FilmPers – 21 september 2010
THE AMERICAN
Anton Corbijn
the american, de tweede speelfilm van sterfotograaf Anton Corbijn, is aangenaam genoeg om naar te kijken, maar ontbeert het gevoel van urgentie en innerlijke noodzaak, dat control, Corbijns debuutfilm, in hoge mate had. De in de ruige Italiaanse streek Abruzzo opgenomen film met George Clooney in de hoofdrol, oogt koud en gaat ook over een ijskoud, onaangedaan personage: moordenaar en wapenmaker Jack.
NRC Handelsblad (Peter de Bruijn)
the american heeft tal van invloeden die niet storend zijn. Westerns (een fragment uit once upon a time in the west duikt op), Antonioni (bijvoorbeeld profession reporter) en de vroege films van Wim Wenders (over alleen reizende oudere mannen) laten hun sporen na, maar het is niet hinderlijk. Dit is een film die, te midden van het bombastische filmgeweld uit Hollywood, weldadig aanvoelt en ook nog weet te ontroeren.
Algemeen Dagblad (Ab Zagt)
Dat het verhaal soms wat onlogisch is en gaten vertoont, doet er weinig toe. the american overtuigt als een sombere, sfeervolle karakterschets, met sterk acteerwerk van Clooney in een van zijn zwijgzaamste rollen ooit. Beheerst, bloedserieus en romantisch is de film, en van een bijzondere schoonheid.
de Volkskrant (Pauline Kleijer)
LIBERTÉ
Tony Gatlif
In liberté worden de zigeuners erg zwart-wit tegen de autochtone Fransen afgezet: zie de boze (en zeer lelijke) boeren die hen uit hun huis komen jagen, of de scène waarin de veearts zijn enkel verstuikt: met het juiste mengsel van hemelwaarts gebed en koeienstront weten de zigeunervrouwen de verwondingen wonderbaarlijk snel te genezen. Door zulke naïeve scènes verspeelt de film uiteindelijk zijn geloofwaardigheid.
de Volkskrant (Kevin Toma)
Een dramatische geschiedenis levert niet onmiddellijk een aangrijpende film op. In de geest van de hoofdpersonen zwerft Tony Gatlif van het ene tafereeltje naar het volgende, soms somber van toon en dan weer vrolijk en kleurrijk als de kleren van de zigeunervrouwen. liberté illustreert een donkere periode, maar blijft te anekdotisch om de toeschouwers diep te raken.
De Telegraaf (Eric Koch)
De botsing tussen de kinderlijke, rusteloze, bijgelovige zigeuners, kille nazi’s, dappere verzetslieden en laffe collaborateurs kent na flink wat decennia aan oorlogsfilms zo zijn sjablonen en Gatlif omzeilt die niet. Maar Gatlif speelt ook met de clichés, van het zigeunerjongetje met traan tot aan de koeienmest die wonden geneest, en bij momenten schiet hij prachtig uit.
Trouw (Jann Ruyters)
VREEMD BLOED
Johan Timmers
Het zwartgallige absurdisme waarmee Goos en de uit de theaterwereld afkomstige regisseur Johan Timmers dit milieu neerzetten, doet sterk denken aan de films van Alex van Warmerdam, maar dan zonder diens bevrijdende gevoel voor ironische humor. (…) Het voelt alsof de makers hun publiek proberen vol te stoppen met zure zult, bloedworst en balkenbrij. Het verzadigingspunt wordt al snel bereikt.
Het Parool/GPD-kranten (Fritz de Jong)
Het contrast tussen de boertige rouwdouwer van een slachtersvader en zijn fijnzinnige, engelachtige zoontje dat liever naar het zingen van een kristallen glas luistert dan naar het rombom-op-de-trom-gebeuk van zijn vader, wordt vet aangezet.
