderdeel van de film te worden.
Daarom doet Tsai als hij de mier heeft aangewezen snel weer een stapje terug.
Tsai Ming-liang is een van de grootste filmkunstenaars van onze tijd. In de jaren negentig was hij met films als The River en What Time is it There? een van de grondleggers van wat nu ‘slow cinema’ heet. Maar Tsai ging verder. Hij onderzocht niet alleen de grootsteedse vervreemding van onze omgeving, maar ook de vervreemding van het lichaam, en lijkt nu in zijn zoektocht bij het thema van spirituele vervreemding aangekomen. Zijn films winnen prijzen en worden wereldwijd bewonderd, maar in Taipei loopt hij met stapels bioscoopkaartjes in zijn zak door winkelcentra en boekwinkels om publiek voor zijn films te vinden.
Het bioscooppubliek is passief. En hij hoopt in musea en galeries een nieuw publiek te vinden. Dat actief is. En naar de films toe wil lopen.
Maar het blijft ingewikkeld.
In Brussel kun je naast het slapende gezicht van Denis Lavant staan, dat als een bergkam over het filmdoek uitgespreid ligt. Je kunt proberen om net zo langzaam te lopen als Lee Kang-sheng’s monnik. Maar zelfs de regisseur zelf wil niet tussen zijn film en de toeschouwer komen.
Eerder dit jaar zag ik Journey to the West op het immense scherm van Cinema International in Berlijn. Het is een sublieme film. Op het grote doek is pas goed te zien hoe grappig en geestig en geniaal de scènes gekadreerd zijn. En dat traagheid op een filmdoek een ander tempo heeft dan de snelheid van je eigen leven. Een open deur die tijdens een filmvertoning een openbaring kan worden.
Dana Linssen | twitter @danalinssen