Op ooghoogte #47

Scorsese en Van Gogh

Dreams

Mark Cousins (The Story of Film, I Am Belfast, Atomic) schrijft voor de Filmkrant over film- en beeldassociaties. Deze maand over de band tussen Martin Scorsese en Vincent van Gogh.

Dus Martin Scorsese heeft een tentoonstelling in EYE, Amsterdam. Hij wordt nu al meer dan een halve eeuw bewonderd door filmliefhebbers. Met de andere regisseurs van zijn generatie zette hij tragedie en mannelijke woede centraal in de Amerikaanse cinema. Ze hielden van de stijl van het klassieke Hollywood, maar de inhoud was ze te Doris Day, te utopisch, te optimistisch.
Scorseses films zijn lichamelijk, maar niet erg seksueel. Hij heeft meer interesse in een klap dan een kus. Hoewel sommige van zijn beste films documentaires zijn — Italianamerican, mio viaggio in Italia, enzovoort — pakt hij de wereld niet hard aan. Zijn camera glijdt door haar bars en straten als een spook, als de heilige geest. Hij is de Caravaggio van de cinema, in die zin dat hij schoonheid vindt in beestachtigheid. Hij lijkt een extra filmisch woordenboek, of lexicon, te hebben dat weinig anderen zien: een geheel eigen beeldtaal die hij alleen spreekt.
Hij keek zeker veel naar de schilderkunst. De scène in Taxi Driver waarin de camera zich beschaamd afwendt wanneer Travis Bickle een telefoontje pleegt, voelt als Pablo Picasso’s schilderij van een moeder op de rug gezien. De emotie is te intens om recht in de ogen te kijken. De momenten in The Age of Innocence waarin het scherm overspoeld wordt door kleur komen linea recta uit de films van Powell en Pressburger, maar ze zijn ook schilderachtig, als Gauguin.
Of misschien Van Gogh? Is dat de kunstenaar waar Scorsese het meest op lijkt? Hij speelde Van Gogh eens in een film van Akira Kurosawa, maar de verbintenis tussen de twee gaat verder dan dat. In zijn tijd in het St. Paul sanatorium schilderde Van Gogh herhaaldelijk hetzelfde veld, en Scorsese keerde steeds weer terug naar zijn ‘mean streets’. Van Gogh was een expressionist en had veel aandacht voor kleur, en dat geldt ook voor Scorsese. Van Gogh was geïnteresseerd in de mensen op de onderste trede van de sociale ladder, en dat geldt ook voor Scorsese. The Colour of Money is in zekere zin een schilderij van Van Gogh.
Het is makkelijk om je Van Gogh voor te stellen als filmmaker. Hij toont zijn biljartzalen en slaapkamers met de diepe perspectieven van een groothoeklens. Hoewel er negentig jaar tussen hun geboortes zit, voelen Van Gogh en Scorsese beiden de pijn die het doet om te leven, en ze verdoven die pijn met vorm en kleur.

Mark Cousins | @markcousinsfilm

Geschreven door Mark Cousins