Het is een aloud verhaal met mythisch-bijbelse proporties en pretenties. Bloed vloeit. Moederkoek wordt even aangebraden. Brute beelden, verlekkerd gebracht. Jammer dat de befaamde Maria Goos-dialogen zo gezwollen klinken.
NRC Handelsblad (Dana Linssen)
De dreiging van fysiek en verbaal geweld hangt altijd in de lucht, maar de tragische scènes hebben wel vaak een zwart komisch randje. De dikke, zwetende, bebloede vader is het prototype van een kwaadaardige slachter, al is hij tegelijk regelmatig aandoenlijk. Kenmerkend voor zijn karakter zijn de scènes waarin hij de woede van zich afslaat op een trom in een piepklein schuurtje middenin het weiland. Zijn onmacht en eenzaamheid worden op die momenten prachtig in beeld gevat.
Algemeen Dagblad (Rianne van der Molen)
FOUR LIONS
Chris Morris
Eén van de geestigste scènes is het gesprek tussen twee scherpschutters van de Britse politie over hun potentiële doelwit. Het knappe van four lions, dat toch een slappekoord-act in de nok van het circus is, is dat Morris geen moment de grimmige realiteit uit het oog verliest. In die zin is het niet eens zo vreemd om het Koude Oorlog-meesterwerk dr. strangelove te noemen — hoewel Morris een satiricus is en Kubrick een geniale filmmaker.
Het Parool/GPD-kranten (Mark Moorman)
De vraag die natuurlijk in grote kapitalen boven de film hangt, is of je wel een komedie kunt maken over zelfmoordterroristen, zeker in Engeland, waar de aanslagen van 7 juli 2002 nog vers in het geheugen liggen. Maar meteen al in de eerste minuten bezweert Morris de angst voor een dergelijke heikel onderwerp door de Brits-Pakistaanse mannen en die ene tot de islam bekeerde Engelsman voor te stellen als een stelletje onnozele halvegaren en hopeloze amateurs.
Trouw (Belinda van de Graaf)
De satire berust op absurde overdrijving, het combineren van het verhevene met het alledaagse – Waj die zich het martelaarschap voorstelt als pretparkattractie — en typische Britse verwrongen logica. Hoewel niet alle grappen van four lions landen, gebeurt dat met een zodanige frequentie dat je nahikkend de zaal verlaat. Moeilijk om terroristen dan nog serieus te nemen. Dat lijkt me een verdienste.
NRC Handelsblad (Coen van Zwol)
SUBMARINO
Thomas Vinterberg
Regisseur Thomas Vinterberg laat de vorm dit keer de inhoud dienen en levert zo zijn beste film af sinds festen. Doorleefd acteerwerk, ook in de kleinere rollen, maken het drama op een confronterende manier levensecht. submarino geeft het gevoel van langzaam krassende nagels over een schoolbord. Tergend en onmogelijk te negeren.
De Telegraaf (Marco Weijers)
Met zijn uitstekende acteurs — vooral Cedergren krijg je niet meer uit je hoofd — creëert de filmmaker een sober en somber, ongemakkelijk universum van maatschappelijke buitenbeentjes die gedoemd lijken. Of toch niet? Tegen het einde krijgt Nick een hand toegereikt. Een hand die de blik in zijn ogen zou kunnen verzachten. Hij grijpt de hand. Of hij daarmee schuld en boete definitief achter zich laat, dat laat Vinterberg in het laatste beeld fijntjes in het midden.
Trouw (Remke de Lange)
Is het een overlevingsstrategie van de kijker dat hij de neiging heeft af te haken bij de eindeloze opstapeling van ellende? Deze kijker begon zich in elk geval aan het fatalisme van Vinterberg te ergeren. Er zijn meer Scandinavische filmmakers die een dergelijke zwartgallig wereldbeeld hebben ontwikkeld en als cinematografische dominees de kansel hebben beklommen. Het is te hopen dat ze er snel weer van afkomen. Zonde van al dat talent.
Het Parool/GPD-kranten (Mark Moorman)