Redactioneel – 16 januari 2014

  • Datum 16-01-2014
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Illustratie Typex

Martin Scorsese heeft de toekomst gezien. En die ziet er goed uit. De regisseur die momenteel succes heeft met The Wolf of Wall Street — al moet hij zich wel verdedigen tegen de kritiek dat zijn film het graaikapitalisme te glamoureus zou voorspiegelen — schreef voor het Italiaanse blad L’Espresso een open brief aan zijn 14-jarige dochter Francesca over de toekomst van de film en: "I think the future is bright."
Dat is nog eens wat anders dan generatiegenoten Steven Spielberg en George Lucas die afgelopen najaar een ‘implosie van de filmindustrie’ voorspelden.
Heeft Scorsese zich laten meeslepen door de ‘high’ van zijn film?
In tegendeel. Scorsese durft voorbij de implosie te denken. Want dat er een einde komt aan ‘film as we know it’ ziet hij ook wel in. De tijd van de blockbusters en multiplexen is voorbij. De film van de toekomst zal volgens hem te zien zijn in kleinere theaters, online, en onder omstandigheden die hij nu nog niet kan voorspellen. Maar hij ziet nog iets anders veranderen. Door het goedkoper worden van de productiemiddelen gaat het er volgens hem niet langer om hoe films gemaakt worden, maar door wie. Om een film te maken moet je nu meer dan ooit echt iets te zeggen hebben. Dat maakt het trouwens niet per se makkelijker: "There are no shortcuts to anything."
Het doet een beetje denken aan toen Francis Ford Coppola in Hearts of Darkness: A Filmmakers’s Apocalypse (1991) voorspelde dat in de toekomst een klein meisje uit Ohio met haar vaders camcorder een meesterwerk zou kunnen maken, en dat film dan pas echt de kans zou hebben om een kunstvorm te worden.
Het is een interessante discussie. Zeker in het licht van het door Melle Daamen aangezwengelde debat of er niet teveel kunst is. Als reactie daarop formuleerde Geke Roelink, directeur van het Haags Filmhuis in deze krant alvast hoe de filmtheaters van de toekomst, die zalen uit Scorsese’s visioen, zich kunnen profileren.
Maar het wordt natuurlijk hoog tijd dat wij, het publiek, ook iets gaan doen. Uit onze luie bioscoopstoelen komen en naar films gaan kijken die ons echt iets te vertellen hebben. Die niet alleen maar zenden, geen eenrichtingsverkeer zijn, maar contact maken. Toen het Filmfestival Rotterdam aankondigde een themaprogramma rondom Europa te maken, zijn wij dan ook voor u op zoek gegaan naar correspondenten die de filmische EU voor ons in kaart wilden brengen. Het resultaat vindt u in een speciale Engelstalige bijlage in het hart van deze krant.

Dana Linssen | twitter @danalinssen

Geschreven door